Over Betuwe College Oefeningen Elektriciteit en... · Over Betuwe College Oefeningen Elektriciteit...
Click here to load reader
Transcript of Over Betuwe College Oefeningen Elektriciteit en... · Over Betuwe College Oefeningen Elektriciteit...
Over Betuwe College Oefeningen Elektriciteit
Blz 1 van 3
1. Op een lampje staat:6 V ; 0,1 A a) Bereken de weerstand van het lampje.
𝑅 =𝑈
𝐼=
6𝑉
0,1𝐴= 60 Ω
Het lampje wordt aangesloten op een spanning van 3 V.
b) Bereken de stroomsterkte door het lampje in deze situatie.
𝐼 =𝑈
𝑅=
3𝑉
60 Ω= 0,05𝐴
2. Zie figuur 4. 6. Bereken de stroomsterkte: a) door lampje L2 . serie I1 = I2 = 0,2A b) door lampje L3 . parallel 0,65A – 0,2A = 0,45A 3. Door een gloeilampje loopt een stroom van 400 mA. Het lampje heeft een weerstand van 12 ohm. Bereken op welke spanning het gloeilampje is aangesloten.
𝑈 = 𝐼 𝑥 𝑅 = 400𝑚𝐴 𝑥 12Ω = 4,8𝑉 4. Sommige deurbellen hebben drukschakelaars met een ingebouwd lampje, dat altijd brandt.
Daardoor is de drukschakelaar ook in het donker steeds makkelijk te vinden. Leg per schakeling uit waarom hij wel of niet voldoet Alleen C A brand lamp alleen bij indrukken B Serie te weinig spanning en alleen aan bij indrukken schakelaar D Bel gaat altijd en lamp alleen bij indrukken schakelaar
Over Betuwe College Oefeningen Elektriciteit
Blz 2 van 3
5. Serie schakeling
3 lampjes L1 , L2, L3 R1 = 25 Ω R2 = 35 Ω U tot = 12 V I tot = 150 mA Gev U1, U2, U3, R3
Itot = I1 = I2 = I3 = 150mA
U1 = I1 x R1 = 150 mA x 25Ω = 3,75V. U2 = I2 x R2 = 150 mA x 35Ω = 5,25V U3 = Utot – U1 – U2 U3 = 12V -3,75V – 5,25V = 3V.
𝑅3 =𝑈3
𝐼3=
3𝑉
150𝑚𝐴= 20Ω
******************************************************************************************************************************************
3 lampjes L1 , L2, L3 R1 = 25 Ω R3 = 50 Ω U1 = 12,5V U2 = 5 V Gev Utot, R2, Itot
𝐼1 =𝑈1
𝑅1=
12,5𝑉
25Ω= 0,5𝐴
Itot = I1 = I2 = I3 = 0,5A
𝑅2 =𝑈2
𝐼2=
5𝑉
0,5𝐴= 10Ω
𝑈3 = 𝐼3𝑥𝑅3 = 0,5𝐴 𝑥 50Ω = 25𝑉 Utot = U1 + U2 + U3 U3 = 12,5V + 5V + 25V = 42,5V
Over Betuwe College Oefeningen Elektriciteit
Blz 3 van 3
6. Parallel schakeling 3 lampjes L1 , L2, L3 R1 = 25 Ω R2 = 35 Ω U tot = 12 V I tot = 950 mA Gev U1, U2, U3, R3, I1, I2, I3,
Utot = U1 = U2 = U3 = 12V
𝐼1 =𝑈1
𝑅1=
12𝑉
25Ω= 0,48𝐴
𝐼2 =𝑈2
𝑅2=
12𝑉
35Ω= 0,34𝐴
I3 = Itot – I1 – I2
I3 = 0,95A – 0,48A – 0,34A = 0,13A
𝑅3 =𝑈3
𝐼3=
12𝑉
0,13𝐴= 92,3Ω
3 lampjes L1 , L2, L3 R1 = 25 Ω R3 = 50 Ω U1 = 12,5V I2 = 25 mA Gev Utot, R2, Itot
Utot = U1 = U2 = U3 = 12,5V
𝐼1 =𝑈1
𝑅1=
12,5𝑉
25Ω= 0,5𝐴
𝑅2 =𝑈2
𝐼2=
12,5𝑉
25𝑚𝐴= 500Ω
𝐼3 =𝑈3
𝑅3=
12,5𝑉
50Ω= 0,25𝐴
Itot = I1 + I2 + I3
Itot = 0,5A + 0,25A + 0,025A = 0,775A = 775mA