J. Ontwerp van een juri isch kder DemoZder t....153 10. HET ONSTAAN VAN DE PSYCHIATRIE IN BELGIE J....

11
153 10. HET ONSTAANVANDEPSYCHIATRIEIN BELGIE J. DemoZ .d erenB. Pattyn Ontwerpvaneenjuri .d ischk α der J. DemoZder Reeds onder het Hollands Bewind werden. van overheidswege pog 1gen ondernomen om het lotvan de krankzinnigen te verbeteren. EenKoninklijk Besluitv 1Willeml' op 11 april 1818 bevaleen onderzoek naar de situatie van de krankzinnigenhuizen en de mogelijkheid om in Vlaanderen de gewezen Sint-Bernardusabdij te gebruiken als centrale instelling. Deenqu tehadgeengevolg In1825 werdstaatsraadDeBye met eennieuw onderzoekbelas t. Voor hetverzamelen van de informatie deed hij beroep op de"Vereniging tot Nut van 't Algemeen die zich dan ri htte tot de gouverneurs deze weer tot de lokale besturen en tenslotte tot de directie van de instellingen. De inforrnatie volgde dezelfde weg terug. Het spreekt vanzelf dat nadat ze door zoveel belanghebbendehandenwas geweest ervan dewaarheid nietveelmeer overbleef. De enquete raaktenetals devorigeinvergetelheid. J 7 0 Wat was de situatie bij de Belgische onafhankelijkheid? Een arrest van 23 febru ri 1815 had verordend dat de sequestratie in speciale lstell 1gen bevolen kon worden alleen op grondvan de uitspraak van eenrechtbankvan eersteaanleg opvraagvannabije verwanten ofvan de procureur des konings. Een besluit van het Belgisch Voorlopig Bewind van 9 oktober 1830 hief deze regel op die zoin tegenspraak was methet principe van deindividuele vrijheid. J 7 1 De enige nog1 voege zijnde wet met betrekk 19 tot deze materie was de wet van de Franse wetgevende vergader 19 van 16-24 augustus 1790 die de gemeentebesturen opdracht gaf "tegemoet te komen aan de hinderlijke gebeurtenissen die veroorzaakt kunnen worden door de in vrijheid gelaten krankzinnigen of razenden en door het ronddwalen van boosaardige ofwrede dieren". Deze wet werd vervangen doorar t. 95 van de gemeentewet van 1836: "Het college van burgemeester en

Transcript of J. Ontwerp van een juri isch kder DemoZder t....153 10. HET ONSTAAN VAN DE PSYCHIATRIE IN BELGIE J....

Page 1: J. Ontwerp van een juri isch kder DemoZder t....153 10. HET ONSTAAN VAN DE PSYCHIATRIE IN BELGIE J. DemoZ.d er en B. Pattyn Ontwerp van een juri.d isch k,αder J. DemoZder Reeds

153

10. HET ONSTAAN VAN DE PSYCHIATRIE IN BELGIE

J. DemoZ.der en B. Pattyn

Ontwerp van een juri.disch k,αder

J. DemoZder

Reeds onder het Hollands Bewind werden. van overheidswege pogお1gen ondernomen om het lot van de krankzinnigen te verbeteren. Een Koninklijk Besluit vむ 1Willem l' op 11 april 1818 beval een onderzoek naar de situatie van de krankzinnigenhuizen en de mogelijkheid om in Vlaanderen de gewezen Sint-Bernardusabdij te gebruiken als centrale instelling. De enqu色tehad geen gevolg・In1825 werd staatsraad De Bye met een nieuw onderzoek belast. Voor het verzamelen van de informatie deed hij beroep op de "Vereniging tot Nut van 't Algemeen, die zich dan ri巴htte tot de gouverneurs, deze weer tot de lokale besturen en tenslotte tot de directie van de instellingen. De inforrnatie volgde dezelfde weg terug. Het spreekt vanzelf dat nadat ze door zoveel belanghebbende handen was geweest, er van de waarheid niet veel meer overbleef. De enquete raakte net als de vorige in vergetelheid. J 7 0

Wat was de situatie bij de Belgische onafhankelijkheid? Een arrest van 23 febru乱ri 1815 had verordend dat de sequestratie in speciale おlstellむ1genbevolen kon worden alleen op grond van de uitspraak van een rechtbank van eerste aanleg, op vraag van nabije verwanten of van de procureur des konings. Een besluit van het Belgisch Voorlopig Bewind van 9 oktober 1830 hief deze regel op, die zo in tegenspraak was met het principe van de individuele vrijheid. J 7 1 De enige nog台1voege zijnde wet met betrekk主19 tot deze materie was de wet van de Franse wetgevende vergader註19 van 16-24 augustus 1790 die de gemeentebesturen opdracht gaf "tegemoet te komen aan de hinderlijke gebeurtenissen die veroorzaakt kunnen worden door de in vrijheid gelaten krankzinnigen of razenden en door het ronddwalen van boosaardige of wrede dieren". Deze wet werd vervangen door art. 95 van de gemeentewet van 1836: "Het college van burgemeester en

Page 2: J. Ontwerp van een juri isch kder DemoZder t....153 10. HET ONSTAAN VAN DE PSYCHIATRIE IN BELGIE J. DemoZ.d er en B. Pattyn Ontwerp van een juri.d isch k,αder J. DemoZder Reeds

154

schepenen is belast rnet het verrnijden of hersteUen van kwalijke gebeurtenissen die veroorzaakt kunnen worden door in vrijheid gelaten krankzinnigen. Indien de nood bestaat deze onder te brengen in een hospice, kliniek of huis vむ1bewaring, rnoet hierin voorzien worden door het gemeentebestuur, dat binnen de drie dagen hierover aan de vrederechter of de procureur des koriings rnoet berichten". Maar voor de definitieve plaatsing bleef rnen helernaal a田 1geween op de trage en kostelijke procedure van de interdictie, die alleszins voor rninder ernstige gevallen door de farnilies niet zo vlug werd toegepast. Het gevolg was dat de instellingen bevolkt werden door de ongeneeslijke gevallen, terwijl degenen die hoop boden op genezむ19 niet in de instellingen kwarnen, orndat rnen de interdictie ontzag. In afwacht註19bleef de zieke in kwestie vaal王 lange tijd opgesloten お1 een gevangenis. 3 7 2

Onmiddellijk na de onafh四 kelijkheid werd Ducp岳tiauxbenoernd tot inspecteur-generaal van de gevangenissen en weldadigheidsinstellingen. We rnoeten beslist 、wat langer stilstaan bij deze grote persoonlijkheid. 3 7 3

Edouard Ducp邑tiaux werd geboren op 29 juni 1804. Zijn vader en grootvader waren notabelen van de stad Brussel, zijn rnoeder, voor wie h巧 een diepe verering had, was afkornstig van Gent. Edouard bezocht de universiteiten van Luik, Leiden en Gent eri was reeds advocaat op 21-jarige leeftijd. Ducp岳tiaux was een echte liberaal, hoewel h可 zichnooit vijandig toonde tegenover de Kerk: hij was unionist, en een fervente nationalist圃 Alsjonge advocaat werkte h訂 inde oppositiepers. Een protest in "Le Courrier des Pays-Bas" tegen de uitwijzing van twee journalisten, kostte hem een proces en opsluiting wegens excitatie. Ducp岳tiauxhad een enorrn aandeel in de revolutie. Hij zou als eerste de Belgische vlag uitgehangen hebben en ermee rondgetrokken door de straten vむ 1 Brussel. Hij werd de organisator en voorzitter van de "Reunion Centrale". In die hoedanigheid ging hij op 22 september 1830 op zijn eentje naar prins Frederil王 toe om te onderhandelen. Frederik weigerde hem te ontvangen, behandelde hern als rebel en liet hem 's nachts naar de kazematten van Antwerpen voeren. Veertien dagen hield men hern vast terwijl men. hern zijn executie voorspelde. In vrijheid gesteld na de nederlaag van de Hollanders, keerde hij terug naar Brussel, en als man van orde en actie en bovendien ontzettend populair,γervulde hij belangrijke rnissies in de provincie. Op 29 november 1830 werd h訂 dus benoemd tot むlspecteur-generaal van de gevangenissen en weldadigheidsinstellingen, functie die hij zou blijven bekleden tot 1859.

Ducp岳tiauxhad een veel hogere post kunnen bekleden in 's lands bestuur, maar h訂 waseen zeer actieve en gemotiveerde filantroop. Er is geen enkel sociaal probleem van die tijd waarover h可nietgeschreven heeft, dat hij niet rnet behulp van alle bereikbare Europese literatuur heeft bestudeerd. Hij bouwde het Belgische penitentiair systeem uit, stichtte heropvoedingsscholen, o. a. Ruiselede, waar hij z~er trots op was, voerde het cellulaire systeem in en liet religieuzen werken in de gevangenissen.

155

Reeds in 1831 houdt de Belgische regering zich bezig rnet de noodzaak orn de krankzinnigeninstellingen te verbeteren en richt de aandacht van de provinciale besturen en de gerneenten op dit probleern. Ducpetiaux legt een rapport voor aan de rninister van binnenlandse zaken over de situatie v四 dekrankzinnigen. 3 7生 Heteerste hoofdstuk doet een voorstel tot oprichting van grote centrale huizen, het tweede gaat over het onderhoud van de alI岳nes,het derde over de directie en de bewaking en het vierde tenslotte over de oprichting van voorlopige asielen en de sequestratie. Het verslag begint rnet een vurig eerbewijs aan Guislain, van wie Ducp邑tiauxinforrnatie verkregen had, en die in Gent reeds hervorrningen tot stand bracht. Ducpetiaux wijst op de lacune die in de wetgeving bestaat. Orn deze op te vullen dienen zich twee systernen aan: de gerechtelijke tussenkornst en de rnedische tussenkornst. In het tweede geval kan de collocatie adrninistratief geregeld worden door het gerneentebestuur en dient de gerechtelijke autoriteit pas tussen te kornen orn de interdictie uit te spreken (p. 39-40). Het is duidelijk wat de voorkeur van Ducp邑tiauxgeniet, en zijn eerbewijs a,む1Guislain wordt hierrnee geconcretiseerd: "krankzinnigheid is een ziekte en valt dus onder de bevoegdheid van geneesheren en niet van rnagistraten" (p. 40). Sequestratie rnoet mogelijk z巧n zonder interdictie. Men zou als basis de wet kunnen nernen van 1790 die aan de gemeentebesturen de zorg toevertrouwt voor kwalijke gevolgen aangericht door krankzinnigen. Eigenlijk hebben Guislain en Ducp品tiaux reeds in 1832 de wet gemaakt die in 1850 zal gestemd worden. . . De discussie over het project Ducp岳tiauxleidde tot de vraag of de kwestie van de krankzinnigen b訂 wet of reglementair diende te worden geregeld. Het project als zodanig bleef zonder gevolg.

Op 24 december 1833 vraagt Pollenus in de kamer een wet die het regおne van de krankzinnigen regelt. Soudain zegt dat deze in voorbereiding is op het ministerie. De Brouck色re,Pollenus en Lebeau zijn akkoord te erkennen dat deze materie slechts bij wet k田 1geregeld worden. Op 23 december 1834 richt Lebeau, ondertussen als karnerlid, de aandacht van de regering op het probleern van de behoeftige krankzinnigen. De rninister van justitie, Ernst, antwoordt dat een aanzienlijke subsidie toegekend is aan de stad Brussel om een centrale instelling te cre話eren. Zeker is dat de "Soci邑tedes sciences m岳dicaleset naturelles de Bruxelles" in 1834 een wedstrijd uitschrijft voor een plan van eenむlstelling. Deze wedstrijd werd gewonnen door Dr. Bri色rede Boisrnont. 375 Ook Ducp品tiauxblijft bezig. Orn zijn plan te steunen schrijft hij in 1836 Les m日isonsd'aZi岳nesen York. Op zijn aandringen wordt een commissie opgericht, die een plan moet voorstellen om de situatie van de krankzinnigen te verbeteren en de instellingen te hervormen. Zeven van de tien leden van de commissie z巧ngeneesheer. 37 G Voorzitter wordt Guislain, secretaris-verslaggever Ducp岳tiaux.

In februari 1838 richt de minister van justitie een circulaire aan de provinciegoeverneurs. De deputaties en de gerneentebesturen kunnen voortaan beroep doen op subsidies voor het verbeteren van instellingen en het oprichten van voorlopige asielen. 75.000 Frank wordt hiervoor

ー 一一一一一一

Page 3: J. Ontwerp van een juri isch kder DemoZder t....153 10. HET ONSTAAN VAN DE PSYCHIATRIE IN BELGIE J. DemoZ.d er en B. Pattyn Ontwerp van een juri.d isch k,αder J. DemoZder Reeds

156

ieder jaar ter beschikking g'esteld op het budget van justitie. De provincieraden van Henegouwen en Brabant en de commissie van burgerlijke hospitalen te Luik ontwerpen plannen tot verbetering. Elders is er twijfel, aarzeling en zelfs tegenstand tegen de plannen van de minister. En iedere stad wil de zaak naar zich toetrekken. Dendermonde levert plannen voor vergrotむ19, St. -Niklaas voor een vaste inrichting voor sequestratie, Oudenaarde komt af met nieuwe plannen om een instituut op te richten volgens de aanbeveling van de minister. Gent wil een provinciale instelling tot stand brengen. Daarover houdt Guislain in juli 1838 een toespraak voor de provincieraad van Oost-Vlaanderen. 377

Dat er een soort machtsstrijd, minstens concurrentiestrijd aan de gang was toont wellicht ook de relatie van Maes tot de commissie. In haar schoot was台11841 eEm ministeri邑lecommissie voor Hoger Toezicht opgericht. De inspecteurs Guislain, Sauveur, Ducp己tiauxen V町 1Cutsem W isten over Sint-Juliaans, de instelling van Maes in Brugge, weinig goeds te vertellen. Dit、blijkt ook in het rapport dat de commissie in 1842 publiceerde en dat opgesteld was door Ducp邑tiaux,Guislain en Boucquelle 37 B De commissie wil een wetsvoorstel laten aannemen waarin het besluit genomen wordt vier publieke 'instellingen te stichten door de centrale overheid; de kosten voor het onderhoud van de krankzinnigen ten publieke laste te laten komen; en waarin een medisch en administratief personeelsbestand wordt georganiseerd. Hiertegen komt direct reactie van de Brugse kanunnik Maes. 3フ.Rechtstreeks tegen de commissie heeft Maes het wanneer h訂 zegt dat, "zo er hier en daar al enkele partiele verbeteringen werden aangebracht, dit niet het werk is van die grote middelen, "il est facheux de le dire", maar het resultaat van de inspanningen vむ 1enkele liefdadige particulieren"(p. 19). Maes heeft ook kritiek op de Waalse samenstelling van de commissie, en "de al te jonge Boucquelle, die dan nog maar eens per week in Froidmont op bezoek komt"(p. 23). Maar zijn brochure is vooral een protest tegen de medicalisering van de krankzinnigenzorg, waarin Maes het grootste streefdoel van de commissie herkent, want zij klaagt in haar verslag voortdurend over het ontbreken van medische behandeling in de instellingen. Maes pleit voor de morele behandeling, wat hij ondersteunt met een vloed a訂 1literatuur. Religieuzen en priesters zijn, meer dan de medici, geschikt om deze morele behandeling toe te passen: "Het zicht alleen al van een religieus habijt is krachtiger dan het dreigend spektakel van brutale kracht uitgeoefend op de verbeelding van deze wezens. Alleen de godsdie:qst kan er zich op beroemen het werkdadige middel ontdekt te hebben. De moderne geneeskunde heeft het talent zich te omgeven met een verleidelijk apparaat van grote woorden en klinkende uitspraken"(p. 10).

De publicatie heeft Maes uiteむ1delijk meer nadeel dan voordeel bezorgd. Maar ook het werk van de commissie heeft geen onmiddellijk gevolgen. Op 10 januari 1844 pleit Castiau in de kamer voor een radikale hervorming van de instellお1gen voor krankzinnigen. Hij signaleert aan de minister van justitie de conclusies van de commissie, die de kosten van te bouwen instellingen schat op 2,7 miljoen frank圃

Was de minister het rapport toen reeds vergeten? Op 12 jむ 1uari

157

antwoordt minister d'Anethan aan Castiau. Hij verklaart zich akkoord

met diens grote bezorgdheid voor het probleem, maar wil zich niet binden aan het voorstel van de commissie om vier nieuwe instellingen te bouwen. H訂 vindtdat krankzinnigen niet gesequestreerd moeten worden en acht de kolonie van Geel hoger dan die instituten. Wel worden er subsidies gegeven aan de gemeenten, zoals aむ 1 Basel, waar de burgemeester een instelling oprichtte op aanwijzing van Guislain. Na minister d'Anethan neemt Van Volxem het woord en verkl昌artdat hij de commissie in het leven geroepen heeft (!), maar dat ze geen verdere voorst.ellen hebben gedaan omdat ze dachten nooit de benodigde sommen te zullen verkrijgen.

d',Anethan is een vooraanstaand katholiek. Staat h勾, net zoals Maes, weigerachtig tegenover de medicalisering? Alleszお1S staat hij afker'ig, blijkens dezelfde rede in de kamer, tegen de scheiding en klassificatie van de verschillende soorten krankzinnigen, wat Maes gretig citeert. De houding tegenover Geel is trouwens een soort testcase. Medicalisatie gaat samen met hospitalisatie, en het is dan ook niet te verwonderen wat Guislain reeds in 1838 over Geel zegt: "une esp忌ce de colonie d'insens岳s'qui par son aspect extraordinaire a .fourni le sujet d'une admiration que nous sommes loin de partager" (p. 11). Is d'Anethan een medestander van Maes? Is de commissie eerder liberaal? Vragen die moeilijk te beantwoorden zijn.

De kwestie van de krankzinnigen duikt nog enkele keren op, zonder dat er schot in komt. Op 11 december 1844 is er in de kamer een discussie over de krankz註llligenzorg,de bergen van barmhartigheid, enz... Nemen aan de discussie deel: Ory, Roodenbach, De Smet, De Muelenaere en de Theux. d'Anethan, minister van justitie,γerklaart dat hij zich zal bezighouden met de herziening van wetten in verband met deze zaken. Op 8 mei 1845 interpelleert de liberaal Verhaegen de minister over een arbitraire aanhouding van een inwoner van Moorsele onder het voorwendsel van krankzinnigheid. De minister verklaart hierover niets te weten en belooft dat hij in de volgende zittijd van de kamer een wetsontwerp zal indienen over' het regime van de krankzinnig,en. Op 17 november 1846 dient d'Anethan eお1delijk een wetsontwerp in b勾 de kamer, dat de instellingen van krankzinnigen moet reorganiseren. Maar het verdwijnt al even gauw weer in de lade, met de komst van het liberaal ministerie Rogier op 12 augustus 1847, dat het unionistische de Theux vervangt. 1n diezelfde periode ook beg註1Ide kwestie van de weldadigheid een heet hむ 19ijzerte worden

Op 11 januari 1849 vragen Thiefry en A. du Bres in de kamer subsidie aan voor de creatie van een hospitaal te Geel. Er volgt een discussie over het regime van de krankzinnigen en over de middelen om de gemeenten te verplichten hun verantwoordelijkheid in deze zaak na te komen. Nemen aan de discussie deel: Coomans, De Decker, Thi邑fry,Christiaens, de Brouck色re,. de Theux, Toussaint. De minister van justitie, de gematigde liberaal de Haussy, vraagt te wachten tot er een speciale wet komt over dit onderwerp. Misschien heeft deze discussie de zaak toch verhaast. Op 21 april 1849 dient de Haussy zijn wetsontwerp 台1b勾 dekamer. Van Hoorebeke wordt tot rapporteur benoemd. Het

Page 4: J. Ontwerp van een juri isch kder DemoZder t....153 10. HET ONSTAAN VAN DE PSYCHIATRIE IN BELGIE J. DemoZ.d er en B. Pattyn Ontwerp van een juri.d isch k,αder J. DemoZder Reeds

158

rapport wordt gedeponeerd op 22 januari 1850 en de discussie werd geopend op 5 februari.

Na een debat met de Meester, Roodenbach, Thiefry, Cooman, de Brouckere, Lebeau, Julien, Leli色vre,Van Hoorebeke en de Haussy, worden de eerste 17 artikels aangenomen (over de instellingen, de plaatsing en het terugtrekken van krankzinnigen). Leli忌vre doet voorstellen tot amendement van de art. 29-33 over de aanstelling van een curator over geplaatste personen. Op 18 februari wordt de wet met 66 sten羽田n tegen 2 aangenomen. In de senaat, waar d'Anethan rapporteert, wordt een geamendeerde tekst op 18 april met 27 tegen 11 aangenomen. De kamer neemt deze tekst aan met unanimiteit van de 75 leden. Met deze wet, die zich inspireert op de Franse wet van 1838, wordt het plan van de commissie definitief als te radikaal afgewezen.

Men kan zich afvragen hoe het komt dat deze wet zonder slag of stoot werd aangenomen. Mits toelat註19van de overheid kon ieder die dat wilde een instellお19"penen. Er werd voorzienお1inspectie door de overheid, maar het initiatief en het beheer van de instellingen bleef helemaal toevertrouwd aan priv邑instanties. En dat in 1850, terwijl de kwestie van de weldadigheid reeds in 1847 voor hevige spanningen had gezorgd, die onafwendbaar tot de climax en anti-climax van 1857 zouden voeren. De wet op de krankzinnigenzorg had net zo goed een aanleiding kunnen zijn tot liberaal-katholieke twisten als, in hetzelfde decennium, de wet op het middelbaar onderwijs, de rechtspersoonlijkheid van verenigingen en tenslotte de "kloosterwet" van N othomb.

In de wet van 1850 moeten twee elementen onderscheiden worden: het vastleggen van de collocatieprocedure en het plan tot hervorming van de instellingen. De collocatieprocedure maakte de zaak v田 1 de krankzinnigen tot een justitionele kwestie, die bij wet geregeld moest worden. Dit was het eensgezinde oordeel van zowel katholieken als liberalen. Het zou te onderzoeken zijn in hoeverre d'Anethan alleen stond met zijn protest tegen sequestratie en zijn voorkeur voor Geel. Maar alleszins stond in 1850 de noodzaak van sequestratie buiten discussie; alleen de modaliteiten ervan waren aan de orde.

Men kan zich hierover verwonderen. Ook Castel verwondert zich over deze gang van zaken, vanuit de Franse situatie kort na de revolutie. Immers, "de strijd tegen het koninklijk absolutisme uit zich ook in de vernietiging van, de hospitaal-citadellen; de str巧d tegen het religieus obscurantisme zet de liquidatie van de congregaties voorop, die met de koninklijke macht het privileg.e delen om misdadigers, gekken en armen op te sluiten samen met allen die er min of meer vrijwillig waren om hun heil te verwerven. 3 S 0 Het radicale revolutionaire standpunt wilde dan ook de sociale bijstand hervormen op basis van de hulp aan huis. En toch is het lot van de psychiatrie verbonden gebleven aan dat van het asiel. Natuurl巧k kwam er een nieuw element in de zaak: de medicalisatie van de krankzinnigenzorg. Maar "het essentiele in de medi巴alisatievan de krankzinnigheid is niet de relatie arts-zieke, implicatie vむ1secundair belang, maar wel de relatie arts -hospitalisatie". 3 S 1 De eerste zorg van de beginnende psychiatrie

159

bestond in het ontwerpen van een grondplan voor de ideale instelling. Het was de overtuig訂19 van Esquirol en zijn opvolgers dat "een instelling voor krankzinnigen een instrument is voor de genezing・ Inde handen van een geoefende arts, is dit het krachtigste middel tegen de geestesziekte. 3 S 2

Dit situeert ook de Belgische wetgeving. De wet bepaalt de collocatieprocedure en de hervorming van de instellingen. Daarmee blijkt de krankzinnigenzorg iets speciaals te zijn in het geheel van de sociale bijstand. Precies het speciale ervan maakte dat deze materie niet zoals het onderwijs of de kWestie van de weldadigheid in het algemeen, gepolitiseerd werd. Natuurlijk kregen de liberalen met het principe v白 1staatstoezicht en staatstoelatins" voldoen訂19,terwijl de erkenning van het priv岳 initiatief de katholieken bevredig'de gaf die feitelijk de Belgische instellingen in handen hadden. Misschien speelden er ook praktische overwegingen mee (de grote kosten aan de oprichting van staatsgestichten verbonden) en persoonlijke contacten van belangrijke individuen of groepen. Maar dit alles op grond van het speciale karakter van de kwestie van de krankzinnigenzorg. Voor de nieuwe burgerlijke maatschappij waarin katholieken en liberalen elkaar vonden bleef het vanzelfsprekend dat krankzお1nigen gesequestreerd moesten worden en de medici waren gedeeltelijk ook de gezag'sdragers vむ1deze maatschappijordening.

Overigens liet de volledige doorvoering van de wet wel op zich wachten. Inderdaad werden een drietal kleinere instellingen gesloten die teveel te wensen overlieten. Grotere instellingen die niet minder defectueus waren werden geduld omdat men anders geen weg wist met de pati話nten.

Op 1皿ei1851 werd, aansluitend bij de wet, een organiek reglement uitgevaardigd. Een koninklijk besluit van 18 november 1851 richtte een Nationale Commissie voor Hoger Toezicht op. Deze moesten de aanvragen tot autorisatie onderzoeken en door bezoeken in de instellingen de juis訂1eidvan de gegeven inlichtingen nagaan. Leden van de commissie waren Ducpetiaux, Guislain, F. Sauveur en V. Oudart, secretaris. Zoals bij het rapport van 1842 bleekt St.ーJuliaan,de instellむ19 van kanunnik Maes in Brugge, een zwart schaap. De commissie van burgerlijke godshuizen van Brugge had reeds op 18 juni 1850 een aanvraag tot goedkeuring ingediend. Ducp品tiaux,Guislain en Sauveur kwamen op bezoek. Er moesten verbeteringswerken worden uitgevoerd. De voorgeschreven tijdslimiet werd overschreden: op 2 december 1852 was er nog steeds geen nieuw pl出 1. Er werd een gemengde commissie opgericht om de problemen van Sint-Juliaans te bestuderen. In 1857 werden nieuwe plannen voorgelegd. De Nationale Commissie van Hoger Toezicht had nog tien bezwaren. Voor de inrichting van douches en baden werd verwezen naar het voorbeeld van het Guislaininstituut.. .

Op 30 januari 1853 publiceerde de Nationale Commissie een rapport. 3.3 Het wordt in het bureau van de kamer gedeponeerd door Ch. Faiaer; minister van justitie, en komt voor in de zitting vむ11

maart. De commissie bezocht 59 instellingen (waarvan 37 in de steden

Page 5: J. Ontwerp van een juri isch kder DemoZder t....153 10. HET ONSTAAN VAN DE PSYCHIATRIE IN BELGIE J. DemoZ.d er en B. Pattyn Ontwerp van een juri.d isch k,αder J. DemoZder Reeds

160

liggen) . Het aantal kleine instellingen zonder garanties is te groot. Ook zijn de instellingen te ongelijk over het land verspreid. Voeding en gebouwen volstaan niet. De dokter heeft niet de invloed die de belangrijkheid van zijn functie vereist. De comrnissie protesteert dat krankzinnigen, ondanks de wet van 1850, nog steeds gecolloceerd worden in arresthuizen, bij gebrek aむ 1 voorlopige asielen. Een koninklijk besluit van 17 maart geeft aan de controlecommissie de door haar gewenste permanentie. Geregeld publiceren ze in de komende decennia hun rapporten.

Deze rapporten leiden uiteindelijk tot de herziening van de wet in 1873. Enkele lichte wijzigingen werdeIr-aangebracht. Typisch is de versterking van de positie van de arts. Voortaan zou de regering zelf de geneesheren benoemen, op voordracht van de directeur of overste van de gestichten en na aanhoren van het advies van de bestendige deputatie (art. 1, nr. 4). Directe aanleiding tot deze wetswijziging was een schandaal dat zich voorgedaan had in Evere. 3'包 In de nacht van 23 op 24 oktober 1871 had daar een pas opgenomen pa世話nt,lijdend aan religieuze monomanie, twee andere pati邑nten vermoord. Deze feiten werden verborgen gehouden en kwamen pas 7 weken later aan het licht via een anonieme brief aan de procureur des konings. De directeur van de instelling, Van Leeuw, die echter voortvluchtig was, de hoofdgeneesheer Van Holsbeek en zeven anderen werden onder beschuldiging gesteld voor onvrijwillige doodslag, slagen en verwondingen en valsheid in geschriften. Het proces had plaats voor de correctionele rechtbank van Brussel van 11 april tot 11 mei 1872, onder ruime publieke belangstelling 3' 5 Hierbij kwamen allerlei wantoestanden aan het licht, zoals de afwezigheid van 'toezicht, illegale isolatie, medische verwaarlozing, ex-patienten die dienst doen als bewakers, enz. De procureur stelde dat de directeur de patienten slechts behandelde uit winstbejag, en de goed. betalende pati谷nten te lang opgenomen hield. Voorts kloeg hij de gebrekkige controle door de autoriteiten aan, zowel van de 釘lstellむ19 als van de geneesheer. Dit alles leidde er toe de wet van 1850 お1 vraag te stellen, waar de geneesheer de ondergeschikte bleef van. de directeur en dus geen volledige verantwoordelijkheid op zich kon nemen.

Ook over het religieus personeel werd nu gesproken. Dr. Boulanger noemde ze e岳n en al toewijding, maar zag toch gevaren; dat de religieuze congregaties van het gasthuis een klooster zouden maken, argument dat dateert uit de. discussie over de weldadigheid in 1857. Om hieraan te verhelpen werd in het art. 25 van het algemeen en organiek reglement van 1 juni 1874 a阻 de geneesheer het beslissingsrecht toegekend aan welke zieke de vrije en vrijwillige godsdienstuitoefening zorider nadelen kon worden toegelaten. Art. 27 plaatste tevens de bewakers . onder de medische autoriteit voor alles wat tot de medische en hygienische dienst behoorde.

In deze gang van Zaken en de genomen maatregelen proeft. men latente bevoegdheidsconflicten en sluimerende politisatie, die zich in het begin van de 20e eeuw zal doorzetten.

161

De geschiedenis van Geel

B.Pαttyn

Voor de 1ge eeuw

De oorsprong van de verzorging van de krankzinnigen te Geel voert ons terug tot het ver・haalvan de H. Dimpna. De plaats waar dit meisje het leven zou hebben gelaten werd een bedevaartsplaats voor krankzinnigen. 3 8 •

De vita verhaalt hoe een Ierse koning zijn vrouw verloor en daardoor ook alle kracht ontbrak om het leven verder nog zinvol te vinden. Zijn gevolg raadde hem aan een tweede maal te huwen en ze beloofden hem een vrouw te vinden die sprekend op .zijn eerste echtgenote zou lijken. Ze vonden er geen. Alleen de dochter van de koning was als het evenbeeld van haar moeder. Deze prinses was net zoals de koningin christen geworden onder de geestelijke leid訂19 van een zekere Gerebernus.

De vader werd opgezweept door een duivelse begeerte en vroeg zijn dochter de hand. Niet weinig van streek vroeg deze veertig dagen bedenktijd, waarvan zij gebruik maakte om uit Ierland weg te vluchten tot in de streek van Geel. Maar de koning vond zijn dochter en vroeg haar opnieuw de hand. Gerebernus kwam tussenbeide. De koning werd toornig en beval Gerebernus te doden wat terstond gebeurde. De vader probeerde daarna terug de hand van zijn dochter te winnen, eerst zacht en vriendelijk, daarna dreigend en boosaardig・ De prinses had het des te moeilijker nu haar geestelijke leidsman was vermoord, doch ze stemde niet toe. Woedend beval de koning nu ook zijn dochter te doden, maar geen van de dienaren voerde het bevel uit. Toen doodde de vader eigenhandig zijn dochter.

Zeer vroeg al, men schat rond de 8ste eeuw, zou de verering rond de Heilige Dimpna zijn ontstaan. In 1270 werd door de Heer van Geel een kapelanie opgericht spoedig gevolgd door een tweede. In deze tijd moeten dan ook meerdere priesters aan de bedevaartsplaats verbonden zijn geweest aむ1 wie de zorg voor de pelgrims was toevertrouwd. Langzamerhand voltrok zich de specialisatie van Dimpna; waar ze eerst voor een vrij gemengd pelgrimspubliek fungeerde werd ze later meer uitsluitend voor de geesteszieken geraadpleegd. Dit proces voltrok zich in de 15de eeuw. Als verklaring wordt er vaak gezegd dat Dimpna weerstand had weten bieden aan haar vader die door duivelse begeerten was gedreven. Vermits men krankzinnigheid in verband bracht met bezetenheid zou Dimpna snel als ge話igende heilige voor de genezお19beschouwd worden. Is dit een voldoende verklaring? 1n ieder geval werd er een heel ritueel uitgewerkt. Voordat de ziekenkamer er kw包 n,een gebouw vlak tegen de kerk, overnachtten de pelgrims in de kerk. In de loop van de 15de eeuw nam men de ziekenkamer in gebruik. Vanuit deze kamer konden de krankzinnigen de rituelen volgen en

Page 6: J. Ontwerp van een juri isch kder DemoZder t....153 10. HET ONSTAAN VAN DE PSYCHIATRIE IN BELGIE J. DemoZ.d er en B. Pattyn Ontwerp van een juri.d isch k,αder J. DemoZder Reeds

162

verzorging genieten. In 1532 werd er een college van 10 vicarissen gesticht dat 1ater werd omgevormd tot een kapitte1 van kannuniken. Zo ontstond de eerste vorm van georganizeerde opvang binnen een religieuze context. De zieke was door de duive1 bezeten, zijn ziekte werd toegeschreven aan een te zもvakge100f of a1s een straf van God, en alleen een bovennatuur1ijk ingrijpen kon hem redden. In het kader van deze opvattingen worden ons de riten die de krankzinnige moest onderga叩 begrijpelijk.

Allereerst moest de krankzinnige biechten en communiceren. De duive1 moest op deze manier a1 iets van de in bezitgenomen zie1 10ssen. De tweede verp1ichting was dat de zieke drie maa1 rond de kerk moest gaan en drie maal op b10te voeten onder het reliekschrijn van de H. Dimpna moest kruipen. De derde rite was een verplicht verblijf van negen dagen in de ziekenkamer. Dagelijks was er dan een eucharistieviering waarbij de krankzinnigen van het ab1utiewater te drinken kregen, dit is het water waarmee de ke1k gereinigd werd. Gedurende deze negen dal';en hie1d de krankzinnige deze1fde k1eren aan ten teken van boete. Tens10tte moest hij zijn eigen gewicht in koren aan de H. Dimpna schenken om zich vrij te kopen: de krankzinnige was door de riten a.h.w. de lijfeigene van de heilige geworden. Aanvanke-1訂k moest hij dit koren bede1en, later mocht hij het kopen en tens10tte mocht hij zich ook met ge1d vrijkopen.

Zoals op ve1e andere bedevaartsplaatsen werden de ve1e pelgrims ondergebracht bij particulieren. Uit deze gewoonte zou de eerste vorm Vむ 1 thuisverp1eging zijn gegroeid. Niet iedereen kon worden opgenomen in de ziekenkamer en sommigen bleven nog een tijdje in de Gee1se omgeving na hun behandeling. A1 deze mensen kregen onderdak in de huizen van inwoners van Geel en omg.evお19. Rond de 18de eeuw kende Gee1 als centrum voor krankzinnigen een grote bloei. Het is in deze periode dat er voor het eerst ook krankzinnigen naar Geel komen die niet deelnemen aan de r邑ligieuze riten. Verschillende krankzinnigen worden vanaf die tijd gep1aatst dcor de armentafel. Waar de p1aatsお19bij particulieren voorheen door de kanunniken werd geregeld zullen er nu ook plaatsingsagenten, aangesteld door het armenhuis, b司 demensen krankzinnigen onderbrengen. Er ontstond dus naast een religieuze organisatie een meer profane.

De plaatsing door de kanunniken za1 b幻 deFranse bezetting een eind kennen. In juli 1797 worden de openbare religieuze diensten verboden en in september wordt de ziekenkamer ges1oten. Het kapitte1 wordt niet vervangen en van dan af staan enkel de plaatsingsagenten nog in voor een georganizeerde opvang van krankzinnigen.

In vergelijking rnet andere opvangcentra was de behandeling van de krankzinnigen in Gee1 zeer rnenselijk. Er werd de zieke een ruime vrijheid verzekerd. De inwoners van Gee1 waren de geestesgestoorden gewoon geworden, zodanig dat ze niet voortdurend op hun hoede waren orn zich tegen de woedende uitvallen van agressieve pati話nten te bescherrnen.

163

Vanaf de 19de eeuw

In de overgang van het Ancien Regime naar onze tijd vergat men Gee1 verscho1en tussen weide en heide. De religieuze ritue1en werden vijf jaar 1ang onderbroken en werden sindsdien nooit meer met het zelfde succes hervat. In de jaren 1960 schafte men het 1aatste religieuze evenement af, namelijk de processie van de H. Dimpna.

De gezinsverpleging ging echter verder .door. Om haar kosten te drukken sloot de stad Brusse1お1 1803 haar eigen krankzinnigengesticht en zond meer dan 100 patienten naar Geel. Andere steden deden hetzelfde zodat het aantal kostgangers geleidelijk a四 steeg: van 200 in 1800 naar 400 in 1820 en naar meer dan 900 in 1850. Institutionee1 was er enke1 nog de contro1e van de p1aatsingsagenten, aangeste1d door de commissie vむ 1 de burgerlijke godshuizen van de verschillende steden. In de tijd van het Verenigd Koninkrijk en de beginjaren van het onafhankelijke Be1gi邑 kwam er van de overheid weinig initiatief. Door tekort a四 orgむlIsatie en wettelijke verordeningen waren er beslist misbruiken in de behandeling van de krankzinnigen. Of het zo verschikkelijk was als verontwaardigde bezoekers schreven is de vraag. Deze bezoekers hadden vaak een heel andere opvatting over krankzinnigenzorg: het is volop de glorietijd van het psychiatrisch gesticht, waar de more1e behandeling institutionee1 moet toegepast worden. Zij beschouwden dan ook Gee1 meesta1 als een merkwaardig anachronisme: een dorpje waar de bevo1king voor genezing bleef vertrouwen op God en de-natuur. . .

Als Esquiro1 in 1821 Geel bezoekt wijst deze dan ook op de ernsfige wantoestanden: misbruik van ijzeren boeien en andere dwangmidde1en, onvo1doende voeding en 10gement, b勾na totale verkommering van de zieken tussen de onwetende en hebzuchtige boeren en vooral: tota1e afwezigheid van rnedische verzorgお19.

De bezoekers, veelal directeurs van de nieuwe psychiatrische おlstel日ngen,hadden a-priori bezwaren tegen de thuisverp1eging. De psychiatrische pa世話nthoorde per definitie thuis in de zeer regelrnatige vertrekken van het perfect geordende gesti巴ht. Dit verklaart b. v. het verslag van c. Roodenbach dat zich vernietigend uitlaat over de Geelse situatie waar naar z巧n zeggen ongeletterde boeren de zieken _zoveel mogelijk uitbuitten. Er waren misschien wel misbruiken, rnaar daar was waarschijnlijk een gebrek aan organisatie de oorzaak van. De gerneentelijke overheid verdedigde zich tegen de stroom van kritiek door te wijzen op de heilzarne werking van de arbeidstherapie en het econornisch voordee1 van de thuisverp1eg主19. In 1836 neemt ze ze1f de verantwoordelijkheid voor de krankzinnigenzorg inhanden. In 1838 kornt er een reglernent van de gerneente die de situatie enigszins w立

herorganiseren. Zo werd aan vier Geelse geneesheren de zorg voor de krankzinnigen toegewezen. Omdat de werking niet effici話ntgenoeg was stelde de commisie van burgerlijke godshuizen ze1f de arts J. Parigot aan die zich enkel rnoest bezighouden met de verzorging van de geesteszieken.

Page 7: J. Ontwerp van een juri isch kder DemoZder t....153 10. HET ONSTAAN VAN DE PSYCHIATRIE IN BELGIE J. DemoZ.d er en B. Pattyn Ontwerp van een juri.d isch k,αder J. DemoZder Reeds

164

De wet van 1850 ste1de duidelijk norrnen betreffende de behandeling van de krankzinnigen. In Gee1 stootte deze wet op hee1 wat verzet. Op 1 rnei 1851 werd er voor Gee1 een appart reg1ernent opgeste1d dat de rnoda1iteiten v包 1 de adrninistratie en vむ 1 de rnedische zorg bepaa1de. De prむ1Cipesdie in dit reg1ernent werden gehu1digd liggen nog steeds aan de basis van de huidige reg1ernentaire bepa1ingen. Vanaf het rnidden van de 19de eeuw is de ziekenverp1eging rneer en rneer een. aange1egenheid geworden vむ 1 de Be1gische Staat. In Gee1 vreesde rnen deze groter wordende staatsdorninatie. Deze vrees kornt tot uiting in de weigering van de gerneente een subsidie goed te keuren orn de bouw van een infirrnerie te bekostigen. Pas in 1857 kon rnen beginnen aan de bouw erv四 orndat de rninister v叩 justitie besliste het he1ernaa1 op staatskosten te financieren.

De adrninistratie en de rnedische 'diensten werden uitgebouwd en in 1862 kon de infirrnerie in gebruik worden genornen. Men ging strenger eisen stellen aan de kostgevers. Zo kwarn het dat het aantal kostgangers gestadig gù理~ stijgen. Rond 1900 waren er zowat 2000 patienten in de gerneente en dit aantal steeg tot 3736お1 1938. Sindsdien gaat het aanta1 terug achteruit. In de periode van het onderzoek van E. Roosens tussen 1969-1974 zijn er zowat 1363 pa世話nten b訂 1007 kostgevers. Deze daling schrijft rnen toe aan onderbeta1ing vむ 1 het rnedisch personee1 en de rnagere vergoeding voor de kostgevers.

Voor 1900 b1eef rnen het c010niesysteern van Geel a1s een buitenbeentje beschouwen. Pas in 1902 gaat het Geelse verplegingssys-teern rneer erkenning verwerven toen het congres in Antwerpen besloot: "Le congr色日昼rnet 1e voeu que l'assistance farniliale sous toutes ses forrnes soit appliquee dans la plus large rnesure".

Het Geelse systeern blijft tot op heden regelrnatig de belangstel1ing uit het buitenland wekken. Recent was er het grote Colurnbiaonderzoek. Prof. L. Srole van de Colurnbia University (New York) zette The Geel Fαmily Care Research Project op to'J.W, waar ook Leuvense rnedewerkers bij betrokken waren, en dat een goed bee1d geeft van de actuele stand van zaken.

Tijdslijn Geel

8e E Begin van de verering voor de H. Dirnpna

1270 Stichting van twee kape1anie話nwat de aanwezigheid van rneerdere g'lestelijken doet verrnoeden.

15e E H. Dirnpna is nu specifiek de Heilige voor krankzinnigen. Tot hier toe verblijven de pelgrirns in de kerk voor het volbrengen van de riten. Er is een eerste opvang van

pelgrirns door dorpsbewoners.

1458 eerste ziekenkarner

1532 college van tien vicarissen

1562 dit college wordt een kapittel

18e E Hoge bloei van de ziekenkarner en de thuisverpleg註19・N aast de krankzinnigen verbonden aan de St. Dirnpna -kerk zijn er van nu af ook krankzinnigen die er geen band rnee hebben.

1797 De ziekenkarner wordt gesloten; e品nvan de georganiseerde systernen va1t tijdelijk weg

1802 Heropening rnet kortstondige b10ei van de ziekenkarner. De gezinsverpleging neernt een hoge vlucht.

165

1836 De gerneente Geel neernt zelf de verantwoordelijkheid voor de krankzinnigenzorg.

1838 Gerneentelijk reglernent een aanstelling van twee geneesheren.

1850 Wetgeving over de krankzinnigenzorg

1851 Speciale regeling voor Geel

1857 De Minister van Jusitie beslist tot staatsfinanciering van ,

de infirrnerie

1861 De infirrnerie wordt in gebruik genornen.

Page 8: J. Ontwerp van een juri isch kder DemoZder t....153 10. HET ONSTAAN VAN DE PSYCHIATRIE IN BELGIE J. DemoZ.d er en B. Pattyn Ontwerp van een juri.d isch k,αder J. DemoZder Reeds

166

Bibliografie

Geel is dus altijd een apart probleern gebleven binnen de ontwikkeling van de Belgische psychiatrie. Orndat de bibliografische aaIiduidingen elders in dit boek aan Geel onvoldoende recht laten wedervaren, en Geel evenrnin haar plaats vindt binnen de grenzen die aan het repertoriurn gesteld zijn, leek het ons nuttig hier een aparte bibliografie op te nernen. Voor ons eigen project is Geel eveneens een buitenbeentje: we hebben dan ook al deze werken niet kunnen controleren of onvol1edige bibliografische verwijzingen aanvu1len. Ten dienste van andere onderzoekers rneenden we evenwel de gegevens te rnoeten bijhouden die we op het spoor kwarnen.

C. ROODENBACH, Consid岳rationssW' les colonies de fous, Biblio社元queM品dicale,1828.

ESQUIROL, Notice SW' le iVillage de Gheel, 1838.

J. MOREAU de TOURS, Lettres medicales SW' la colonie d'ali岳nes de Gheel (Belgique), Revue Ind邑pendante,1 sept. 1842; Annales Medico-psychologiques 1844.

J. P ARIGOT, Therαpeutique natW'elle de la folie. L'air libre de 1αvie de famille dans la commune de Gheel, Brussel, 1852.

J. DUVAL, Gheel ou une colonie d'alien岳s vivαnt en famille et en libert岳 Etude SW' le meilleW' mode d'αssistance et de trαitement dans les maladies mentales, Parijs, 1860; 2e ed., 1867.

MUNDY, De l'institution des colonies d'ali岳R岳s. Gheel et ses adversaires, Journal de Medecine (Brussel), mei 1860.

Gheel est unαsyle pαtron白1et nullement une colonie, moins encore un etablissement d'ali岳nes,Journal de Medecine (Brussel), aug. 1860.

J. P ARIGOT, De la reforme des αsiles d'alien岳s,1860.

J. BULCKENS, Rαpport SW' l'岳tablissement d'alienes de Gheel. 6e Rapport de la Cornmission Permanente d'Inspection des Etablissernents d'Alienes du Royaurne, Brussel, 1861.

A. DROSTE, Dαs IrrencW'system des collectiven Patronαtsasyles "Gheel und Umgegend" im Regierungs-Bezirke Antwerpen, Osnabruck, 1861.

INGELS, Discussion a propos du patronage fαmiUα1 dαns le traitement de l'iJ.li岳nation mentαle. Analyse du rapport du Dr Bulckens sW '

l'Etαblissement d'ali岳n岳sde Gheel, Bulletin de la Societ品 de J日昼decinede Gand, 1861.

A. C. VAN DER CRUYSSEN, Gheel, de kolonie der krαnkzinnigen, historisch geschetst, Gent, 1861; 2e ed., Antwerpen, 1924.

167

Discussion sW ' Gheel et SW' la colonisαtion des alienes, Journal of Mental Science, 1862.

DUMESNIL, Une visite白 Gheel,1862.

J. FALRET, La colonie d'alienes de Gheel, Parijs, 1862.

Kleiner Kαtechismus uber die Notwendigkeit und Moglichkeit einer radikalen Reform des Irrenwesens (Vom Verfasser der "Gheeler Frage"), Londen, 1864.

WIEDERMEISTER, Was leistet dαss zu Gheel ausgefuhrte System fur die Heilung der Kranken?, Allgem. Zeitschr. fur Psychiatrie,1864.

BROSIUS, Ueber die Irren-kolonie Gheel, Allgem. Zeitschr. fur Psychiatrie, 1865.

von KRAFFT-EBING, Ein Besuch in Gheel, 1866.

H. CRAMER, Gheel und seine Bedeutung fur die Psychiαtrie, Der Irrenfreund, 1868, nr 9 en 10.

A. ERLENMEYER, Die freie Behandlung der Gemuthskrαnken und Irren in "detαchirten Colonien", Neuwied, 1869.

J. PARIGOT, Des asi.les d'alien岳set de Gheel, 1873.

H. CONSCIENCE, Een gekkenwereld, Antwerpen, 1881.

PEETERS, Gheel et le patronage f.四 niliα1. Lettres medicales, Brussel, 1883.

OUDART, Des colonies d'alienes, Gent, 1884.

K. LEBON, De bedevααrder naar Geel, Gent, 1885.

H. TUKE, A propos d'une visite a Gheel, Gent, 1885.

P. MASOIN en F. MEEUS, Notes sW' le Gheel ancien. In: Congr色S

International de l'日ssistance des alienes et speciαlement de leW'

assistaπce familiale, Antwerpen, 1903.

M.P. DUMONT en C.K. ALDRICK, Family Careロftera Thousαnd Yeαrs. A Crisis in the Tradition of St Dympna, American Journal of Psychiatry 119(1962) 116-121.

P. GOMINET, Contribution a l'etude de l'αssistαnce des m日1αdesmentαua en placement froπiZial, Parijs, 1962.

G. HEDEBOUW, Onderzoek naαr de reαctie op zichtbα且rheid vαn de patienten te Geel in functie vαn de houding t.O.V. deviαnt gedrαg.

Page 9: J. Ontwerp van een juri isch kder DemoZder t....153 10. HET ONSTAAN VAN DE PSYCHIATRIE IN BELGIE J. DemoZ.d er en B. Pattyn Ontwerp van een juri.d isch k,αder J. DemoZder Reeds

168

Meting van de houding t. o. v. deviαnt gedrαg, onuitg. lic. diss. psych., K.U.Leuven, 1969.

K. VERAGHTERT, De overheid en de Geelse gezinsverpleging (1660-1860), Annalen van de Belgische Vereniging voor Hospitaalgeschiedenis, 7(1969).

H. EYNIKEL, De uitbreiding en de beoordeling vαn de gezinsverpleging vαn geesteszieken. Uitstraling v日n het Schotse en het Geelse systeem (1850-1970), onuitg. diss. lic. psych., 1971.

K. VERAGHTERT, De Geelse gezinsver-pleging als regionale welzijnsfαctor (1795-1860), Bijdrage tot de geschiedenis 1971, p. 3-30.

L. CAMPS, Gezinsverpleging te Geel (1850-1965). Institutionele, orgαnisαtorische en economische aspecten, onuitg. diss. lic. gesch・z

K.U.Leuven, 1972. 、

K. VERAGHTERT, De krankzinnigenverpleging te Geel (1660-1860), (Jaarboek van de vrijheid en het land van Geel, dl 11), Geel, 1972.

D'HERTEFELT-BRUYNOOGHE, De sociαle structurering vαn de Geelse gezinsverpZegingssituatie vanuit .kostgezinnen en pαti匝nten, Leuven, 1973.

M.H. KOYEN, Gezinsverpleging te GeeZ tot einde 18e eeuw, (Jaarboek V四 devrijheid en het land van Geel, dl 12), Geel, 1973.

F. CUVELIER, De interactie tussen psychiatrisch pαti語nt en Geels pleeggezin, onuitg. diss. doct. psych., K.U.Leuven, 1974. Een g臼stgezin aZs kleine ther、αpeutische gemeenschαp, Tijdschrift voor Psychotherapie 1(1975) 71-79.

D'HERTEFELT-BRUYNOOGHE, Gezinsverpleegpαtronen te Geel. Een sociologisch onderzoek vanuit kostgezinnen en patienten, Leuven, 1975.

F. GELEYNS, Studie van de houding van de famiZieleden vロnpsychiαtrische p日ti長nten die in een instelling verblijven tegenover de Geelse gezinsverpleging!, onuitg. diss. lic. psych., K. U . Leuven, 1975.

G. HEDEBOUW, Houding ten aanZIen vαn GeeZ en GeeZse gezinsverpZeging. Overzicht vαn de onderzoeksresuZtaten vαn het sociαal-psychologisch team vαn het 'GeeZ Family Care Reseαrch Project', Onuitg. rapport, Leuven, 1975.

M.H. KOYEN en M. DE BONT, Geel door de eeuwen heen, Geel, 1975.

K. VERAGHTERT, niet gepubliceerde bijdrage op het "Internationaal Symposium over Gezinsverpleging voor Geesteszieken" op 15-16 rnei 1975 te Geel.

169

L. SROLE, The Geel Fαmily Care Research Project. An Introduction, onuitg., Geel, 1975.

F. GELEYNS, Studie vαn de houding van de familieleden vαn psychiatrische patienten die in een instelling verblij、)en tegenover de Geelse gezinsverpleging, onuitg. diss. lic. psych., K.U.Leuven, 1975.

M. DE BONT, De H. DymphnαIn: Geel, van gisteren tot morgen, 1976, 467-476. Geel. Nαtionαα1 en internαtionaal verplegingsoord, Ibid., 492-507.

F. VLOEMANS, Studie vαn de houding vαn de niet-kostgevers t.α.v. de gezinsverpleging te Geel, onuitg・diss. lic. Psych., K.U.Leuven, 1976.

K. NIJS, Studie van de houding vαn de kostgevers t.α.v. de gezinsverpleging te Geel, onuitg・diss.lic. psych., K.U.Leuven, 1977.

E. ROOSENS, Geel. Een unicum in de psychiatrie. Mentale patienten in de gemeenschap, Antwerpen/ Amsterdam, 1977.

H. VERHOEVEN, Studie van het beZeid vαn psychiatrische instelZingen t.α.v. de gezinsverpleging te Geel, onuitg. lic. verh. Psych., K.U.Leuven, 1977.

Page 10: J. Ontwerp van een juri isch kder DemoZder t....153 10. HET ONSTAAN VAN DE PSYCHIATRIE IN BELGIE J. DemoZ.d er en B. Pattyn Ontwerp van een juri.d isch k,αder J. DemoZder Reeds

De huidige problemen betreffende de relatie tussen lev号nsbe-

schouwing en geestelijke gezondheidszorg worden in dit boek

tegen de bredere achtergrond geplaatst : welke waren de motieven

die het ontstaan hebben gegeven aan de psychiatrie als instituut ?

Na een schets van het ontstaan van de psychiatrie wordthet apart己

van de Belgische situatie ter zake beschreven, waarbij de heel specifieke relaties tussen K巴rk en Staat als belangrijlくefactor worden onderzocht.

Patrick VANDERMEERSCH (Brugge, 1946) is doctor in de wijsbegeerte,

licentiaat in de Godgeleerdheid en psychoanalyticus. Hij is docent ethiek aan

de Faculteit der Godgeleerdheid van de K.U.Leuven. Naast verscheidene artikels over de relatie levensbeschouwing/geestelijke gezondheid, publiceerde de auteur Het gekke verlangen. esychotherapie en ethiek. Antwerpen/Nijme-gen, 1978.

IS8N 9033408252. 一一一一一一一一ー一一一一一一一一

¥jえNDc¥<1¥パEERSCH(ed)

DE ONTSTtj¥f¥jSGESCHIEDENIS VAN DE PSYCHIATRIE

IN BELGIE ALS PAR/~DIGMA

Page 11: J. Ontwerp van een juri isch kder DemoZder t....153 10. HET ONSTAAN VAN DE PSYCHIATRIE IN BELGIE J. DemoZ.d er en B. Pattyn Ontwerp van een juri.d isch k,αder J. DemoZder Reeds

LEVENSBESCHOUWING EN GEESTELIJKE GEZONDHEID - I p調 vandermeersch(ed.)

psychiatrie godsdienst en gezag

uitgeverij acco leuven / amersfoort

Psw 301.188.6

L-B

VAND

84

• Ula且 llla.Ula.

ーー川川川川

0

剛山山由剛山内b

k川川

mm引間

4

Eta-EEL

Eh副町郎副削船町劃劃劃FE

MHHHHHHHHUNHH7'

Tll

nuMU"MU刊日

HMMMrs、

U川川川川山川

4

田悶川川

MO

BHHHHHHNHHH

A川川川相川川山山川

mmp一、

uuuuo

-川

mmmm川川つJV

刊刊MMo

l

-