NBTP Magazine mrt 2012
-
Upload
nbtp-magazine -
Category
Documents
-
view
215 -
download
0
description
Transcript of NBTP Magazine mrt 2012
NBTP projecten
Jaargang 1 Ψ Nummer 1 Ψ Maart 2013
Stel je hebt Voeding &
Diëtetiek gestudeerd en je
bent ook nog Toegepast
Psycholoog. In welke baan
kun je dan terechtkomen? In
dit interview is aan
het woord Eveline van de
Waterlaat, accountmanager/
diëtiste bij Powerslim
Nederland BV.
Op de Algemene Leden-
vergadering van het
NBTP, die op 22 mei a.s.
gaat plaatsvinden
(hierover volgt nog nader
bericht), zal een tweetal
bestuursleden vertrekken,
namelijk Jorieke Steenaart
en Sinus Jonker. In
hun plaats zullen twee
nieuwe bestuursleden hun
plek innemen: Magda
Slimmens-Bos en Cindy
Kaas-De Vogel. Zij zullen
zich tijdens de ALV aan u
voorstellen.
Vertrekkende en nieuwe
Bestuursleden
bij het NBTP
Een persoonlijk onderzoek,
met misschien wel een
verassende uitkomst over hoe
u en ik omgaan met kritiek en
wat het met ons doet. De
tegeltjeswijsheid tot slot als
cadeau.
Trends en ontwikkelingen zal
een licht werpen op het bellen
in openbare gelegenheden
zoals de trein. Het vertelt de
nieuwe trend technostress. En
wanneer er gereorganiseerd
wordt, speelt de selffulfilling
prophecy dan een grote rol?
TP-er at work 10 Trends 12 Kritiek?! 13
In dit nummer:
Redactioneel 2
Van de voorzitter 3
Even voorstellen 4
Big five en iconen 6
Integriteit 10
Alleen maar vaar-digheden?
12
TP-er at work 13
Trends 14
Kritiek?! 15
Zoek van je vindt 16
Boekbespreking 17
Interessante informatie:
De NBTP gaat in
gesprek met de VVP,
de Vereniging Van
Psychodiagnostisch
werkenden.
De NBTP is in gesprek
met het NIP, Neder-
lands Instituut voor
Psychologen.
De NBTP gaat een
congres organiseren.
Waarschijnlijk heeft u de
mails van de NBTP
projecten ook ontvangen.
U kon zich opgeven voor
een project naar uw inte-
resse zoals: ‘Verzekering
& vergoeding’ of
‘Kwaliteitsregister’. De
voortgang van deze
projecten zijn als volgt:
- Als alles volgens
planning verloopt zal in
september het
kwaliteitsregister van het
NBTP een feit zijn.
- Inmiddels zijn er
gesprekken gaande met
diverse opleidings-
instituten over
bijscholing en opleidings-
mogelijkheden.
- Binnenkort gaan er
intervisiegroepen starten
in de regio's Breda,
Groningen, Amsterdam
en Utrecht. Deze zijn
bestemd voor zowel
leden als student-leden.
Het artikel OCEAN's 5 gaat
in op de vraag of onze karak-
ters te typeren zijn naar di-
mensies. Door ze aan promi-
nenten te koppelen leer je op
een handige manier om "the
big five", zoals ze ook wel
worden genoemd, in het dage-
lijks leven toe te passen.
Big five en iconen 6
Thema: Persoonskenmerken
NBTP zoekt nog nieuwe actieve bestuursleden!
Hoofdredacteur
Hans van Doremalen en Magda
Slimmens-Bos.
Redactie
Elsbeth Aalbers, Annette Beuze-
Silvester, Mirella Brok, Hans van
Doremalen, Amber van Es, Sophie
de Haan en Magda Slimmens.-Bos
Vormgeving
Amber van Es
Bestuur
Sophie de Haan, Cindy Kaas-de
Vogel, Monique Korpershoek, Elout
van Leeuwen, André Lollinga,
Valerie Reiter, Jenny Schoonbeek,
Magda Slimmens-Bos, en Hans
Weijmer.
Website
www.nbtp.nl
Onderwerper logo
Anne Sesink en Joost Snel
Lidmaatschap
Wil je je gegevens wijzigen of kan je
niet meer inloggen op Mijn NBTP
van http://mijn.nbtp.nl, neem dan
contact op met
[email protected]. Wil je je
uitschrijven? Je kan je uitschrijven
via mijn.nbtp.nl/uitschrijven.
Uitschrijving dient minimaal één
maand voor het einde lidmaatschap
plaats te vinden.
Lid worden? Dat kan via mijn.nbtp.nl
Contributie
De contributie voor het jaar 2013 is
vastgesteld op 10 euro voor
studentleden en 25 euro voor leden.
Niets uit deze uitgave mag, noch
geheel, noch gedeeltelijk, worden
overgenomen en/of vermenigvuldigd
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming.
We zijn niet aansprakelijk voor
fouten, verkeerde interpretatie te
gevolge van de uitgave van de
NBTP Magazine. Aan deze uitgifte
kunnen geen rechten worden
ontleend. Het kopiëren of
vermenigvuldigen van de NBTP
Magazine is niet toegestaan, zonder
voorafgaande schriftelijke
toestemming.
Pagina 2 2013, Nummer 1
COLOFON
Wanneer u regelmatig met de trein reist dan heeft u vast wel eens ken-nisgemaakt met de stiltecoupé. Ik zit er graag, zeker als ik moet werken. Ook dit redactioneel stuk heb ik in de trein geschreven in een stiltecou-pé. Ik worstelde net met een bekend fenomeen voor schrijvers - de schrij-versblok- toen er zich een situatie voordeed in deze stiltecoupé die wij, ijverige treinwerkers, allemaal wel eens meegemaakt hebben. Ergens achter mij ging een mobiele telefoon af. Een paar andere passagiers in deze stiltecoupé -zij hadden kenne-lijk geen behoefte aan stilte- luister-den op dat moment naar hun favo-riete muziek waarbij de I-phone, I-pod, of een andere equivalent ap-paraat als medium dienst deed. Zij hoorden dus niet dat er iemand in deze ruimte de telefoon opnam met een luidkeels, "met André..", ge-volgd door het welbekende en veel-vuldig gehoorde antwoord: "in de trein.." . De daaropvolgende minu-ten werd ik ongewild getuige ge-maakt van het wel en wee op André’s werk. Mijn emotionele response was twee-ledig: zowel geërgerd als geïnspi-reerd. De eerste emotie behoeft geen verdere uitleg. Geïnspireerd was ik omdat de bellende André mij nu voldoende stof had gegeven om over te schrijven. Het thema van dit eerste nummer van de NBTP Maga-zine is persoonlijkheid. Ik vroeg me af of ik de persoonlijkheidsstructuur kon afleiden uit het simpele feit dat André zo ongegeneerd aan het bel-len was in de stiltecoupé. Daarnaast vond ik het interessant om de ande-re passagiers te observeren. Zoals ik al zei waren er een paar die zich van de wereld hadden afgesloten met hun draagbare media en bijbe-horende "oordoppen". De andere keken stoïcijns naar buiten en sche-nen geen last te hebben van de "stilteverkrachter", André.
Het kon aan een paar karakterei-genschappen liggen dat André, te-gen de regels in, aan het bellen was. Als hij er geen benul van had dat hij in een stiltecoupé zat dan lag het aan zijn zorgvuldigheid.. Hij had dan immers niet goed om zich heen gekeken. Als hij het wel wist dan was het altruïsme of, liever gezegd, zijn egoïsme. Hij trok zich dan im-mers niets aan van het feit dat hij andere mensen stoorde. Voor de perifere treinreizigers gold mijns inziens dat zij of over een heel hoge dosis openheid beschikten of dat zij zo hoog scoorden in altruïs-me dat zij alle begrip hadden voor het feit dat André zijn telefoon wel moest beantwoorden en daarvoor best wel op zijn plek mocht blijven zitten. Ik besloot mijn hypothese empirisch te toetsen door André aan te spre-ken op zijn gedrag. Even twijfelde ik aan de methode van onderzoek. De matrix varieerde van "zeg vriend, ga even lekker ergens anders telefoneren. Je stoort nogal en dit is een stiltecoupé" tot "meneer, het is wellicht aan uw aandacht ontsnapt, maar we zitten hier in een stiltecoupé. Zou u zo vriendelijk willen zijn om uw gesprek buiten deze ruimte voort te willen zetten alstublieft?" Ik stond op, keek André aan en wees met een vriendelijke glimlach naar het raam. Hierop stond met grote koeienletters in zowel Neder-lands als Engels/Frans -het woord voor stilte schrijf je in het Engels en Frans hetzelfde namelijk "Silence"en voor de anderstaligen was er nog het symbool van een mannetje wat met de vinger op de mond aangaf wat daarnaast in woorden stond geschreven.
De stiltecoupé
Van de redactie
Hans van Doremalen
Met de tijd mee!
Pagina 3 2013, Nummer 1
Van de voorzitter
André keek me vragend aan. Ver-volgens keek hij opzij, zag het raam met daarop de folie met de aandui-ding en mompelde hevig geschrok-ken snel iets in zijn telefoon, waarbij hij deze met zijn hand afschermde, van: "sorryikmoetophangenwantikzitineenstiltecoupédoei.". Vervolgens wen-de hij zich tot mij met: "excuses me-neer, ik had het niet in de gaten, sorry, echt het spijt me." Ietwat overweldigd door deze stroom van onderdanige spijtbetui-ging ging ik zitten en keek ik naar de andere passagiers die zich in mijn blikveld bevonden. Op de muziek-
kluizenaars na (die hadden niets meegekregen) keken alle andere aanwezigen strak naar buiten alsof daar zich een veel spannender ge-beurtenis afspeelde dan in onze trein. Misschien bereidde een van hen in stilte zijn of haar sollicitatie-gesprek naar de functie van diëtiste voor. Die zou ik aanraden het artikel "TP-er at work" van Magda Slim-mens-Bos te lezen. Voor de rest wens ik u veel leesplezier toe met de overige artikelen. Wellicht zult u na het lezen van dit magazine de volgende keer dat u in de trein zit met een glimlach van herkenning naar uw medepassagiers kijken.
Even voorstellen: André: zorgvuldigheid=benedengemiddeld, altruisme=bovengemiddeld Overige passagiers: extraversie=laag verder ntb
Voor je zie je ons nieuwe magazine. Een online blad dat vanuit NBTP vier keer per jaar jou informeert over verschillende onderwerpen binnen het werkveld van Toegepaste Psy-chologie. Persoonlijk ben ik erg blij dat we op deze manier alle leden en belangstellenden een podium kun-nen geven om te praten over de onderwerpen die van belang zijn. En lezers informeren over wat zij be-langrijk vinden. Als vereniging zijn we nu een tijdje “onderweg” en we merken dat we onze aandacht en energie in veel verschillende onderwerpen hebben gestoken.. Goed voor jou om weten dat wij als bestuur dit jaar meerdere projecten zijn gestart met hulp van vele leden en externe partijen. In die projectgroepen zien wij in iedere regio dat meerdere mensen actief meedenken over onderwerpen als; beroepscode, bijscholing, het kwali-
teitsregister en intervisie voor leden. En zoals je merkt is dus ook de pro-jectgroep NBTP Magazine van start gegaan. Dit is mogelijk door alle leden die zowel online als offline meehelpen.
Door dit magazine hopen wij als NBTP, jou ook mee te kunnen ne-men in de stappen die we nemen
om de positionering en professiona-lisering van het werkveld Toegepas-te Psychologie te verbeteren. We gaan met de tijd mee en daarom kiezen wij voor dit online magazine. Een eerste stap richting goede com-municatie is gezet. Ondanks de projecten die gestart zijn, zien we dat er nog een berg aan werk voor ons ligt. Stap voor stap zien we wel dat meer zichtbaar worden en als een serieuze ge-sprekspartner worden gezien. Dank voor jullie hulp tot nu toe en ik hoop jullie te zien tijdens een van de bij-eenkomsten of het congres. Of spreek me gewoon online aan wan-neer je vragen, opmerkingen of ideeën hebt!
“Als vereniging zijn we nu een
tijdje ‘onderweg’ en we merken
dat we onze aandacht en
energie in veel verschillende
onderwerpen hebben
gestoken..”
De stiltecoupé
André Lollinga
Pagina 4 2013, Nummer 1
Redactioneel
Beste leden van het NBTP. Mijn naam is Elsbeth Aalbers, derdejaars student Toegepaste Psychologie in Groningen. Sinds dit studiejaar ben ik met de verdieping Arbeid en Or-ganisatie begonnen en ik wil graag nog de verdieping Gezondheid gaan doen. Het thema in dit online maga-
zine is persoonskenmerken. Mij zou je kunnen omschrijven als een leer-gierig, zorgzaam en vasthoudend persoon. Daarnaast kan ik enorm genieten van nieuwe dingen leren, wandelen en het helpen van men-sen.
Sinds 2010 heb ik een eigen praktijk als Liefdespsycholoog en Relatie-therapeut. Daarnaast verdiep ik me graag in Talent Ontwikkeling binnen bedrijven. Alles gaat stap voor stap. Gestaag en omhoog. Al gaat het me nooit snel genoeg. Als ik niet met psychologie bezig ben, dans ik enorm graag. Daar laad
ik mijzelf mee op. Mijn persoonlijkheidstype is volgens Fisher primair Onderhandelaar en secundair Verkenner. In het NBTP Magazine ga ik boeken en artikelen bespreken. Daarnaast ben ik verantwoordelijk voor de re-acties op de ingezonden brieven. Met garantie tot je scherm.
Ik werk graag mee als redactielid van het NBTP Magazine, vanwege mijn overtuiging dat iedere Toege-past Psycholoog van grote toege-voegde waarde is in het werkveld. Er is echter nog wel één en ander te doen om onze beroepsgroep ‘op de kaart te zetten’. Met elkaar, u en de NBTP gaan we ervoor! Naast mijn studie Toegepaste Psy-chologie werk ik als vrijwilliger bij een zorginstelling voor dementeren-de ouderen in Utrecht. Verder ben ik
regelmatig te vinden in werkgroepen m.b.t. organiseren van (muziek)evenementen. In het kader van het thema van deze eerste editie een tipje van de sluier van mijn persoonlijkheid; NPV-2 ; lage score op Verongelijktheid(= positieve instelling, kan goed naar anderen luisteren), en lage score op Zelfgenoegzaamheid (= probeert zich in te leven, hecht waarde aan respectvolle omgang).
Elsbeth Aalbers
Annette Beuze -
Silvester
Mirella Brok
Even Voorstellen
De eerste editie van de NBTP Ma-gazine ligt nu voor u. Dit is een goede gelegenheid om de redactie aan u voor te stellen.
Bent u in een creatieve bui of hebt u altijd goede ideeën? De redactie is op zoek naar een unieke en ludieke naam voor onze gloed nieuwe ma-gazine. Ideeën kunt u mailen naar
Even Voorstellen
Pagina 5 2013, Nummer 1
Score NEOPIR: O=hoog C=beneden gemiddeld E=gemiddeld A=gemiddeld N=laag Ik werk sinds drie jaar bij de Ko-ninklijke Marechaussee als Loop-baanbegeleider. Daarvoor was ik Selectiepsycholoog bij Defensie.
Daarnaast ben ik schrijver en publicist. Ondanks het feit dat dit een rela-tief jonge wetenschap is, krijgen nieuwe theorieën volgens mij te wei-nig ruimte. Het beroep van Psycho-loog dreigt hierdoor te devalueren. Ik beschouw het als mijn missie om jullie te prikkelen mee te denken over nieuwe inzichten in dit boeien-de domein.
.De NBTP betekent voor mij goede mogelijkheden om me te profileren en een netwerk op te bouwen. Ook is de NBTP het samenbrengen van vele competenties in de verschillen-de vakgebieden. Als redactielid kan ik een bijdrage leveren aan het sa-menbrengen van de vakgebieden. Ik ben bezig geweest met de lay-out en ik heb me in de nieuwtjes ver-diept.
In 2012 ben ik afgestudeerd als Toegepast Psycholoog in Eindho-ven. Ik heb mij gespecialiseerd in sportpsychologie en ik ben hard op zoek naar een leuke baan hierin. Mijn persoonlijkheidstype volgens de Action Type is ENTP. Dit vertelt mij dat ik een duizendpoot, flexibel en oplossingsgericht ben. Binnen mijn sport betekend dit dat ik actie-gericht ben. Ik heb een beter over-zicht als ik rechts in het veld speel.
Hans van Doremalen
Amber van Es
Sophie de Haan
Magda Slimmens
Volgens de Kortste Persoonlijk-heidstest ben ik Professioneel, Pragmatisch en Zelfverzekerd. Wat de keuze om op een bepaald plaatje te klikken over je persoonlijkheid kan zeggen! Ik heet Sophie ben 33 jaar en bestuurslid. Ik houd mij bezig met het Magazine en met het Be-
roepsprofiel van de Toegepast Psy-choloog. Ik ben van de eerste lich-ting afgestudeerde TP-ers en wil via de NBTP graag meer bekendheid geven aan deze nieuwe beroeps-groep. In mijn vrije tijd ben ik graag op pad: natuur of mooie steden bij-voorbeeld.
Mijn naam is Magda Slimmens-Bos. Sinds vorig jaar ben ik afgestudeerd TP’ er en aansluitend heb ik mijn eigen praktijk in counseling, coa-ching en training opgestart. Daar-naast heb ik een tijdelijke baan als zorgcoördinator bij een ROC.
Ik houd ervan nieuwe contacten op te doen en van gezelligheid. Daar-
naast kan ik ook genieten van com-plete rust.
Volgens de DISC-test ben ik even-wichtig en enthousiast. Verder zegt de DISC-test dat mijn helpende, luisterende en empathische instel-ling mij tot een goede coach maken. (Komt dat even goed uit ;-)
Pagina 6 2013, Nummer 1
Big five en iconen
De vijf persoonlijkheidsdi-mensies gekoppeld aan prominenten
Smacht jij ook zo naar de eerste terrasdagen? Heerlijk in de zon zit-ten met een kopje koffie of een glaasje wijn. Genieten van een leuk gesprek en kijken naar de mensen die voorbij flaneren of bij je in de buurt zitten? Voor persoonlijkheids-psychologen zijn terrasjes een rijke visvijver om indrukken te krijgen van de diversiteit van karakters. Zoals geen mens er hetzelfde uitziet, zo is ieder mens ook uniek in zijn of haar karakter. Al eeuwen lang houden mensen zich bezig met het bestude-ren van het gedrag van mensen en proberen zij een verklaring te vinden waarom, in eenzelfde situatie, men-sen toch verschillend van elkaar reageren.
Karaktertypen van lang geleden
In het oude Griekenland liep in 300 voor Christus al een man rond met dezelfde merkwaardige interesse als wij psychologen heden ten dagen hebben. Hij was volgens velen de eerste persoonlijkheidspsycholoog en besteedde zijn tijd aan het ob-serveren van het gedrag van mede-Atheners. Theophrastus, zoals de-ze Griek heette, leefde in een heel andere periode dan wij. Hij bleek een goed waarnemer. Hij wist op een treffende manier bepaalde ge-dragingen te clusteren naar per-soonlijkheidstypen.
Theophrastus was van mening dat gedrag niet willekeurig is verspreid. De paar eigenschappen die je van iemand kende, hielpen je om een adequate voorspelling te kunnen doen over andere eigenschappen. En telde je die eigenschappen alle-maal bij elkaar op, dan had je een persoonlijkheidstype. In zijn grote werk “Karakters” (tweede hands nog wel te krijgen) schetste Theophras-tus dertig typen, van het gierige en babbelzieke tot het vleierige en
schaamteloos hebzuchtige, die hij wonderbaarlijk gedetailleerd be-schreef.
Naast Theophrastus hebben door de Eeuwen heen vele briljante gees-ten nagedacht over het menselijke gedrag en de indeling naar persoon-lijkheidstype. Een andere Griek, Claudius Galenus, werd geïnspi-reerd door een populair sociaal the-ma uit die tijd: de strijd tussen gladi-atoren. Claudius Galenus was een arts die in een gladiatorenschool werkte. Hierdoor zag hij meer van de binnenkant van het lichaam dan de gemiddelde mens. Bij al dat turen in wijd open bloederige wonden vroeg hij zich op een gegeven mo-ment af wat al die slangen en buizen daaronder deden. Hij beschouwde deze wonden als vensters op het lichaam.
Calenus, die ongeveer vier eeuwen na Theophrastus leefde en een van de meest invloedrijke artsen in de westerse geneeskunst werd, deed een gedurfde sprong voorwaarts door te stellen dat karaktereigen-schappen een fysiologische basis hebben. Galenus had het over de vier temperamenten, afhankelijk van de vier lichaamsvochten (humores). Iemand met veel warm bloed (sanguis) had een sanguinisch tem-perament en was opgewekt en vol energie. Een ander persoon had een overvloed aan gele gal (choler)
en daardoor een cholerisch tempe-rament met het bijbehorende "Korte Lontje". Nummer drie had teveel zwarte gal (melancholer) met als gevolg dat deze persoon met zijn melancholieke temperament alles van de negatieve (zwarte) kant zag, en daardoor depressief werd. Ten-slotte kon een mens teveel slijm (flegma) hebben waardoor hij over een flegmatisch temperament be-schikte, en hierdoor koel en afstan-delijk werd. De theorie zelf is door de wetenschap achterhaald, maar in onze taal gebruiken wij deze vier termen nog steeds om iemands ka-rakter te beschrijven.
Karaktertypen anno 2013
Met de introductie van de Big Five aan het eind van de twintigste eeuw werd door tientallen jaren onderzoek bevestigd wat onze voorouders intu-ïtief al aanvoelden, namelijk dat be-paalde karaktertrekken vaak bij el-kaar horen. We weten nu bijvoor-beeld dat mensen die veel praten, meestal energieker zijn dan rustige mensen, maar ze zijn daardoor niet meer of minder betrouwbaar. Ook weten we dat creatieve mensen meer open staan voor nieuwe idee-ën, maar daardoor zijn ze niet meer of minder zorgelijk dan anderen. Dergelijke patronen helpen ons een adequate voorspelling van ander-mans gedrag te geven. Kennis van de Big Five alleen is niet zaligma-kend, maar het is een bewezen in-strument om bijvoorbeeld iemands geschiktheid voor een bepaalde functie of zelfs als partner te voor-spellen. Dit geldt zeker indien het wordt gebruikt als onderdeel van een integraal assessment.
De Big Five
De Big Five zijn 5 persoonlijkheids-kenmerken die samen het acroniem OCEAN opleveren: openheid; zorg-vuldigheid, extraversie, inschikkelijk-heid en neuroticisme (in het Engels Openness, Conscientiousness, Ex-traversion, Agreeableness en Neu-roticisrn.
Uitgelicht wetenschappelijk artikel
Hans van Doremalen
Pagina 7 2013, Nummer 1
Big five en iconen
We kunnen deze persoonlijkheids-profielen op twee manieren gebrui-ken. In de eerste plaats kunnen we het eigenschappenniveau van de ene persoon met dat van een ander vergelijken. We kunnen bijvoorbeeld zeggen dat de één verhoudingsge-wijs laag scoort op extraversie om-dat zijn extraversiescore lager is dan die van de ander. Dit is voor een selectiepsycholoog nuttig te weten, om zo te kunnen beoordelen wie het meest geschikt is voor een baan als verkoper (waarin extraverte mensen goed presteren) of beter past in een func-tie als bijvoorbeeld treinmachinist (een baan die past bij introverte ty-pes).
We kunnen het persoonlijkheidspro-fiel ook gebruiken om iemands ei-genschappenniveau met zijn andere eigenschappen te vergelijken. Zo kunnen we concluderen dat de één hoger scoort op extraversie dan op andere eigenschappen. Dit is han-dig als we iemand willen typeren, zoals we zouden doen als we een vriend tegenover iemand anders zouden beschrijven. Uiteindelijk ge-bruiken de meeste mensen beide manieren om anderen te typeren.
De aspecten van big 5
Wie over ‘typen’ mensen praat, im-pliceert dus een scheiding tussen groepen die er eigenlijk niet is. Het kan echter nuttig zijn om mensen die ver van het midden van het con-tinuüm zitten ‘extravert’ of ‘introvert’
te noemen, omdat de meesten van ons dat een overtuigende manier vinden om over persoonlijkheid te praten. We doen hetzelfde met leng-te als we over ‘lange’ en ‘kleine’ mensen praten. Als je zegt dat een vrouw lang is, dan bedoel je niet dat ze in een geheel andere categorie valt dan de groep kleine vrouwen, maar alleen dat ze in dat opzicht aan de verre kant van een schaal zit.
Het tweede wat je over de catego-rieën van de Big Five dient te ont-houden, is dat de Big Five enorm breed is. Bij elk van de dimensies horen verschillende nauwere ‘facetten’ waartoe nog weer beperk-te kenmerken horen. Het derde as-pect van de Big Five waaraan je moet denken komt voort uit dat laat-ste punt. De categorieën kunnen misleidend zijn als ze niet zorgvuldig worden geïnterpreteerd. Niet alle benamingen die werden gekozen door de bedenkers van de Big Five corresponderen even goed met hoe ze in de dagelijkse om gang worden
gebruikt. Dat geldt niet voor ‘extraversie’, want wat mensen die met de Big Five werken met dit be-grip bedoelen, komt goed overeen met wat het over het algemeen be-tekent. Andere kenmerken kunnen verwarrend zijn. Als je een vriend bijvoorbeeld ‘neurotisch’ noemt, dan bedoel je dat hij zich te veel zorgen maakt of niet in staat is om goed te functioneren in zijn dagelijks leven. Bij de Big Five-dimensie van neuro-ticisme zit een zorgencomponent, maar de dimensie zelf is veel bre-der, en verwijst ook naar negatieve emoties als woede en neerslachtig-heid. Mensen die hoog op deze ei-genschap scoren, reageren vaak heftiger op gebeurtenissen dan an-dere mensen en ervaren kleine frus-traties als grote problemen. Het is dus belangrijk om je niet te veel door de benamingen te laten aflei-den. Het is beter om de waaier van gedragingen die met de verschillen-de dimensies wordt geassocieerd in je achterhoofd te houden.
OCEAN's Iconen
De kenmerken van de Big Five wor-den samen met de representatieve gedragingen en mensen die de ei-genschappen personifiëren weerge-geven het kader.
In het kader heb ik de kenmerken van de Big Five afzonderlijk be-schreven. Als ezelsbruggetje voor wat elk kenmerk afzonderlijk in-houdt, heb ik er een icoon aan ge-koppeld. Handig om te weten is dat iedereen een score heeft op alle vijf de kenmerken. Dit betekent dat on-
— Fantasie: Hoge scorers fantaseren om een interessantere wereld te
scheppen. — Artistieke belangstelling: Hoge scorers waarderen
schoonheid in kunst en naturen zijn esthetisch ingesteld. — Emotionaliteit:
Hoge scorers spreken makkelijk hun gevoelens aan en zijn zich daar goed
bewust van. — Avontuurlijkheid: Hoge scorers proberen graag nieuwe
dingen, hou den van reizen en hebben verschillende ervaringen. —
Intellect: Hoge scorers spelen graag met ideeën; ze staan open voor
nieuwe en ongewone ideeën en discussiëren graag over intellectuele
kwesties. — Psychologisch progressief: Hoge scorers gaan al snel tegen
autoritei ten,conventies en traditionele waarden in.
Openheid
Doelmatig op persoonlijk vlak: Hoge scorers denken dat ze over vol
doende intelligentie,drive en zelfbeheersing beschikken om succes
voltezijn. — Ordelijkheid: Hoge scorers zijn goed georganiseerde mensen
die le ven volgens vaste routines en schema’s; ze houden lijstjes bij en ma
ken plannen. — Plichtsgetrouw: Hoge scorers hebben vaak een sterk
gevoel van mo rele verplichting. — Streven naar prestaties: Hoge scorers
doen hun best om uit te blin ken; ze hebben vaak een sterk gevoel voor
richting. — Ze(fdiscipline: Hoge scorers zetten door bij moeilijke
ofonplezierige taken en voltooien ze. Ze overwinnen weerzin om een
nieuwe taak te beginnen en blijven ondanks afleiding op hetjuiste spoor. —
Voorzichtigheid: Hoge scorers nemen de tijd voor beslissingen.
Zorgvuldigheid
Pagina 8 2013, Nummer 1
Big five en iconen
ze Big Five-scores als profiel gepre-senteerd kunnen worden. Zo kan iemand laag scoren op openheid en extraversie, middelmatig op zorgvul-digheid, en verhoudingsgewijs hoog op inschikkelijkheid en neuroticisme. Een ander scoort hoog op zorgvul-digheid en extraversie, laag op in-schikkelijkheid en middelmatig op openheid en neuroticisme. Omge-zet naar de iconen kun je dan zeg-gen dat de één veel heeft van de ene icoon en minder van de andere.
Leonardo Da Vinci: openheid
Openheid is de dimensie die bekend staat als ‘openheid voor nieuwe ervaringen’ . Mensen die hoog scoren op deze dimensie, stellen er genoegen in om normen en conventies aan hun laars te lappen. Ze spelen graag met ideeën en hebben een levendige fantasie.
De meer conventionele mens, tegenover het andere uiterste van deze dimensie, de ‘open mens’, heeft een voorkeur voor het concrete boven het abstracte, en kiest het bekende boven het onbekende.
Een icoon van openheid is de Itali-aanse schilder, geleerde, ingenieur, architect, beeldhouwer, musicus, wiskundige, astronoom, geoloog, bioloog en filosoof Leonardo da Vin-ci. Leonardo is als schilder van de Mona Lisa en vooruitziend uitvinder van onderzeeërs, luchtkoelingsyste-men, telescopen en vliegende ma-chines, hét voorbeeld van creativi-teit, verbeeldingskracht, nieuwsgie-righeid en onconventionaliteit die met de renaissance wordt geassoci-eerd. Hij is het perfecte voorbeeld van openheid. Mensen die hoog scoren op openheid, zie je rondneu-zen op de filosofieafdeling van een boekenwinkel, rondreizen door Chi-na , of experimenteren met nieuwe
Aziatisch-Europese fusionrecepten. Het idee van een ‘gewaagde’ vakan-tie voor iemand die heel weinig open staat voor nieuwe ideeën is een weekje strand in Spanje , in plaats van de gebruikelijke Camping op Ameland.
Danny Ocean: zorgvuldigheid
Het kenmerk zorgvuldigheid koppel ik aan -hoe toepasselijk- Danny Ocean (gespeeld door George Cloony) uit de film Oceans Eleven. Hij plant met grote zorgvuldigheid een kraak en heeft een plan B en zelfs een plan C en D. en plan ach-ter een plan. Zoals blijkt uit zijn ac-ties in de betreffende film om zijn vrouw terug te veroveren. Mensen die hoog scoren op zorgvuldigheid denken, zoals schakers, altijd een paar zetten vooruit en laten niets aan het toeval over. Mensen als Danny Ocean scoren hoog op zorg-vuldigheid, plannen vooruit en hou-den van orde. Ze kopen computer-papier voordat het op is, hebben altijd een pen op zak en hebben reservepostzegels in hun portemon-nee. Ze vouwen het hoekje van een bladzijde om als hun dat wordt aan-geraden om nuttige tabellen te kun-nen terugvinden. Ik heb expres een persoon met een zeer discutabel beroep genoemd. Bij de benaming ‘zorgvuldigheid’ zou men namelijk kunnen denken dat er ook ‘gewetensvol’ mee wordt be-doeld, maar dat is niet het geval
— Vriendelijkheid: Hoge scorers houden
oprecht van mensen en geven openlijk
blijk van positieve gevoelens jegens
anderen. Ze maken snel en makkelijk
vrienden en ze vormen al snel hechte
relaties. — Gezelligheid: Hoge scorers
genieten van het gezelschap van
anderen, vinden dit stimulerend en
lonend. Ze houden van de opwinding
van de menigte. — Assertiviteit: Hoge
scorers zeggen wat hun op het hart ligt,
nemen de leiding en geven leiding aan
de activiteiten van anderen. —
Activiteitsniveau: Hoge scorers leiden
een druk leven. Ze zijn snel, energiek
en krachtig, nemen aan veel activiteiten
deel. — Opwinding: Hoge scorers raken
al snel verveeld als er niet continu
opwinding om hen heen is. Ze houden
van de drukte, nemen graag risico en
zoeken uitdagingen op. — Vrolijkheid:
Hoge scorers hebben vaak allerlei
positieve gevoelens, waaronder
geluk,enthousiasme, optimisme en
vreugde
— Vertrouwen: Hoge scorers denken
dat de meeste mensen eerlijk zijn en
goede bedoelingen hebben. — Ethiek:
Hoge scorers zien geen reden om te
veinzen ofte manipuleren in hun
omgang met anderen. Ze zijn open,
oprecht en eerlijk. — Altruïsme: Hoge
scorers vinden dingen doen voor
anderen eerder een vorm van
zelfvervulling dan van zelfopoffering. —
Samenwerking: Hoge scorers hebben
een hekel aan confrontaties; ze kunnen
goed opschieten met anderen. Ze zijn
bereid tot compromis sen en maken al
snel hun eigen behoeften
ondergeschikt. — Bescheidenheid:
Hoge scorers zeggen niet graag dat ze
ergens beter in zijn dan anderen. —
inschikkelijkheid: Hoge scorers zijn
teerhartig en hebben snel medelij den.
Ze voelen echt mee met de pijn en het
verdriet van anderen.
Extraversie
Altruïsme
Pagina 9 2013, Nummer 1
Big five en iconen
(hoewel plichtsbesef wel een onder-deel van het geweten is). Consciën-tieuze mensen worden niet snel af-geleid en zijn niet roekeloos. Dit zijn eigenschappen die hoog op het verlanglijstje van selectiepsycholo-gen staan als ze mensen voor de Special Forces moeten assessen. Je zou kunnen denken dat zorgvul-digheid altijd gewenst is in ons zelf en de mensen tot wie we ons aan-getrokken voelen. Wie wil er niet ordelijk, betrouwbaar en volhardend zijn? Zorgvuldige mensen vermijden moeilijkheden en zijn erg succesvol doordat ze goed plannen en volhar-den. Ze worden ook door anderen positief gewaardeerd en gelden als intelligent en betrouwbaar. Maar ze hebben ook nadelen. Het kunnen ook dwangmatige perfectionisten en workaholics zijn. Extreem zorgvuldi-ge mensen worden soms als klein-geestig en saai beschouwd.
Gerand Joling: extraversie
Mijn extraversie-icoon is Gerard Jo-ling. Gerard is spraakzaam, enthou-siast, opgewekt, energiek en socia-bel: precies het soort mens die je op je feestje wilt. Maar bij extraversie horen verrassend genoeg ook een aantal eigenschappen die ik niet zou verwachten bij deze dimensie. Het ligt bijvoorbeeld redelijk voor de hand dat extraverte mensen hoger scoren op inschikkelijkheid en gezel-ligheid dan introverte, maar veel minder ligt het voor de hand dat ex-traversie ook gepaard gaat met een
hoge assertiviteit (ik zou denken dat een lage inschikkelijkheid en een laag neuroticisme samengaan met assertiviteit). Extraversie is de meest bestudeerde dimensie van de Big Five omdat deze makkelijk waarneembaar is bij sociale interac-ties, het soort situaties dat psycholo-gen graag bestuderen.
Nelson Mandela: inschikkelijkheid
Voor een icoon van inschikkelijkheid ga ik terug naar het begin van de jaren negentig. Nelson Mandela, die jarenlang door het apartheidsregime was opgesloten, werd de eerste zwarte President van Zuid Afrika. Hij was het die direct daarna een grote verzoeningsactie op touw zet-te en mensen die onder het Apart-heidsregime misdaden hadden be-gaan de kans gaf om berouw te to-nen. Hij zette zich er enorm voor in om het vertrouwen tussen de "Blanken" en de "Kleurlingen" te herstellen. Mandela toonde zelfs begrip voor diegene die destijds ver-antwoordelijk waren voor zijn jaren-lange opsluiting. Hij is een goede vertegenwoordiger van de positieve rol van inschikkelijkheid omdat hij de belichaming is van generositeit, compassie, warmte en vriendelijk-heid. Bij inschikkelijkheid gaat het niet om mensen die over zich heen laten lopen. Het gaat meer over in-termenselijke warmte. Mensen die laag scoren op deze dimensie, ge-ven altijd eerlijk hun mening, recht voor zijn raap en bekommeren zich
weinig om de mening van anderen. Zo’n lage scorer (zo laat hij zich ten-minste op televisie kennen) is bij-voorbeeld Gordon van Holland Got's Talent en Idols, die bekend staat om de wrede manier waarop hij mensen de grond in boort. Als je na een zware week medelijden met jezelf hebt en troost wil van anderen, bel je Gordon zeker niet als eerste.
Neuroticisme
Neuroticisme is een van de eigen-schappen die een wat ongelukkige benaming heeft gekregen. De di-mensie in de Big Five is echter oor-deelsneutraal en veel breder dan wat er in het dagelijks taalgebruik mee wordt bedoeld. Neurotische mensen hebben snel last van stress en vinden het moeilijk om in gespan-nen situaties kalm te blijven. Ze ma-ken zich veel zorgen en malen vaak over wat er moet gebeuren of wat er net is gebeurd. De dimensie geeft denk ik vooral weer hoe snel iemand zich opwindt. Het icoon van de snel opgewonden, altijd zorgelijke figuur is Louis de Funes uit de polulaire reeks filmen" Le Gendarmerie" en "Fantomas"uit de jaren zeventig. Aan het andere eind van het neuroti-cisme spectrum bevindt zich ‘Horatio Caine' de teamchef uit CSI Miami. Deze roodharige supervisor van het misdaadlab, is een voorma-lige moordzakendetective en officier van de bommenopruimingsdienst. Hij is zeer beschermend tegenover zijn team en bezorgd over de repu-
— Zorgelijkheid: Hoge scorers denken vaak dat er iets gevaarlijks gaat gebeuren. Ze zijn gespannen, nerveus, schrikachtig. —
Boosheid: Hoge scorers zijn vaak boos. Ze denken al snel dat ze onechtvaardig worden behandeld, koesteren wrok en zijn
bitter als ze het gevoel hebben dat ze worden bedrogen. — Depressie: Hoge scorers zijn vaak bedroefd,terneergeslagen en
ontmoedigd. Het ontbreekt hen aan energie en ze hebben moeite initiatieven te ontplooien. — Zelfbewustheid: Hoge scorers
zijn gevoelig voor wat anderen over hen denken. Ze generen zich snel en schamen zich vaak. — Dwangmatigheid: Hoge
scorers hebben moeite om weerstand te bieden aan impulsen en neigingen en zijn vaak meer gericht op pleziertjes en
beloningen voorde korte termijn dan op de consequenties op de lange termijn. — Kwetsbaarheid: Hoge scorers raken bij stress
of onder druk vaak in paniek; verwarring en hulpeloosheid slaan toe.
Neuroticisme
Pagina 10 2013, Nummer 1
Big five en iconen
Actualiteit
den. Zo kan iemand laag scoren op openheid en extraversie, middelma-tig op zorgvuldigheid, en verhou-dings gewijs hoog op inschikkelijk-heid en neuroticisme. Een ander scoort hoog op zorgvuldigheid en extraversie, laag op inschikkelijk-heid en middelmatig op openheid en neuroticisme. Omgezet naar de iconen kun je dan zeggen dat de één veel heeft van Danny Ocean en Gerard Joling en minder van Nelson Mandela maar weer iets meer van van Leonardo Da Vinci en Louis de Funes
Onmisbaar maar niet genoeg Het begrip van de dimensies van de Big Five is onmisbaar om te begrij-pen hoe mensen zijn en om de ver-
schillen tussen hen waar te nemen. Als psycholoog doe je er goed aan om dit waardevolle instrument bij de hand te houden. Maar het was nooit de bedoeling van de onderzoekers die de Big Five ontwikkelden dat de benamingen van de vijf dimensies het hele verhaal zouden vertellen. Om iemand beter te begrijpen, moet je verder gaan dan het niveau van de dimensie, zodat dieper gewortel-de elementen van de persoonlijk-heid kunnen worden ontdekt: drijfve-ren, doelstellingen en behoeften, dromen en wensen, percepties van onszelf als onderdeel van een per-soonlijk verhaal dat lang geleden is begonnen.
tatie van zijn lab. Zijn teamgenoten noemen hem vaak "H." (van Hora-
tio) Hij laat zich nooit uit het veld slaan.
Big Five als matrix
In het kader van dit nummer over persoonlijkheid heb ik de kenmerken van de Big Five afzonderlijk be-schreven. Als ezelsbruggetje heb ik er een Icoon aan gekoppeld. Na-tuurlijk ben je vrij om je eigen Iconen aan de specifieke kenmerken te koppelen zolang je het maar helpt om dit instrument adequaat toe te kunnen passen. Handig om te weten is dat iedereen een score heeft op elk van de vijf kenmerken. Dit bete-kent dat onze Big Five-scores als profiel gepresenteerd kunnen wor-
in het diepste geheim en onder le-vensgevaarlijke omstandigheden. Iedereen moet hier blindelings op elkaar kunnen vertrouwen. Als een teamlid zich niet houdt aan de af-spraken dan kan dat de hele opera-tie in gevaar brengen, en daarmee misschien wel het leven van ande-ren. Het hoeft dan ook geen betoog dat integriteit bij de selectie van de-ze mensen een belangrijk aspect is. Ook in de verdere vorming tijdens de opleiding komt dit thema voortdu-rend terug als kritische succesfactor.
Hoe vertaalt zich integriteit in asses-sment en development naar andere stressgerelateerde beroepen? En hoe kunnen we voor dit aspect een selectie instrument ontwikkelen dat valide en betrouwbaar is en een adequate voorspellende waarde genereert? En, last but not least, op welke wijze kunnen we zorgen dat integriteit ontwikkeld c.q. geconsoli-deerd wordt? Met deze vragen zijn
onze medewerkers aan de slag ge-gaan.
Er zijn wereldwijd diverse onderzoe-ken gedaan bij diverse (stressgerelateerde) beroepen waar-in gekeken is naar bestaande selec-tiemethoden in relatie tot het aantal integriteitschendingen. Gebleken is dat medewerkers zich bij dilemma's nauwelijks laten leiden door regelge-ving of procedures. En alhoewel persoonskenmerken wel meespelen blijken het eigen morele oordeel, de inschatting van wat de omgeving verwacht, het gedrag en attitude van de groep waarin men werkt, en vooral het voorbeeldgedrag van lei-dinggevenden, veel meer invloed te hebben. Zelfs in geval van een duidelijke (ambts-)instructie blijken boven-staande aspecten een grote rol te spelen. Vaak weten overtreders dat er een regel of procedure wordt ge-schonden maar toch kiest men er
In stressgerelateerde beroepen is het integriteitvraagstuk een gevoelig thema. Vaak opereren organisaties uit deze sector in een “publieke eta-lage”. Wanneer één collega in het nieuws komt wegens niet integer handelen wordt vaak de hele organi-satie publiekelijk ‘besmet’. Daar komt bij dat niet integer handelen enorme consequenties kan hebben voor de ‘core business’ van de orga-nisatie. Het belang van integer per-soneel is dan ook evident. Selectie-psychologen discussiëren al gerui-me tijd hoe je integriteit het best kunt meten. Als voormalig medior adviseur psychologisch advies en selectie bij het ministerie van defen-sie was ik ook selecteur bij de NL-special forces en pleit ik voor een nieuw selectie instrument waarin met name integriteit als voorspellen-de factor gemeten wordt.
Special Forces zoals Commandos, Navy Seals, en Mariniers opereren
Integriteit is niet tussen vier muren te meten Hans van Doremalen
Pagina 11 2013, Nummer 1
Integriteit is niet tussen vier muren te meten
bewust voor deze regels te overtre-den vanwege een vermeend 'hoger doel' of het gepercipieerde gedrag van anderen.
De organisatie zelf kan veel maatre-gelen nemen om oninteger gedrag te beperken, echter, zoals eerder aangegeven, spelen de eigen nor-men en waarden een cruciale rol. Met andere woorden: intrinsieke integriteit wint het van extrinsieke integriteit.
Het valt te beargumenteren dat deze intrinsieke integriteit niet tussen vier muren te meten is. De conventione-le psychologische tests zijn via inter-net gauw te vinden. Op de diverse forums zijn tips te vinden om je goed voor te bereiden op deze tests. We geven meteen toe dat bepaalde ei-genschappen moeilijk te manipule-ren zijn maar het is voor de meeste mensen niet moeilijk om de sociaal wenselijke antwoorden te herken-nen. Ook in het competentie gericht interview is het mogelijk om integer gedrag te simuleren. Juist hier is het risico groot dat zuivere integriteit tegen iemand gaat werken en dat de “competentiegochelaar” de intervie-wer om de tuin leidt.
Niemand is helemaal intrinsiek onin-teger of volledig intrinsiek integer. Het is een soort matrix die een ster-ke relatie vertoont met situatie spe-cifieke factoren en iemands cultuur. Met andere woorden: de mate waar-in iemand in een specifieke situatie integer gedrag zal laten zien hangt sterk af van:
1. de pakkans;
2. de mate waarin een bepaalde handeling 'winst' oplevert;
3. de druk om (on-)integer te hande-len.
Daarnaast is integriteit cultureel af-hankelijk. Specifiek gedrag kan in cultuur A als extreem oninteger wor-
den beoordeeld terwijl men in cul-tuur B over ditzelfde gedrag veel milder oordeelt Nu ontbreekt in een regulier asses-sment vaak het samenspel van deze punten. Daarnaast zullen kandida-ten zichzelf niet snel als oninteger naar voren laten komen tijdens een assessment. Om individuele ver-schillen te meten die bepalen in hoeverre de eerder genoemde pun-ten invloed hebben, moesten we dus rekening houden met deze fac-toren.
Onze conclusie luidde dat een meet-instrument met wisselende mate van winst, pakkans en druk, leidt tot een aanvaardbare voorspelbaarheid van iemands integer gedrag.
“Back to basic”
Zo ligt het “geheim” van de selectie-procedures bij de Special Forces onder andere in het opvoeren van de fysieke en mentale druk door kandidaten ‘back to basic’ te bren-gen. Ze worden uit hun “comfort zone” gehaald. Daar krijgen zij op-drachten die in principe niet moeilijk te begrijpen zijn maar wél keuzemo-menten hebben waarbij een beroep wordt gedaan op zijn of haar integri-teit. Naarmate de tijd vordert (en de vermoeidheid toeneemt) zal de kan-didaat meer terugvallen op zijn ka-rakter en steeds minder op zijn be-hoefte de cognitieve dissonantie te beperken.
De Navy Seals ontwikkelde in de jaren zeventig al een zeer effectief instrument om onder andere integri-teit, motivatie en prestatiegericht-heid te meten: kandidaten werden onderworpen aan een streng regiem waarin naast een paar “basic rules” veel onzekerheid werd geschapen over tijdlimiet en mogelijkheden om een bepaald traject te halen. Zo mochten de kandidaten elkaar niet helpen met de last die ze meedroe-gen en werd niet gezegd hoe lang ze over een bepaalde route moch-
ten doen. De afstand was alleen te schatten. Veel kandidaten vielen al af omdat ze dachten via een kortere weg sneller te zijn (ofschoon ze het pad niet mochten verlaten). Deze kortere weg bleek namelijk veel zwaarder en gaf ook geen doorgang naar de oorspronkelijke route.
Bredere context
Met wat aanpassingen kan deze aanpak ook vruchtbaar zijn bij de selectie van mensen in stressgerela-teerde functies. Met name op het fysieke vlak moet rekening gehou-den worden met iemands basiscon-ditie. Daarnaast is veiligheid een cruciale factor bij ieder assessment. Kandidaten mogen wel worden blootgesteld aan gevaar maar het mag nooit echt gevaarlijk zijn. Deze synthese van zoveel mogelijk bena-deren van ‘real life events’ en bor-ging van veiligheid blijkt voor vele conventionele assessmentbureau’s en selectie-instituten echter een brug te ver.
Tuned operational assessment
We zouden mijns inziens eens na kunnen denken over de implementa-tie van een nieuw selectie instru-ment waarmee diverse competen-ties en karaktereigenschappen, zo-als Integriteit, prestatiegerichtheid, durf, communicatie, mensgericht-heid en verantwoordelijkheidsbesef te meten zijn: Tuned Operational Assessment.
Nieuw aan dit assessment is dat het afgestemd is op de specifieke wen-sen van de klant met het doel om het criterium (bijvoorbeeld integriteit) rechtstreeks te meten.
Kandidaten werken in dit asses-sment aan complexe en relevante taken die equivalent zijn aan de dy-namiek van de operaties die in hun beoogd beroep voorkomen. Hierbij gebruiken de kandidaten hun men-tale en fysieke competenties voor het oplossen van realistische com-
Pagina 12 2013, Nummer 1
Integriteit is niet tussen vier muren te meten
plexe problemen, en komen zij voor dilemma’s te staan waarin diverse gradaties van intrinsieke integriteit worden gemeten. Een grote ver-scheidenheid aan modules is nodig zodat de integriteit, alsmede andere competenties van de kandidaat, be-oordeeld worden vanuit diverse in-valshoeken.
De lezer met een beetje onderne-mingsgeest zou wel eens in de ver-leiding kunnen komen om, na het lezen van dit artikel, hiermee aan de slag te gaan. Mix wat psychologen
met een survivalclub en voilá, we gaan dit gat in de markt exploiteren. Toch is een valide en betrouwbaar assessment ontwerpen en vervol-gens in de praktijk brengen niet zo simpel als het lijkt. Het is een hele kunst om een draaiboek te ontwik-kelen met stressgerelateerde prak-tijksimulaties die resulteren in rele-vant gedrag. Vervolgens moet dit opgeroepen gedrag adequaat wor-den geïnterpreteerd door observato-ren en selectiepsychologen. Groeps- en individueel gedrag (conformisme) moeten worden on-derscheiden en alleen met een zeer
goed getraind team (waarvan de leden zelf ook beschikken over vol-doende mentale en fysieke basis-conditie) is een juiste vertaling naar competenties mogelijk. Daarin on-derscheidt een goed assessment-centre zich van de rest. Alleen jaren-lange ervaring en perfect teamwork zorgt voor adequate resultaten. Re-sultaten die de klant geven waar hij om vraagt: een valide en betrouwba-re voorspellende factor voor het ge-drag van de medewerker in de prak-tijk .
Hans van Doremalen
Column van een TP student
Alleen maar vaardigheden?
Ik zag wel eens groen van jaloezie wanneer mijn studiegenoten vakken met twee vingers in de neus haal-den, terwijl ik er flink voor moest werken. Vaak was hun interesse voor het vak minimaal en zat ik altijd vooraan in de banken. Het begon aan mij te knagen, wát deed ik toch verkeerd? Lag het aan mijn vaardig-heden of speelde er toch meer? Mijn hele schoolcarrière heb ik weleens jaloezie ervaren, wanneer ben ik er bewust op gaan letten? Tijdens het eerste jaar van de oplei-ding Toegepaste Psychologie kreeg ik te maken met het practicum ‘Test- en Vragenlijstgebruik’. Onder ande-re vaardigheden en persoonlijk-heidskenmerken kwamen hierbij aan het licht. Alsnog maakte ik toen der tijd niet de koppeling tussen per-soonlijkheidskenmerken en studie-succes. Nu, een paar jaar en flink wat kennis verder, weet ik wel be-ter;het hangt niet alleen af van je vaardigheden, ook de persoonlijk-heidskenmerken spelen een grote rol. Als ik aan persoonlijkheidsken-merken denk, bedoel ik de ‘The Big Five’(zie ook artikel De big five en iconen).
Een mooie illustratie van het belang van de juiste synthese is een project van vorig jaar. Dit project was ge-richt op studie-uitval en de per-soonskenmerken. Tijdens het pro-ject kwam naar voren dat consciënti-eusheid de belangrijkste factor is voor het wel of niet stoppen van een studie. Meteen dook ik in mijn test-
uitslagen van het jaar daarvoor. Ook al had ik het wel verwacht, stiekem vond ik het toch jammer dat ik niet heel hoog scoorde op deze factor. Plannen is namelijk niet mijn sterk-ste kant. Zo er is bijvoorbeeld nooit koffiemelk wanneer ik het nodig heb. Daarnaast kwam naar voren dat neuroticisme een negatieve invloed lijkt te hebben op studieprestaties. Ook van dit gegeven werd ik niet gelukkig. Ik kan namelijk best een ‘stresskip’ zijn en ik maak me ook
redelijk snel zorgen. Kortom alle-maal factoren die niet best lijken voor studieprestaties. Wat zijn dan wel factoren of per-soonlijkheidskenmerken die er voor zorgen dat ik nog steeds de studie doe die ik zeer interessant vind? In het artikel “De big five en iconen” wordt gesproken over dieper ge-wortelde elementen van de persoon-lijkheid. Doelstellingen en behoef-ten, dromen en wensen zijn enkele aspecten die naar mijn idee ook ze-ker meespelen in mijn studiepresta-ties. Ondernemingslust, plichtsbesef en wilskracht zijn enkele factoren die mij typeren. Ik denk dat het mijn positieve, doortastende houding is en mijn interesse voor het vak dat mij zover heeft gebracht. Wanneer ik, naar mijn idee, ergens in kan groeien zal ik er ook alles aan doen om dat te realiseren. Nooit meer last van het groene monstertje? Soms, heel soms zal het groene monstertje nog wel eens opsteken, maar dan besef ik weer dat ik andere goede kenmerken heb.
Elsbeth Aalbers
Pagina 13 2013, Nummer 1
TP-er at work
Stel je hebt Voeding & Diëtetiek ge-studeerd en je bent ook nog Toege-past Psycholoog. In welke baan kun je dan terechtkomen? In dit inter-view is aan het woord Eveline van de Waterlaat, accountmanager/diëtiste bij Powerslim Nederland BV.
Eveline, bij wat voor soort organi-
satie werk jij?
Ik werk bij een organisatie die een afslankproduct aanbiedt aan tussen-personen. Het afslankconcept zorgt ervoor dat men snel en gezond af-slankt door middel van hoogwaardi-ge producten en persoonlijke coa-ching. De tussenpersonen aan wie wij ons concept aanbieden zijn para-medici (diëtisten en fysiotherapeu-ten), fitness- en beautycentra. Zij begeleiden vervolgens particulieren volgens ons concept.
Wat is precies jouw taak als ac-
countmanager/diëtist?
Ik ben verantwoordelijk voor het op-starten en onderhouden van contac-ten met de tussenpersonen. Ik train hen op het gebied van het afslank-concept en ik ondersteun hen bij de implementatie van dit concept in hun bedrijf. Daarnaast leer ik hen hoe zij hun klanten het beste kunnen coa-chen.
Waar heb jij je opleiding TP ge-
volgd?
Bij het Da Vinci College in Dor-drecht, afstudeerrichting Coaching en Training.
Wat voor meerwaarde heeft de opleiding Toegepaste Psycholo-
gie in jouw baan?
Bij de volgende aspecten maak ik veel gebruik van dat wat ik geleerd heb tijdens mijn opleiding.
1. Tijdens het werven van mijn eigen klanten.
Ik voer salesgesprekken met mijn eigen klanten. Wat zijn de behoeften van de klant en hoe speel ik daarop in. Het gaat hierbij vooral om het niveau van de communicatie: hoe communiceert iemand? Wat zegt de klant letterlijk en wat bedoelt de klant nu eigenlijk? Klanten zeggen bijvoorbeeld dat ze de prijs belang-rijk vinden, maar eigenlijk bedoelen ze: “de klik was er niet met jou.” Dus gesprekstechnieken, zoals inzicht in de manier van communiceren, zijn belangrijk.
2. Tijdens het begeleiden van mijn klanten, zodat zij hun klanten goed kunnen begeleiden.
Hier komt de psychologie van de mens met betrekking tot eten/voeding bij kijken, maar ook coa-ching en training. Ik coach mijn klan-ten op welke manier zij het beste hun klanten kunnen begeleiden naar gedragsverandering ten aanzien van voeding. Bovendien geef ik mijn klanten ook trainingen op het gebied van voeding en coaching.
Zijn er nog vakken uit je studie
waar je heel gericht wat aan hebt?
Ja, absoluut. Vooral aan het vak coaching en training heb ik veel ge-had. Ik leer bijvoorbeeld de tussen-personen wat het verschil is tussen coachen en adviseren en hoe ze dit in de praktijk kunnen toepassen.
Daarnaast heb ik geleerd hoe je een training opzet, zodat deze het beste aansluit op de behoefte van de doel-groep en hoe je de doelgroep prik-kelt om je training te gaan volgen.
Verder zijn de vakken gesprekstech-nieken en psychologische gespreks-voering belangrijk voor mij geweest. Een van de methodes die bij psy-chologische gespreksvoering aan de orde kwam was “motivational inter-viewing”. Kort gezegd komt het bin-nen deze techniek erop neer dat je oplossingsgericht te werk gaat. Je gaat niet graven in het verleden van je klant, maar je coacht de klant op een positieve manier zelf op zoek te gaan naar de juiste oplossing in zijn situatie.
Bij het vak sociale psychologie leer je o.a. op basis waarvan mensen beslissingen nemen. Emoties spelen bijvoorbeeld een belangrijke rol. Ik help mijn klanten bij het in de markt zetten van het afslankconcept. Hier-bij is het belangrijk om te weten wat mensen drijft om juist wel of geen gebruik te maken van je aanbod. Bijvoorbeeld: waarom reageren mensen wel op de ene advertentie, en niet op de andere? Hoe stel ik mijn advertentie zo op dat men hier-op gaat reageren? Hoe zorg ik voor een klik in een verkoop/kennismakingsgesprek, etc.
Heb je nog tips of opmerkingen voor de Toegepast Psychologen
onder ons?
Ja, ik heb een heel leuk en uitda-gend beroep omdat ik met mensen werk. Ik kan iedere TP’er aanraden te solliciteren naar een beroep als accountmanager, maar let op: je moet wel een commerciële inslag hebben als je dit beroep wilt uitoefe-nen!
Interview
Eveline
Magda Slimmens-Bos
Pagina 14 2013, Nummer 1
Geheimhoudingsplicht geschonden?
Technostress
Reorganisatie of selffulfilling prophecy
Een Ipad, laptop of smartphone van de baas inclusief toegang tot een e-mailaccount. Een leuk, bruikbaar en handig kerstpakket of niet hele-maal? In het nieuws wordt er steeds vaker gesproken over technostress. Een stress die wordt veroorzaakt door de druk om altijd bereikbaar te zijn voor het werk. FNV Bondgeno-ten heeft in samenwerking met de universiteit van Amsterdam onder-zoek gedaan naar technostress. Uit
het onderzoek komt naar voren dat meer dan 20 procent van de werk-nemers hun mobieltje zes keer per dag buiten werktijden om contro-leert. Een kwart controleert hun Ipad, laptop of mobieltje zes keer per uur. Hierdoor is het moeilijker om ‘eigen tijd’ en ‘werktijd’ te onder-scheiden en dit brengt stress en concentratieverlies met zich mee.
Trends & Ontwikkelingen
De bezuinigingen en reorganisaties vliegen om de oren. Landelijk Vere-niging van Vertrouwenspersonen heeft onder haar leden onderzoek gedaan naar sfeer onder de werkne-mers. Uit het onderzoek komt naar voren dat 85% van de werknemers vind dat de angst voor ontslag groeit. Drie kwart van de werkne-mers constateert dat er een verza-kelijking en verharding plaats vindt bij het management. Helaas is er een trend te zien, volgens de voor-
zitter van LVV, in het niet durven te bespreken van eventuele klachten op de werkvloer. Want men is als de dood dat hun functioneren ter dis-cussie zal staan. De selffulfilling prophecy, ofwel een voorspelling die direct of indirect leidt tot het uitkomen van die voor-spelling. Men is bang te vermelden dat ze bijvoorbeeld te veel werk in de schoenen geschoven krijgt. Hier-door krijgen ze hun werk niet op tijd af of met de gewenste resultaten,
wat opgemerkt wordt door de baas. Uit onderzoek van het FNV komt naar voren dat het een verhoogde kans geeft op stress, slapeloosheid en spanningen. De oplossing: opti-mistisch blijven; zoek naar een nieu-we baan; sport de spanningen eruit; en praat met gezin of vrienden over de stress.
supervisie) zou de psycholoog de casus ongevraagd mogen bespre-ken. Wanneer er uitsluitend gege-vens worden besproken die niet te herleiden zijn naar de identiteit van de cliënt. Is dit wel het geval, zal de cliënt er toestemming voor moeten geven. Een casus van een cliënt bespreken is toegestaan, als persoonsgege-vens niet worden besproken. Geen namen, leeftijd en herkenningspun-
In de trein een casus van een cliënt bespreken. Tot hoever kan men gaan? Die discussie ging men aan nadat de website Geen Stijl een ge-sprek van iemand in de trein op in-ternet gezet had. Volgens de beroepscode van het NIP is alle communicatie mogelijk mits derden geen vertrouwelijke ge-gevens, zonder de instemming van de cliënt, te weten komen. Voor in-tervisie (publicaties, onderwijs en
ten die te herleiden zijn naar de cli-ënt. Maar om dit te doen in een pu-bliek vervoermiddel, waar iedereen mee kan luisteren, kan een groter risico mee nemen dat er iemand is die de casus herkent en hiermee de cliënt kan benaderen.
Amber van Es
Amber van Es
Amber van Es
Zo! Dat was me al een tijd niet meer
overkomen; Ik kreeg vandaag onge-
zouten kritiek te verduren: “Wat heb
je nou gedaan? Heb je haar nu al
weer naar boven gebracht?” De
vrouw, een collega die ik amper
kende, keek me hoofdschuddend
aan.
“Eh, ja, eh, ze zei dat ze weer naar
boven wilde…” Sputterde ik nog.
Een doordringende blik in mijn rich-
ting; “Dat doe je toch niet met de
NAH!? (patiënten met Niet-
Aangeboren-Hersenletsel) “Die zeg-
gen toch overal ‘ja’ op!”
Daar stond ik dan. Ik was overdon-
derd. Ik zag haar rollende ogen.
Toen ging ze nog even verder met
haar kritiek op mij tegen een andere
collega. Ik begreep er niets van. Ik
werk ruim een jaar nu als vrijwilliger
bij een zorginstelling voor demente-
rende ouderen en mensen met Niet-
Aangeboren-Hersenletsel, naast
mijn studie Toegepaste Psycholo-
gie. Ik probeer de bewoners zoveel
mogelijk een prettige tijd te geven. Ik
dacht dat ik daar aardig in slaagde,
tot nu toe. Terecht of onterecht; Ik
kon met moeite mijn tranen bedwin-
gen, voelde me machteloos en
boos. Het enige wat ik dacht was:
“Waar heb ik dit aanverdiend?”
Onderzoek Nadat de eerste emotie was gezakt,
ben ik gaan zoeken wat ik zoal kan
vinden over kritiek geven en kritiek
krijgen. Ik ontdek dat kritiek meestal
als negatief wordt uitgelegd. Positie-
ve kritiek wordt meestal positieve
feedback genoemd.
Kritiek en persoonlijkheid Persoonlijkheid is het thema van dit
nummer, dus ik ga op zoek naar de
combinatie “Kritiek en Persoonlijk-
heid”. Hiervoor pak ik de NPV-2 er
bij, die ik als student nog niet zo
lang geleden heb ingevuld. Gezien
de uitslag blijkt het eigenlijk best
mee te vallen met mijn angst voor
kritiek; Ik scoor laag op VE
(verongelijktheid). Scoort men ech-
ter hoog, dan kan dit duiden op “last
hebben van achterdochtigheid, zelfs
vijandigheid, en heeft men over het
algemeen een negative instelling.
Deze persoon levert vaak kritiek op
anderen.”
Volgens de docent zijn psychologen
het minst gelukkig met de combina-
tie van hoge scores op RI, VE en
ZE. (Rigiditeit, Verongelijktheid en
Zelfgenoegzaamheid) omdat deze
combinatie lastig te behandelen is.
Dit komt omdat deze mensen ook
een voorkeur voor vaste gewoonten
hebben, waarvan erg moeilijk vanaf
te wijken, men is vaak zeer gewe-
tensvol en star. Ook is men zeer
intolerant en ongeduldig, en ergert
zich vaak…Als VE heel sterk is, is
men vaak tevreden met zichzelf,
egoïstisch, en niet geïnteresseerd in
problemen van anderen. Het vermo-
gen om zich in de ander in te leven
ontbreekt. Iemand met deze scores
heeft een dogmatische instelling: hij/
zij ervaart meningen die afwijken
van de eigen opvatting (kritiek dus)
als zeer bedreigend. Geen gemak-
kelijke combinatie dus.
Kritiek en wetenschap In een wetenschappelijk stuk van
psycholoog Eveline Crone van de
Universiteit van Leiden vind ik hoe
we in de hersenen kritiek verwerken.
Bij negatieve kritiek reageert het
brein van een achtjarige nauwelijks,
Kritiek?!
Pagina 15 2013, Nummer 1
Column
“De hersenen registeren kritiek
als complexe informatie. Het
doet veel met ons. Niet zo gek
dus dat het niet makkelijk is
om kritiek te krijgen.”
Annette Beuze-Silvester
Pagina 16 2013, Nummer 1
Zoek wat je vindt
Ben je op zoek naar een goed boek
over een bepaald thema? Ben je
zoekende naar een bepaalde
methode? Heb je inspiratie nodig?
Of kan je wel een goed advies
gebruiken?
Heb je een goed thema gevonden
voor een volgende editie? Vind je
een bepaalde trend grappig of
belangrijk, en wil je ons die niet ont-
houden? Of heb je een mening over
een psychologische thema dat je
graag deelt?
positieve kritiek vind ik niet zo snel,
terwijl ik hier wel naar op zoek ben.
Het lijkt niet erg veel te worden ge-
bruikt, behalve dan vertaald als
‘positieve feedback’, zoals ik al eer-
der noemde.” Hoe zou dit nu ko-
men?” vraag ik me af. Als ik mezelf
na ga, voelt het woord ‘kritiek’ ook
als iets negatiefs.
Kritiek volgens anderen Ik ga eens bij mijn vrienden te rade.
Facebook lijkt een uitgelezen manier
om mensen uit te nodigen iets over
kritiek te zeggen. Zo heel veel
‘vrienden’ heb ik niet volgens Face-
maar bij positieve feedback is er wel
veel activiteit. Bij pubers en volwas-
senen is het precies andersom. De
hersenen registeren kritiek als com-
plexe informatie. Het doet veel met
ons. Niet zo gek dus dat het niet
makkelijk is om kritiek te krijgen.
Kritiek in de actualiteit Op internet is er genoeg te vinden
met ‘kritiek’ in de headline, maar het
lijkt wel allemaal om negatieve kri-
tiek te gaan. Kritiek op de Belgische
Koning (alweer?!), kritiek op een
minister (altijd…), een erg foute chi-
rurg (afschuwelijk)… Artikelen over
book-begrippen; een stuk of hon-
derd. Maar ik kreeg slechts enkele
reacties (4), waarbij één prachtige,
welke ik anoniem mag publiceren,
zie box.
Tot zover de fantastische reactie
van mijn facebook vriend. Het staat
een ieder vrij om het op een tegeltje
te zetten.
“Het ligt er ook aan wat de criticus wil meegeven. Als ik kritiek geef, is het opbouwend en dus bedoeld
om de ander te verbeteren. Maar ik kan mij ook voorstellen dat er kritiek gegeven wordt om anderen af
te branden en er zelf dus beter van te worden. Mijn idee is dus dat je aan beide vormen iets hebt: bij de
eerste kun je je zelf verbeteren, bij de tweede weet je wat je aan die ander hebt.
Zelfreflectie helpt je bij het herkennen van de kritiek, waarna je er een mooi plan van aanpak op los
kunt laten. Het mooie van negatieve kritiek is dat je boos, verdrietig, enzovoort mag worden en dus uit
je comfort-zone zal zijn. Dan moet je weten dat een mens het beste leert als die uit zijn comfort-zone is,
dus kun je concluderen dat je er ook beter van wordt. Als laatste wil ik meegeven dat je negatief altijd
kunt omdraaien naar positief, bijvoorbeeld acties uitzetten en lekker proactief te zijn. Denk eens na over
kritiek versus feedback. Het meeste wat je terugkrijgt gaat in feite over de ander en niet over jou!”
Schrijf het ons.
Stuur een mail naar
[email protected] Wij lezen je mail
en nemen de meest intrigerende
mails op in ons
magazine.
Kritiek?!
Mirella Brok
Welk boek is interessant voor ons
werkveld? Welke informatie is be-
langrijk, interessant of vermakelijk?
Dat leest u in de boekbespreking. In
iedere editie van het NBTP Online
Magazine staat een boekbespre-
king. Het boek heeft een samen-
hang met het editiethema.
In deze editie, met het thema per-
soonlijkheid, bespreek ik een boek
dat gaat over de invloed van onze
persoonlijkheid in onze romantische
relaties.
Hoe beïnvloeden onze genen
wat voor partner we aantrekke-
lijk vinden?
Helen Fisher gaat op onderzoek in
de hersenen. Ze wil weten hoe de
hormonen beïnvloeden wat voor
liefdespartner we zijn, en wat voor
liefdespartner we zoeken. “Heeft elk
persoonlijkheidstype voor zaterdag-
avond andere plannen?” Fisher
vindt vier types:
Helen Fisher ontwikkelt een vragen-
lijst met 56 vragen die 39.913 men-
sen invullen. Aan de hand van je
antwoorden deel je jezelf in als een
primair type en een secundair type.
Onduidelijk is van hoeveel mensen
Fisher ook daadwerkelijk het hor-
moonhuishouden heeft gemeten. En
of zij die data gebruikte om te zien
of mensen daadwerkelijk thuishoren
in één van de groepen op basis van
de genen. Volgens de tests van Fis-
her kunnen Onderhandelaars zich
het minst vinden in de uitspraken ‘Ik
ben nuchter’ en ‘Ik vind het belang-
rijk om direct te zijn’. Maar vraag ik
me af komt dat echt door het hoge
oestrogeen? Of komt het door een
verborgen derde variabele?
In hoeverre de persoonlijkheidtrek-
ken door de genen worden veroor-
zaakt, en of de indeling in liefdesty-
pes terecht is of niet, ik vind het ver-
makelijk om te lezen over de ver-
schillende types. Voor mij als inter-
menselijk psycholoog is hoofdstuk
10 het leukste om te lezen. Hierin
bespreekt Fisher de kwaliteiten en
valkuilen tussen iedere match. Ze
beschrijft hoe de types onderling op
elkaar reageren. “…twee Verken-
ners … elkaar intellectueel, fysiek
en emotioneel kunnen uitputten.”
Hiermee biedt de schrijfster alterna-
tieve gedachten voor relatieconflic-
ten. Ik herken de cognitieve thera-
pie, waarin Fisher alternatieve ratio-
nele gedachten beschrijft. Daarmee
zorgt zij voor meer begrip voor de
ander.
Mij interesseerde ook de eeuwenou-
de vraag: Trekken tegenpolen el-
kaar nou wel of niet aan? In de
volksmond, in mijn praktijk, en in
artikelen ben ik tegenstrijdige ant-
woorden tegen gekomen. Fisher is
voor mij de eerste wetenschapper
die een verklaring heeft voor deze
tegenstrijdigheid. Het antwoord ligt
volgens Fisher in de hersenen. Voor
Verkenners en Bouwers geldt dat
gelijke geesten (in dit geval herse-
nen) elkaar aantrekken. Verkenners
vinden elkaar interessant. En Bou-
wers trekken naar elkaar toe. Voor
Regelaars en Onderhandelaars
geldt juist dat tegenpolen elkaar
aantrekken. Dus Regelaars vinden
Onderhandelaars interessant, en
andersom.
Op het laatst wordt de lezer getrak-
teerd op tips uit de natuur;
“Verleiden… gaat om winnen. …
Dacht je dat een pauw bescheiden
is als hij zijn staar(t)veren voor de
ogen van vrouwtjespauwen laat
schitteren?” En heb je ooit gelet op
de overeenkomsten tussen flirtende
katten en flirtende vrouwen? Het is
de moeite van het observeren
waard.
Ben je geïnteresseerd in romanti-
sche relaties? Scan het boek dan
vooral eens door. Je hoeft het boek
niet van kaft tot kaft te lezen. Het
boek heeft een plezierige structuur.
Je kunt gemakkelijk vinden wat jij
interessant vindt voor nu. En ook de
grote bronnenlijst biedt voldoende
inspiratie voor je volgende boek op
dit onderwerp.
Pagina 17 2013, Nummer 1
Boekbespreking
Waarom hij? Waarom zij? - H. Fisher
Verkenners
Bouwers
Onderhandelaars
Regelaars
Bron:
Fisher, H. (2009) Waarom hij.
Waarom zij. Begrijp je
persoonlijkheidstype en vind de
juiste partner.
Amsterdam: Uitgeverij Contact.
Mirella Brok