De lijfstijl editie 01 september 2013

34

description

In ons online magazine "De Lijfstijl" staan de thema's voeding, psychologie en gezondheid centraal.In deze editie vindt u interviews met experts en ervaringsdeskundigen op het gebied van uiterlijk en schoonheid.

Transcript of De lijfstijl editie 01 september 2013

Page 1: De lijfstijl editie 01 september 2013

De LijfstijlDe kunst van het ouder

worden

September|Oktober2013

Psychologie Voeding Gezondheid

Liesbeth Woertmanover de hedendaagse rol van het uiterlijk

Mindfulness:Aandacht voor je eten

“Mijn familie begrijpt mijn eetprobleem niet”.

Gepest!Verpest?

Page 2: De lijfstijl editie 01 september 2013

2Liesbeth Woertman over schoonheid 6

Het levensportretmeneer van den Hengel10

De kunst van het ouder wordenFerdi de Goede &Maryke Tieleman 15

Stoere vrouwen!vrouwelijke bodybuilders19

EetstoornisInterview met Claudia 24

Gepest!Promovendi aan het

woord28Mindfulness

Aandacht voor je eten

De Lijfstijl | Inhoud

Page 3: De lijfstijl editie 01 september 2013

Van de hoofdredacteur

Confucius zei: “Alles heeft zijn schoonheid, alleen ziet Confucius zei: “Alles heeft zijn schoonheid, alleen ziet niet iedereen dat altijd”. In de eerste editie van ‘De Lijfstijl’ willen we laten zien hoe veranderlijk schoon-heidsidealen zijn. Zo vragen we Liesbeth Woertman over de rol van de media in het nastreven van ons schoonheidsideaal. Ferdi de Goede en Maryke Tiele-man spreken we over de kunst van het ouder worden. Waarom wil iedereen namelijk wel oud worden, maar wil niemand oud zijn? Zijn grijze haren en rimpels binnenkort verleden tijd of zal de nadruk op jeugdig-heid de komende tijd afnemen?

Voor een positief zelfbeeld hebben we vooral accep-tatie nodig van anderen, maar wat gebeurt er als anderen ons afwijzen? Voor ‘De Lijfstijl’ spreken we daarom met twee promovendi over de invloed van pesten. Hoe kunnen we pesten voorkomen en wat zijn eigenlijk de gevolgen? Ik ben ontzettend trots dat we al deze deskundigen hebben mogen interviewen over hun vakgebied. Daarnaast was het een bijzondere hun vakgebied. Daarnaast was het een bijzondere ervaring om het persoonlijke verhaal van meneer van den Hengel op te tekenen. Ontzettend ontroerend om te zien hoe hij samen met zijn vrouw nog altijd van het leven geniet, ook al hebben ze de nodige tegenslagen moeten verwerken. Echt stoer vind ik de drie vrouweli-jke bodybuilders. Deze dames weten zich elke dag weer aan hun zware training en voedingsschema’s te houden. Ook al zondigen zij heus ook weleens. Kortom ’De Lijfstijl’ biedt deze editie een brede kijk op schoonheid. Zowel hoe schoonheid vroeger was als hoe schoonheid nu is. Ik wens u heel veel leesplezier en graag tot in december.

Marijke Elzinga

Marijke Elzinga is hoofdre-dacteur van ‘De Lijfstijl’. Bij Lijfstijl, haar eigen praktijk voor voedingspsychologie, behandelt ze kinderen en volwassenen met alledaagse eetproblematiek of eetstoornissen. Voor of eetstoornissen. Voor vragen of suggesties: [email protected]

Van de redacteuren

Renée Welling interviewde Maryke Tieleman en Ferdi de Goede voor "de kunst van het ouder worden".

“Ik sta zelf niet echt stil bij het ‘ouder worden’. Op dit “Ik sta zelf niet echt stil bij het ‘ouder worden’. Op dit moment ben ik druk met mijn studie en werk en probeer ik mij vooral meer te ontwikkelen voor ‘later’. Voor veel mensen is ouder worden echter een strijd en dat kan ik me goed voorstellen. Mede door uiterlijke en fysieke veranderingen gaat de maatschappij op een andere manier naar je kijken: je bent opeens geen jonge vrouw meer maar een oma. bent opeens geen jonge vrouw meer maar een oma. Volgens Maryke Tieleman moet je dat stereotype-beeld soms even verstoren om te laten zien dat het plaatje van het “omaatje” niet klopt. Lastig dat veel dingen op je oude dag niet meer vanzelfsprekend zijn. Door veroudering krijg je toch te maken met verschillende verliessituaties zoals Ferdi de Goede toelichtte in het interview. Vandaar dat ik het ontzet-tend mooi vind om te horen dat ‘Samen Welzijn’ deze struikelpunten bij ouderen kunnen omzetten in acceptatie waardoor er meer ruimte ontstaat om echt van het leven te genieten”!

Claudia Been werkte aan het levensportret van meneer van den Hengel.

“In iedere editie van “De Lijfstijl” zal er een “In iedere editie van “De Lijfstijl” zal er een verhaal verschijnen van iemand die vertelt over zijn of haar leven. Voor deze eerste editie hebben we met het levensportret willen laten zien dat je op oudere leeftijd nog volop in ontwikkeling kan zijn. Voor mij was het een interessante ervaring om aan dit artikel te werken, omdat de levensverhalen van ouderen werken, omdat de levensverhalen van ouderen mij altijd versteld doen staan. Zij hebben vaak zoveel meegemaakt! Ook leer ik van hun verha-len, omdat zij spreken uit veel levenservaring. Dit zorgt er meestal voor dat ik opnieuw geïnspireerd en gemotiveerd raak om mijn leven op een bepaalde manier te leven. Zo heeft meneer Van den Hengel mij eraan herinnerd dat je van iedere dag moet genieten, omdat het leven veel te kort is om ook maar één dag te verspillen”!

Voorwoord | De Lijfstijl

Voorwoord | 1

Page 4: De lijfstijl editie 01 september 2013

Liesbeth Woertman is onderwijsdirecteur psychologie bij de Universiteit Utrecht. In 2007/8 was zij daar docent van het jaar. Als therapeut werkte ze veel met cliënten die negatieve seksuele ervaringen hadden en zichzelf heel erg lelijk vonden. Dit zorgde ervoor dat ze geïntrigeerd raakte door de manier waarop we onszelf waarne-door de manier waarop we onszelf waarne-men. Ze besloot hier onderzoek naar te gaan doen en in 1994 is ze gepromoveerd op het onderwerp lichaamsbeeld. In 2003 verscheen haar boek: ”Moeders Mooiste - De schone schijn van het uiterlijk” en in januari van dit jaar is haar tweede boek ‘’Psychologie van het uiterlijk” verschenen.

DDoor de jaren heen heeft uiterlijk vooral bij vrouwen altijd een belangrijke rol gespeeld. Voor vrouwen kan het uiterlijk een lokmiddel zijn om zichzelf te verzekeren van een goede partner terwijl een aant-rekkelijke vrouw voor mannen vooral status oplev-ert. Tegenwoordig is perfectie het ideealbeeld geworden. Wat doet de voortdurende nadruk op uiterlijke schoonheid met ons zelfbeeld? Wij intervie-wen Liesbeth Woertman voor “De Lijfstijl” naar aanleiding van haar boeken, onderzoek en andere publicaties.

ZelfbeeldNederlandse vrouwen hebben over het algemeen gezien een positief lichaamsbeeld. Met name jongere vrouwen in de puberteit zijn het meest ontevreden over hun lichaamsbeeld. Het zelfbeeld van vrouwen, in tegenstelling tot dat van mannen wordt sterk bepaald door het beeld dat zij van hun eigen uiterlijk hebben.

“Een levend mens, hoe mooi ook, kan niet perfect zijn”.

Door Marijke Elzinga

De Lijfstijl | Interview

2 | Psychologie

Page 5: De lijfstijl editie 01 september 2013

steeds belangrijker geworden bij de vormgeving van de identiteit. De tragiek van de koppeling van uiterlijk aan identiteit is dat het zo'n enorm fragiele identiteit is. Dit komt omdat het uiterlijk aan verandering onder-hevig is. Ieder mens moet leren leven met verander-ing en verlies. Seriële monogamie, dat wil zeggen dat we in de loop van ons leven meerdere relaties hebben, speelt ook een rol bij de wens om aan het schoonheidsideaal te willen voldoen volgens Woert-man. Juist als je elkaar niet kent, speelt uiterlijk een grote rol. Dit omdat de kans bestaat dat we op oudere leeftijd opnieuw de relatiemarkt opgaan om een nieuwe partner te vinden. Mannen op leeftijd hebben bijvoorbeeld een voorkeur voor jongere vrouwen omdat ze als statussymbool dienen. Tegen-woordig hoor je ook steeds de term “Cougar” vallen: Dan gaat het om een oudere vrouw die voor een jongere man gaat maar volgens Woertman lijkt dat beeld in de dagelijkse realiteit nog niet zoveel voor te komen.

Woertman: De koppeling tussen uiterlijk en identiteit is voor vrouwen al een eeuwenlange traditie dat diep is ingebed in het vrouw-zijn. Tot aan de jaren zestig van de vorige eeuw waren veel vrouwen alleen echtgenote en moeder. Vanaf de geboorte stond al vast wat de uiteindelijke bestemming van een jong meisje was, namelijk als echtgenote en moeder. Het uiterlijk was voor vrouwen in deze tijd vooral een uiterlijk was voor vrouwen in deze tijd vooral een lokmiddel om een man aan de haak te slaan en dit idee is nog steeds gangbaar. Iedere vrouw kent wel de ervaring dat zij vooral op haar uiterlijk wordt

De meeste vrouwen zouden bijvoorbeeld wel wat slanker willen zijn, maar dit hoeft niet per se tot ontevredenheid te leiden. De waardering van het uiterlijk komt voornamelijk tot stand komt door ervarin-gen met andere mensen. Als je ouders blij zijn met je en je met een warme blik benaderen dat vormen die ervaringen zich tot de basis van je zelfbeeld. Daarna komen de ervaringen met leeftijdsgenoten. Gepest komen de ervaringen met leeftijdsgenoten. Gepest worden heeft namelijk een negatief invloed op het zich vormende zelf en lichaamsbeeld. Woertman geeft in haar boek aan dat vrouwen zichzelf vroeger vergeleken met het mooiste meisje uit het dorp, maar dat de groep waar we ons nu mee vergelijken is inmiddels wereldomvattend is geworden. Woertman: Het ideaalbeeld is tegenwoordig perfectie geworden, Het ideaalbeeld is tegenwoordig perfectie geworden, een beeld dat op zichzelf niet natuurlijk is, maar bijvoorbeeld is gephotoshopt. Als we een uitspraak over onszelf doen dan vergelijken we ons met deze onnatuurlijk en onrealistische ideaalbeelden die door de media worden gepresenteerd en allemaal bewerkt zijn met photoshop. Dan vinden we onszelf per definitie minder mooi. Een levend mens hoe mooi definitie minder mooi. Een levend mens hoe mooi ook, kan niet perfect zijn. We leven en dus verander-en we.

Media

Volgens Woertman spelen de media een grote rol spelen in het tot stand komen van het schoon-heidsideaal. Reclames in tijdschriften en op tv maken sterk gebruik van gemanipuleerde beelden en prober-en ons te laten geloven dat als we maar die bepaalde crème zouden kopen we er ook zo uit zouden kunnen zien. Omdat we zoveel uren televisie kijken en op internet surfen zien we ongelofelijk veel van die beelden per dag. Door de koppeling van een bepaald product aan schoonheid worden de hele dag voorgelo-gen dat als we de juiste producten kopen we gelukkig en geliefd zullen worden. Maar we worden hooguit eventjes blij van een nieuw product maar kunnen daar nooit gelukkig van worden. Vrouwen die ontevre-den zijn over hun uiterlijk zijn dan ook vaak vrouwen die veel glossy's en beautybladen lezen. Bij mannen wordt het zelfbeeld meer bepaald door status en de maatschappelijke positie die zij innemen.

Identiteit

Grote kaders als religie en ideologie hebben volgens Woertman hun functie verloren als antwoord op vragen als "wie ben ik?" Daardoor is het uiterlijk

“We worden hooguit eventjes blij van een nieuw product maar we kunnen daar nooit gelukkig van worden”.

De Lijfstijl | Interview

Psychologie | 3

Page 6: De lijfstijl editie 01 september 2013

Schoonheid door de jaren heenAls honderd jaar geleden waren vrouwen niet Als honderd jaar geleden waren vrouwen niet tevreden met hun lichaamsbeeld en gebruikten zij allerlei hulpmiddelen om aan het ideale lichaams-beeld te kunnen voldoen. Elke tijd kende zijn eigen schoonheidsideaal wat vrouwen met veel moeite wilde nastreven. Wie mooi wil zijn moet pijn lijden was dan ook letterlijk van toepassing. Hieronder wordt de mode en het lichaamsideaal Hieronder wordt de mode en het lichaamsideaal per tijdsperiode afgebeeld.

Begin 1900: Etalagepop Yvette met haar ronde boezem, slanke taille en een extreem naar voren gekanteld bekken vormde het ideaalbeeld voor veel welgestelde vrouwen. Omdat het figuur van Yvette haast niet zonder hulpmiddelen te bereiken was droegen veel vrouwen een korset met metalen stangen die ze moest helpen dit begeerde figuur te krijgen. Onder het korset werden extra hulpstukken krijgen. Onder het korset werden extra hulpstukken aangebracht om de boezem te kunnen opvullen. Hierdoor was het ademhalen niet gemakkelijk en konden veel vrouwen flauwvallen. Er was zelfs een grotere kans op TBC omdat er zoveel druk op de longen stond. In de jaren 40 was er door de tweede wereldoorlog veel armoede waardoor vrouwen ook buitenhuis gingen werken. Ze droegen hierdoor buitenhuis gingen werken. Ze droegen hierdoor meer praktische kleding. Totdat in 1947 Christian Dior met een nieuwe trend kwam waarbij vrouwen vooral een wespentaille moesten hebben. Dit werd ook wel de new look genoemd. In de jaren 50 kwam hier verandering in toen Marilyn Monroe met haar vrouwelijke vormen het ideaalbeeld werd. Met haar maat 42 en welgevormde borsten en billen was ze maat 42 en welgevormde borsten en billen was ze een enorm stijlicoon voor veel vrouwen. In de jaren 60 kwam hier plotseling verandering in toen Twiggy, een brits supermodel, in de Vogue doorbrak. Ze was klein en mager en had in tegenstelling tot de eerdere rolmodellen zeer smalle heupen en kleine borsten. Het figuur van Twiggy werd een ware hype. In de jaren 70In de jaren 70 werd het lange slanke lichaamsbeeld nog steeds geïdealiseerd. Veel vrouwen ontwik-kelden hierdoor eetproblematiek wat ertoe leidde dat er in deze tijd ook steeds meer aandacht voor eetstoornissen kwam. In de jaren 80 lag er nog altijd een grote nadruk op uiterlijke schoonheid. Iedereen wilde een welgevormd lichaam en fitness werd een nieuwe rage. Tegenwoordig is het strakke, gladde en slanke lichaam het meest gewild. En in plaats van een korset maken veel vrouwen nu gebruik van plastische chirurgie om hun schoon-heidsidealen na te streven.

“Je voelt je vooral mooi als je gelukkig bent”

beoordeeld. Dit zijn taaie mechanismen die niet zomaar veranderen. Volgens Woertman moeten we leren onszelf te waarderen voor andere eigenschappen dan de uiterlijke, dan kunnen we aan de fuik van de schoonheidsmythe ontsnappen. De eigenschappen die we aan onszelf moeten gaan waarderen? Een liefdevol en goed mens zijn voor onszelf en anderen zou ik een fantastische invulling vinden. Hier zou de zou ik een fantastische invulling vinden. Hier zou de media volgens haar ook meer de nadruk op kunnen leggen maar dat ziet Woertman niet snel gebeuren. Tot slot vragen we haar nog of mooie mensen over het algemeen gelukkiger zijn? Woertman: “Wanneer je hele aantrekkelijke mensen met minder aantrekkelijke mensen gaat vergelijken dan wordt dat wel beweerd, maar het merendeel van de mensen beweegt zich qua maar het merendeel van de mensen beweegt zich qua schoonheid daar tussenin. Daarnaast voelt je je vooral mooi als je gelukkig bent! <<<

De Lijfstijl | Interview

4 | Psychologie

Page 7: De lijfstijl editie 01 september 2013

5 | Psychologie Foto: Hilde van Dijk

Page 8: De lijfstijl editie 01 september 2013

De Lijfstijl | Interview

“Ik deed maar wat, want ik kon helemaal

niet dansen”.

BBertus van den Hengel ontmoette zijn vrouw Mien van den Hengel op de dansvloer. Mien wist meteen dat het goed zat met Bertus want hij was in haar kennissenkring al een bek-ende. Miens moeder had alleen nog wel wat bedenkingen omdat ze ervan overtuigd was dat een man bij de marine in elk stadje een ander schatje zou hebben. Inmiddels zijn ander schatje zou hebben. Inmiddels zijn Bertus en Mien al 54 jaar getrouwd en hebben ze twee kinderen. Voor “De Lijfstijl” spreken we hen over hun jeugdherinneringen, hun liefde voor elkaar en hun oude dag.

Naam: Bertus van den HengelLeeftijd: 78Geboorteplaats: ColmschateWoonplaats: DeventerRelatie: 57 jaar, 54 jaar getrouwd met Mien van den HengelAantal kinderen:Aantal kinderen: 2Voormalig beroep: in dienst van de Marine

6 | Levensportret

Ouderlijk gezin

Ik ben geboren op 27 februari 1935 te Colmschate. Ik ben geboren op 27 februari 1935 te Colmschate. Hier ben ik niet opgegroeid, want na een tragisch ongeval, waarbij één van mijn broers kwam te overlij- den, besloot mijn moeder met het gezin te verhuizen naar Deventer. Toen ik vijf jaar was begon de Tweede Wereldoorlog. In mijn jeugd stond dan ook met name de oorlog centraal. Mijn vader zat bij het verzet en daardoor liep het hele gezin gevaar. Ik kan verzet en daardoor liep het hele gezin gevaar. Ik kan me de marcherende Duitsers in de straat nog maar al te goed herinneren. Ik hoop dat niemand dat meer hoeft mee te maken, want zoiets vergeet je nooit meer. Thuis werd er eigenlijk nooit over de oorlog gesproken. Ik praat er tegenwoordig wel steeds meer over met mijn vrouw, dan halen we samen herinnerin-gen op. Maar het een plekje geven, dat zal ons niet meer lukken.

Armoede

Na de oorlog was het niet gemakkelijk om het leven weer op te pakken. Er heerste nog veel armoede. Ik was nog maar een kind en had vrijwel geen speel-goed. In onze tijd hadden we Kippenringen, dat zijn die ringetjes die om de poten van de kippen heen gedraaid werden. We hadden ze in allerlei verschillen-de kleuren en maakten ze dan aan elkaar vast als een soort van slinger. De mensen van tegenwoordig vind ik wel materialistisch, maar ik gun het ze allemaal van harte, als ze er maar voor willen werken! Ik kan me wel ergeren aan de drukte op straat. Omdat er zoveel auto’s rijden dat de kinderen van nu niet meer fatsoenlijk op straat kunnen spelen. Ook gaan mijn vrouw en ik liever niet meer naar ver-

Door Claudia Been en Marijke Elzinga

Page 9: De lijfstijl editie 01 september 2013

jaardagen. Alle jonge mensen houden zich voort-durend bezig met hun mobiele telefoon wat ik onbe-leefd vindt. Ook volgen we de gesprekken niet meer.

Uiterlijk

De mensen zijn tegenwoordig veel meer bezig met hun uiterlijk dan toen ik nog jong was. In de oorlog was je blij als je überhaupt kleren aan had. We ontmoetten elkaar 57 jaar geleden na afloop van een toneelstuk. Ik was gewoon aan het dansen - ik deed eigenlijk maar alsof, want ik kon helemaal niet dansen. Ik vroeg aan Mien: ‘Mag ik je misschien naar huis brengen’? Nou, en dat vond ze goed. Eigenlijk huis brengen’? Nou, en dat vond ze goed. Eigenlijk was ik destijds niet op zoek naar een relatie, ik wilde liever vrij zijn. Maar wat komt, dat komt. Mevrouw van den Hengel: Mijn moeder was het er eerst niet mee eens dat ik met Bertus thuis kwam, omdat hij bij de marine zat. ‘In ieder stadje een ander schatje,’ zei ze. Toch wist ik vanaf het eerste moment dat het goed zat. Sindsdien zijn Bertus en ik onafscheidelijk goed zat. Sindsdien zijn Bertus en ik onafscheidelijk en doen we alles samen. Mensen in onze omgeving beschouwden ons echt als een eenheid. Als we een keer niet samen waren ontbrak er iets.

Oude dag

Meneer van den Hengel: Inmiddels zijn we 54 jaar getrouwd en nog steeds gelukkig met elkaar. We hadden onze oude dag wel wat anders voorgesteld. Mijn vrouw heeft een slechte jeugd gehad met een vader die alcoholist was. Ik zei altijd tegen haar: ‘We gaan ervoor zorgen dat we wel een mooie oude dag hebben, want dat verdien je’! Helaas heeft dat anders uitgepakt nu ze in een rolstoel zit en niks meer zelfuitgepakt nu ze in een rolstoel zit en niks meer zelf

kan. Ook ik ben niet meer goed ter been. We zijn altijd afhankelijk van anderen en dat is vaak erg lastig. Mijn vrouw woont op de verpleegafdeling van het tehuis. Ze heeft een beschadigde onderrug: een stenose. Dat houdt in dat het wervelkanaal is vernau-wd, wat maakt dat ze nu verlamd is vanaf haar borst naar beneden. Vroeger zei mijn vrouw wel eens tegen mij: ‘Op mijn oude dag zal ik me niet snel tegen mij: ‘Op mijn oude dag zal ik me niet snel vervelen, dan kan ik mooi borduren en lezen’. Helaas kan ze nu niks meer met haar armen en handen waardoor ze haar twee hobby’s niet meer kan uitoe-fenen. Dit maakt haar ongelukkig want ze moet nu overal bij geholpen worden. Ik sla bijvoorbeeld haar bladzijden om of laat haar fotoboeken zien van vroeger, maar voor mijzelf gaat dat ook niet meer gemakkelijk. Ik vind het heel erg om haar zo te zien. Ik lijd er meer onder dan dat zij dat doet, dat mag je best weten. Maar ja, we moeten het er maar mee doen. Als je ouder wordt krijg je nou eenmaal proble-men. De hulpmiddelen van tegenwoordig zijn handig, maar het is jammer dat we er steeds vaker gebruik van moeten maken!

mw. van den Hengel

“Mensen in onze om-geving beschouwden ons echt als een eenheid. Als we een keer niet samen waren ont-brak er iets”.

De Lijfstijl | Interview

Levensportret | 7

Page 10: De lijfstijl editie 01 september 2013

Niet klagen

Ondanks onze lichamelijke beperkingen mogen we Ondanks onze lichamelijke beperkingen mogen we niet klagen. Mevrouw van den Hengel: Het eten is hier goed en alles is lekker vers. Meneer van den Hengel: Ook zijn we blij dat we elkaar meerdere malen per dag kunnen opzoeken, ondanks dat we apart wonen. We kletsen altijd wat samen, halen herinneringen op of kijken naar een serie over de dierentuin op Duitse televisiezenders. Soms dierentuin op Duitse televisiezenders. Soms fantaseren we samen dat we naar buiten gaan. Dan gaan we bijvoorbeeld de boodschappen doen en ergens gezellig een gebakje halen. Ik hoop nog wel op een wondertje namelijk als mijn vrouw weer haar handen kan gebruiken. Voor ons zou het namelijk heel veel geluk opleveren als ze weer kan genieten van haar hobby’s.genieten van haar hobby’s.

“Pluk de dag en geniet ervan, want het is zo voorbij”.

Terwijl het einde van het gesprek nadert wordt mevrouw van den Hengel opgehaald door twee verpleegsters en meegenomen naar haar eigen kamer. Meneer van den Hengel smeert voor zichzelf ondertussen wat boterhammen en spreekt af om haar om half 8 weer te bezoe- ken. Terwijl we afscheid nemen vertrouwt meneer van den Hengel ons nog toe dat het meneer van den Hengel ons nog toe dat het maar goed is dat je van tevoren niet weet hoe het leven gaat lopen. Hij drukt ons dan ook op het hart vooral te genieten van het leven. “Pluk de dag en geniet ervan. Maar weet: het is zo voorbij”. Langzaam lopen we naar buiten, nog onder de indruk van dit bijzonder vriendelijke echtpaar dat je heel graag dat wonder zou echtpaar dat je heel graag dat wonder zou willen toewensen waar ze zo op wachten. <<<

dhr. en mw. van den Hengel

De Lijfstijl | Interview

8 | Levensportret

Page 11: De lijfstijl editie 01 september 2013

9 | Levensportret Foto: Hilde van Dijk

Page 12: De lijfstijl editie 01 september 2013

De Lijfstijl | Interview

De kunst ouder wordenvan het

Door Marijke Elzinga

FFerdi de Goede is afgestudeerd in de Arbeids- en Organisatiepsychologie en heeft zich tijdens zijn studie Psychologie gespeciali-seerd in het Job Demands-Resources model, waarbij hij onderzocht hoe je bevlogenheid kunt versterken onder werknemers die in stressvolle situaties functioneren. Hij is hierna eerst een tijd werkzaam geweest als manager eerst een tijd werkzaam geweest als manager op de Rijksuniversiteit Groningen. Hij interess-eerde zich vooral in het arbeidsproces maar miste het cliëntcontact wat in zijn functie als manager een ondergeschikte rol speelde. Hij is zich toen gaan specialiseren op het

10 | Psychologie

gebied van ouderenpsychologie en -coaching. Nu is hij werkzaam als docent op de opleiding Toegepaste Psychologie aan de Saxion Hoge-school in Deventer, waar hij les geeft in onder andere levenslooppsychologie en afstudeeronderzoek begeleidt binnen het thema ouderen. Daarnaast is hij zijn eigen praktijk Samen Welzijn gestart. Met Samen praktijk Samen Welzijn gestart. Met Samen Welzijn richt hij zich specifiek op oudere volwassenen en hun naasten en doet hij onderzoek naar de kwaliteit en duurzaamheid van hun leven. Voor de Lijfstijl spreken we hem over de psychologie van veroudering.

Page 13: De lijfstijl editie 01 september 2013

De oudere volwassene als individu

Ik vind het doodzonde dat we ouderen nog altijd te Ik vind het doodzonde dat we ouderen nog altijd te weinig als individuen zien. We denken bij ouderen nog te vaak aan een bepaalde stereotype groep terwijl je juist bij ouderen zoveel individuele verschil-len kunt zien. In de tijd van Jean Piaget (1896 - 1980) werd er met betrekking tot de menselijke ontwikkeling alleen gekeken naar kinderen en jonge volwassenen. Piaget ging er vanuit dat de menselijke volwassenen. Piaget ging er vanuit dat de menselijke ontwikkeling zich beperkte tot die leeftijdsgroep. Was je volwassen: einde ontwikkeling. Maar in tegenstel-ling tot de klassieke ontwikkelingspsychologie, waarin men dacht dat de ontwikkeling van volwassenen uiteindelijk stopt of zelfs degenereert (in kwaliteit teruglopen, red.) is er nu juist veel bewijs dat ouder-en zich nog veel langer in positieve zin doorontwikke- len. Het is heel belangrijk om aan deze ontwikkeling voldoende aandacht te besteden. Gelukkig komt er nu ook in de psychologie steeds meer aandacht voor.

Samen Welzijn voor Ouderen

Gemiddeld gezien zijn ouderen tevredener met hun leven dan jongeren. Ouderen lopen alleen wel vaker aan tegen situaties die op korte termijn stress en spanning kunnen veroorzaken. Voor deze situaties is het van belang om psychologische steun te kunnen bieden. Veel psychologische modellen tonen aan dat het belangrijk is dat je met voldoening terug kan kijken op een bepaalde levensfase. Erik Erikson kijken op een bepaalde levensfase. Erik Erikson (1902-1994) stelde bijvoorbeeld in zijn theorie dat je pas door kan gaan naar een volgende levensfase als je een eerdere levensfase naar tevredenheid hebt afgesloten. En acceptatie van een levensfase is erg moeilijk als je nog ergens teleurgesteld over bent. Ouderen zijn over het algemeen ook meer bezig met reflectie en terugkijken naar hun leven. Als je dan reflectie en terugkijken naar hun leven. Als je dan dingen tegenkomt waar je teleurgesteld over bent dan kan het moeilijk zijn om berusting te vinden en ten volste te genieten van het leven.

Naasten

Naarmate we ouder worden komen we in verschillen-de levensfasen terecht. Er zijn verschillende stresso- ren (bronnen van stress, red.) te noemen die naar-mate iemand in leeftijd vordert vaker zullen voorkomen, zoals het verlies van een levenspartner, toenemende gezondheidsklachten, afnemende mobi-

“We zien ouderen nog te vaak als een stereotype, terwijl je bij ouderen juist zoveel individuele verschillen kunt zien”.

De Lijfstijl | Interview

Psychologie | 11

Page 14: De lijfstijl editie 01 september 2013

liteit of het verliezen van een productieve dagbeste-ding zoals werk. De manier waarop iemand zich tegen deze stressfactoren wapent verschilt per individu en heeft te maken met hoe we zelf tegen de gebeurtenissen aankijken en hoe we ermee omgaan. Binnen de psychologie staat hoe we omgaan met moeilijke gebeurtenissen ook wel bekend als een copingstijl. Zo is een belangrijke bekend als een copingstijl. Zo is een belangrijke copingstijl bijvoorbeeld het zoeken van sociale steun. Maar je kunt je voorstellen dat het niet altijd gemakkelijk of direct mogelijk is om steun van dierbaren of naasten te vragen wanneer je tegen moeilijke situaties aanloopt. Soms staat iemand te dichtbij en wil je de persoon waarvan je houdt niet met je problemen belasten. Toch gebeurt het vaak met je problemen belasten. Toch gebeurt het vaak dat naasten van ouderen belast worden met zorg-taken, zowel op fysiek als op emotioneel vlak. Laatst sprak ik een vrouw die al meer dan 20 jaar de dagelijkse zorg voor haar vader draagt. Sinds haar moeder overleden is gaat ze dagelijks voor en na haar werk langs haar vader om hem te helpen en emotioneel te steunen. Het valt haar zwaar omdat hij haar verantwoordelijk houdt voor beslissingen die zij voor zijn eigen bestwil heeft genomen. Zo heeft ze door zijn afnemende zicht moeten besluiten zijn rijbewijs af te laten nemen. Ze wordt daardoor geplaagd door schuldgevoelens. In deze situatie zullen er altijd meer factoren een rol spelen. Niet alleen de afnemende onafhankelijk-rol spelen. Niet alleen de afnemende onafhankelijk-heid van haar vader, iets waar hij nog veel van zijn identiteit uithaalde, maar ook rolpatronen spelen hier een cruciale rol. De dochter gaat de ouderrol vervullen, iets wat niet zonder slag of stoot invulling krijgt. Begrijpelijk dat zij daar niet alleen uitkwam en het toont aan hoe belangrijk het is dat er ook aandacht voor de naasten van ouderen is. Dit is overigens maar één voorbeeld. Ook de partner loopt risico om onder druk te komen staan door verzwaarde zorgtaken, denk maar aan de partner van een dementerende oudere. Zo zijn er honderden voorbeelden te noemen.

“Het zoeken van sociale steun is een belangrijke manier om je te wapenen tegen stressfactoren”.

Hond

Omdat de sociale netwerken van ouderen in de loop Omdat de sociale netwerken van ouderen in de loop der jaren vaak alleen maar kleiner worden zal de beschikbaarheid van relaties die in de basale sociale behoeften voorzien ook afnemen. Het contact met een gezelschapsdier is een mogelijke ‘alternatieve’ steun-bron. Uit onderzoek blijkt contact met een gezelschapsdier legio positieve effecten te hebben op ouderen, zoals een lager risico op hartproblematiek, ouderen, zoals een lager risico op hartproblematiek, verminderd medicijngebruik, lagere zorgbehoefte bij dementie en een algemeen hogere ervaren kwaliteit van leven. Helaas hebben ouderen vaak niet meer de mogelijkheden om zelf een huisdier te houden. Onze Welsh Corgi Pembroke die (soms) luistert naar de naam Cooper is daarom regelmatig aanwezig tijdens onze coaching en psychologische gesprekken. Op onze coaching en psychologische gesprekken. Op deze manier zorgen we ervoor dat cliënten zich meteen op hun gemak voelen en creëren we een klein stukje extra geluk in hun leven. Natuurlijk zal niet iedere oudere volwassene hiervoor open staan maar de mogelijkheid is er wel. Zo wandel ik ook graag samen met een cliënt tijdens een gesprek. Haren heeft prachtige parken en veel groen dus met mijn heeft prachtige parken en veel groen dus met mijn praktijk zit ik hier goed. Ook al kom ik tegenwoordig ook graag bij cliënten thuis. Dat is in sommige situaties net even wat gemakkelijker. Het liefste neem ik Cooper dan ook mee, die zit dan naast me op de bijrijderstoel. <<< www.samen-welzijn.nl

De Lijfstijl | Interview

12 | Psychologie

Page 15: De lijfstijl editie 01 september 2013

De Lijfstijl | Interview

Ik ben helemaal niet OUD!Interview met Maryke Tieleman over hoe de

maatschappij veroudering ontkent

Door Renée Welling

Oud worden willen we allemaal, maar niemand wil oud worden gevonden. Naarmate wij ouder worden is de confrontatie met verou-dering in de zin van achteruitgang en aftake-ling steeds duidelijker, maar in de huidige maatschappij is de eeuwige jeugd nog altijd hét ideaalbeeld. Wij spreken hierover met Maryke Tieleman, schrijfster van onder andere de boeken ‘Levensfasen’ en ‘Ontwikke-lingsgerontologie’ en docente ontwikkeling-spsychologie en orthopedagogiek aan Saxion Hogescholen in Deventer.

Eerbied

Volgens Tieleman worden door de huidige maatschap-pij, in vergelijking met vroeger, veroudering en het ouder worden nog teveel ontkend. Jong is tegenwoor-dig de norm en als oudere wijk je daar nu te snel vanaf. “Een aantal decennia geleden werd er minder van oudere mensen verwacht”. Het ‘eerbied voor je grijze haren’ was een item. Wanneer je grijs werd dwong dit respect af. Dit benadrukt dat ouderdom erg tijd- en cultuurafhankelijk is. Sommige mensen van rond de 100 jaar zijn voor onze maatstaven behoorlijk oud, maar kunnen nog jong van geest zijn: ze denken mee, maken zich druk om maatschappelijke dingen en stellen doelen. Denk bijvoorbeeld aan de bevolking van het Japanse eiland Okinawa. De inwoners van dit eiland staan erom bekend het gezondst oud te worden. Ze hebben geen woord voor pensioen en gaan gewoon lekker door woord voor pensioen en gaan gewoon lekker door met werken. Daarnaast blijven ze voortdurend doelen stellen en doen ze aan meditatie om fysiek bezig te blijven.

Jong als ideaal

In deze tijd wordt er door de Westerse maatschappij In deze tijd wordt er door de Westerse maatschappij vaak negatief tegen het verouderingsproces aangekeken. In de reclame zijn de ‘Benidorm Bastards’ misschien een leuke uitzondering, maar als een product in de reclame aangeprezen wordt is het vaak een jonge vrouw die in de bloei van haar leven is. Ook al is het voor een anti-rimpelcrème, ze zullen voor deze reclame geen tachtiger in beeld zullen voor deze reclame geen tachtiger in beeld brengen. Confrontatie met veroudering, in de zin van achteruitgang en aftakeling, wordt in een bepaalde levensfase dan ook telkens duidelijker. Maar dan is het de vraag: wat doe je er mee! Ouder worden heeft dus echt een wisselwerking op het zelfbeeld. Als mensen echt ‘oma’ tegen je gaan zeggen dan betekent dat in onze huidige maatschappij dat je betekent dat in onze huidige maatschappij dat je afgedaan bent. Het idee van ‘die moeten we maar in een hoekje zetten’, wat natuurlijk het risico van een negatief zelfbeeld oplevert. Daar wil je als oudere niet aan voldoen”. Maar ik denk dat het idee dat jong alleen maar ideaal is wel een beetje op zijn retour is door de recente maatschappelijke ontwikke-lingen die gaande zijn.

Permanentje

Je druk maken om je uiterlijk is niet iets wat naar-mate je ouder wordt meer voorkomt, dit zit gewoon in de mens. Er zijn namelijk ook genoeg pubers die zichzelf verschrikkelijk vinden. Ouderen vertellen dan ook vaak dat ze er nu misschien wel minder mooi uitzien, maar dat ze zich juist nu zoveel beter voelen dat toen ze puber waren. De rol die het uiterlijk speelt bij veroudering heeft voor een groot uiterlijk speelt bij veroudering heeft voor een groot deel dan ook met de maatschappij te maken. Bij vrouwen stellen we veel meer eisen aan het uiterlijk en ligt er nog altijd de nadruk op het jong blijven.

Psychologie | 13Tess Evers

Page 16: De lijfstijl editie 01 september 2013

dat is nog niet zo gebruikelijk als bij vrouwen.

Eeuwige jeugd

Het is belangrijk om ieder mens op zijn eigen kwaliteit-Het is belangrijk om ieder mens op zijn eigen kwaliteit-en te beoordelen. Zo kun je een jong iemand beoor-delen op een prachtig uiterlijk en een ouder iemand juist op een ervaringsschat. Elke levensfase heeft zijn waarde en hier zouden we als maatschappij meer naar mogen kijken. Het nastreven van de eeuwige jeugd doet zorgt voor een ontkenning van het normale biologische proces. Dit doet iets met het zelfbeeld van ouderen .Volgens Tieleman is een oud Chinees gezegde dan een mooie les, namelijk:“Wees niet bang om langzaam vooruit te gaan, maar wees bang om stil te staan”.

Acceptatie

Het is belangrijk voor ouderen om acceptatie te aanvaarden bij het toenemen in leeftijd. “Acceptatie dat je aan bepaalde dingen die je graag zou willen veranderen niet meer zo veel kunt doen. Dat is bij elk stukje verlies even een rouwproces. Dezelfde rouw die je kunt ervaren wanneer iemand overlijdt, alleen in dit geval is er niemand overleden maar functioneert je hart bijvoorbeeld minder goed. Dat zijn allemaal je hart bijvoorbeeld minder goed. Dat zijn allemaal dingen waar je even verlies om hebt. De vraag is dan alleen, wat doe je er mee. Je bent namelijk zo oud als je je voelt”! <<<

“Wees niet bang om langzaam vooruit te gaan maar wees bang om stil te staan”.

De Lijfstijl | Interview

14 | Psychologie

Page 17: De lijfstijl editie 01 september 2013

De Lijfstijl | Interview

in the kitchenare madeAbsTekst: Marijke Elzinga | Interviews: Claudia Been en Renée Welling

Tess EversHet was half oktober toen ik besloot om deel te Het was half oktober toen ik besloot om deel te nemen aan de flexcup, dé beginners wedstrijd voor bodybuilders. In die periode trainde ik niet en at ik alles wat ik te pakken kreeg. Daarnaast rookte ik ongeveer 10 sigaretten per dag. Omdat ik met mijn grote mond iedereen al op de hoogte had gesteld dat ik zou meedoen moest ik, om niet voor schut te staan, wel doorgaan. Ik ben 4e van de 14 deelne-staan, wel doorgaan. Ik ben 4e van de 14 deelne-mers geworden. De week erna had ik nog een wedstrijd waarbij ik weer 4e werd. Op dat moment raakte ik verslaafd aan een nieuwe gezonde levenssti-jl maar nog erger aan de kick van het podium. Het leukste aan bodybuilding vind ik dan ook de voort-durende interesse die het bij andere mensen opwekt.

Foto’sHet duurde even voor dat het resultaat van mijn Het duurde even voor dat het resultaat van mijn training duidelijk zichtbaar was. De verandering van je lichaam gaat zo geleidelijk dat je het zelf niet opvalt. Door iedere week een foto te maken zag ik duidelijk verschil en dat werkte enorm motiverend! Broeken zaten te ruim en dat strakke truitje wat ik niet aandurfde kon ik nu weer aan zonder mijn buik de hele dag in te houden. Ondanks dat ik me goed de hele dag in te houden. Ondanks dat ik me goed voelde besef ik dat echte schoonheid van binnen zit, zelfverzekerdheid en een lach zijn het mooiste wat een vrouw kan dragen. Mijn doel is inmiddels de Arnolds Classic, wat één van de grootste wedstrijden binnen de bodybuilding is. Ik train daarom op dit moment 5 keer per week, want met deelname van internationale atleten ligt het niveau een heel stuk internationale atleten ligt het niveau een heel stuk hoger dan in Nederland. Daarnaast doe ik 2 keer in de week een half uur cardio op hoog tempo. Tijdens mijn krachttraining pak ik iedere dag een andere spiergroep. Op donderdag rust ik lekker uit en zondag hou ik altijd vrij voor mijn gezin.

Interviews met vrouwelijke bodybuilders Tess Evers, Bianca Sieberichs en Natasja van Limburg Stirum.

Gezondheid | 15

Tess Evers

Page 18: De lijfstijl editie 01 september 2013

Verplichte patatVoeding is het belangrijkste! “Abs are made in the Voeding is het belangrijkste! “Abs are made in the kitchen”. Je kan uren op de loopband staan, maar als je daarna een pak koekjes opeet krijg je meer calorieën binnen dan dat je hebt verbrand. Elke dag een uurtje trainen is veel gemakkelijker dan een gezond en gebalanceerd eetpatroon. Ik begin mijn dag altijd met een whey shake met havermout. Twee uur later eet ik twee rijstwafels met 50 gram runder-uur later eet ik twee rijstwafels met 50 gram runder-rookvlees of kipfilet. De 3 maaltijden die daarop volgen bestaan op dit moment uit veel groene groente, gecombineerd met kip, witvis, tartaar of biefstuk en daarbij eet ik rijst of pasta. Voor het slapen gaan neem ik nog wat walnoten of amandel-en. Twee keer in de week eet ik verplicht 350 gram patat met biefstuk. De meeste mensen zouden dit al als zondigen zien maar wanneer ik ga zondigen haal ik een McFlurry White, dat is het enige wat ik nog altijd moeilijk kan weerstaan.

MannenwereldAls je echt met ijzers gaat werken sta je als vrouw alleen tussen de mannen. In het begin voelde het vreemd, maar ik wilde laten zien dat ik geen tutje was. Inmiddels sta ik als vrouw met mijn gelakte nagels dezelfde oefeningen te doen als de mannen, maar dan met meer gewicht. Andere vrouwen in deze sport zou ik willen adviseren zichzelf niet te vergeli-jken met anderen, vergelijk jezelf allen met je oude jken met anderen, vergelijk jezelf allen met je oude zelf.

Bianca SieberichsIk heb dertien jaar aan turnen gedaan met als doel Ik heb dertien jaar aan turnen gedaan met als doel om uiteindelijk mee te kunnen doen met de Olympis-che Spelen. Toen ik op mijn veertiende een pees scheurde in mijn schouder viel deze droom in duigen. Na jaren nagedacht te hebben over wat ik nu wilde gaan doen ben ik begonnen met wat fitness. Net als de meeste vrouwen trainde ik mijn buik, benen en billen, want gespierder worden vond ik verschrikkelijk. billen, want gespierder worden vond ik verschrikkelijk. Na vier jaar ging ik mijn hele lichaam pas trainen. Mijn toenmalige coach wist mij na één jaar zo enthou-siast te krijgen dat ik mee ging doen met fitnesswed-strijden. Toen ik eenmaal mee kon doen was ik te gespierd en kwam ik meteen in de bodybuilding klasse terecht. Verschrikkelijk vond ik het, want bodybuilding vond ik maar niets! Ik behaalde in één jaar tijd alle titels in Nederland die ik kon halen. In hetzelfde jaar ging ik mee naar het EK om Nederland te vertegenwoordigen. Nadien ben ik internationaal mee blijven draaien in het Nederlands team. Ik heb 4 jaar geen wedstrijden gedaan, maar in april 2012 ben ik weer begonnen met wedstrijden. Aanstaande 11 oktober doe ik nu mee aan de Arnold Classics in oktober doe ik nu mee aan de Arnold Classics in Madrid, dat is één van mijn doelen voor komend jaar.

VoedingVoeding is één van de belangrijkste dingen in deze sport. Voeding bepaalt je vorderingen, je herstel en je groei. Ter voorbereiding van een wedstrijd ga ik op dieet, omdat ik dan vet moet verliezen. Ik eet dan vooral rijst, kip, crackers, appelstroop, groentes, fruit en magere yoghurt en kwark. Daarnaast neem ik ook eiwitshakes. Eén keer per week eet ik waar ik zin in heb, wij noemen dat een junkdag. Ik eet dan het liefst heb, wij noemen dat een junkdag. Ik eet dan het liefst hamburgers en neem een uitgebreid ontbijt.

MannenwereldJe merkt dat er in deze sport veel vooroordelen zijn. Het is echt een mannensport. Maar er zijn ook mannen die tegen mij op kijken en respect voor mij hebben. Ik hoor vaak dat anderen zoveel spieren bij een vrouw niet mooi vinden. Bij mij valt het gelukkig wel mee, want ik ben geen zwaargewicht. Maar het maakt niet uit of je gespierd bent of dat je wat voller bent, zolang jij je maar goed en gelukkig voelt.bent, zolang jij je maar goed en gelukkig voelt.

“Het gaat erom dat jij je goed voelt in je lijf en dan maakt het niet uit of je gespierd bent of dat je wat voller bent”.

De Lijfstijl | Interview

16 | Gezondheid

Page 19: De lijfstijl editie 01 september 2013

“Gespierder worden vond ik verschrikkelijk”.

Bianca Sieberichs

Natasja van Limburg StirumEen jaar of 7 geleden ben ik net zoals iedereen Een jaar of 7 geleden ben ik net zoals iedereen begonnen met trainen in de sportschool. Ik probeerde de groepsklasjes uit, maar kon het niet bijhouden vanwege mij astma. Ik besloot toen aan krachttraining te gaan doen, niet wetende waar ik echt mee bezig was. In het begin heb je met krachttraining het meeste resultaat dus dan is het makkelijk om gemotiveerd te blijven. Na een tijdje makkelijk om gemotiveerd te blijven. Na een tijdje heb ik daarom een coach gezocht die me kon begeleiden. Om meer te bereiken besloot ik mee te doen aan de eerste 'bikini' bodybuilding wedstri-jden die er in Nederland werden gehouden. Deze zijn met name geschikt voor deelnemers in de lichtgewichtklasse. Het deelnemen aan wedstrijden

zorgt bij mij voor een kick om nog harder te trainen. Ik heb inmiddels een aantal prijzen gewonnen en heb mee kunnen doen met de top. Zo was ik deelnemer aan de 'Arnold classic’ in Columbus, Ohio (VS) wat wordt gezien als één van de meest lucratieve wedstri-jden in de bodybuilding waarmee grote prijzen zijn te winnen, zoals een Hummer of een groot geldbedrag.

LichaamMensen hebben een vreemd idee van bodybuilding, Mensen hebben een vreemd idee van bodybuilding, terwijl de methodes door iedereen in de sportschool gebruikt worden. Dit vind ik jammer om te zien, want wij vrouwen zijn fysiek sterker dan wordt gedacht. Met krachttraining leg ik juist meer nadruk op mijn vrouweli-jke vormen. Ik ben blij met mijn lijf, maar ik ben nog niet waar ik wil zijn. Ik wil ronde vormen op de juiste plaatsen en een mooi atletisch lijf. Wanneer ik wat plaatsen en een mooi atletisch lijf. Wanneer ik wat meer eet en nog geen wedstrijd heb ben ik meer spiermassa aan het opbouwen. Dan doe ik geen cardio meer, maar alleen krachttraining. In voorbereid-ing op een wedstrijd train ik wel zes dagen per week om meer vet te verliezen.

VoedingVoeding is net zo belangrijk als training. Ik hou me nog aan de 'old school' methode van 6 tot 8 kleine maalti-jden per dag die ik door een coach laat samenstellen. Ik geloof niet in het uitsluiten van een voedingsgroep maar eet heel afwisselend. Over het algemeen eet ik dagelijks kip, bief, vis, groenten, havermout en rijst of aardappelen. Buiten het wedstrijdseizoen wijk ik hier één keer per week van af. Ter voorbereiding van een één keer per week van af. Ter voorbereiding van een wedstrijd eet ik minder calorieën en train ik langer en intensiever. Het is erg afzien, dus in zo’n periode zit ik niet graag naast vrienden die lekker een pizza eten. Als ik zondig dan ga ik voor mijn favoriete foute eten: een goede dikke hamburger. En dan van die echte! En pizza's met extra tomatensaus, geitenkaas en uien. Heerlijk! <<<Heerlijk! <<<

De Lijfstijl | Interview

Gezondheid | 17

Page 20: De lijfstijl editie 01 september 2013

“Met kracht-training leg ik juist meer nadruk op mijn vrouwelijke vormen.”

Natasja van Limburg Stirum

De Lijfstijl | Interview

18 | Gezondheid

Page 21: De lijfstijl editie 01 september 2013

De Lijfstijl | Interview

“Diëten heeft bij mij een tegengesteld effect gehad”Door Marijke Elzinga

Een eetstoornis levert vaak onbegrip op. Dit onbegrip kan er indirect voor zorgen dat cliënten zelf moeilijker hun eigen eetstoornis kunnen accepteren. Juist door steun en begrip vindt iemand die gebukt gaat onder een eetstoornis de ruimte om het probleem te accepteren en te verwer- ken. Wij praten hierover met Claudia, een ken. Wij praten hierover met Claudia, een 21-jarige studente, die graag in de Lijfstijl wil vertellen over haar ervaringen met een eetstoornis. Als ik Claudia vraag wat ze met haar verhaal hoopt te bereiken antwoordt ze resoluut: “ik wil het begrij- pelijk maken voor mensen”. Eerder hebben we al besproken hoe lastig het kan zijn om we al besproken hoe lastig het kan zijn om aan andere mensen duidelijk te maken dat een eetprobleem echt een ziekte is. De boodschap van Claudia is dan ook vooral dat een eetstoornis niet om het eten zelf gaat, maar om de reden waarom je eet.

Psychologie | 19

Heb je dat vaak aan andere mensen moeten uitleg-gen?

“Ja best wel veel. Mijn moeder vindt het bijvoorbeeld lastig en begrijpt mijn eetprobleem niet zo goed. Ook voor mijn vriend is het niet gemakkelijk”. Claudia’s ouders zijn gescheiden. Na de scheiding heeft haar moeder tien jaar lang een andere relatie gehad. Claudia vertelt dat ze in die periode wantrouwend is geworden naar anderen en dat ze daardoor soms paranoïde kan zijn. “Als ik even niks van mijn vriend paranoïde kan zijn. “Als ik even niks van mijn vriend hoor word ik al snel boos of ongerust. Door het volgen van therapie heb ik nu kunnen leren dat dit komt door wat ik in mijn verleden heb meegemaakt”.

Hoe was het voor jou toen je moeder uiteindelijk de relatie verbrak?

“Ik was er erg blij mee ook al heeft haar ex-vriend mij ook voor een groot gedeelte opgevoed. Maar je wist bij hem nooit waar je aan toe was. Hij kon zomaar kwaad worden en ik was dan ook voortdurend op mijn hoede. Omdat mijn moeder zelf voor het inkomen moest zorgen zijn we verhuisd. Mijn moeder moest opeens veel werken en ik was dan vaak alleen thuis”.

Page 22: De lijfstijl editie 01 september 2013

Is jouw eetprobleem ten tijde van je jeugd ontstaan of pas nadat je moeder de relatie beëindigde?

“Mijn moeder is ook altijd dik geweest en is ook altijd “Mijn moeder is ook altijd dik geweest en is ook altijd bezig geweest met lijnen. Tot mijn twaalfde heeft mijn moeder mijn eetgedrag binnen de perken gehouden. Mijn moeder besliste namelijk wat ik wel en niet mocht eten. Zoals jij al eerder vertelde over de rol van opvoeding merkte ik ook dat mijn moeder veel met mijn figuur bezig was. Ze wou bijvoorbeeld niet dat ik in bikini ging lopen omdat ze mij te dik vond. Ik dat ik in bikini ging lopen omdat ze mij te dik vond. Ik was toen klein dus ik lette er nog niet heel veel op, maar ik denk dat daar de grondslag heeft gelegen. Veel dingen heb ik ook weggestopt voor mijn gevoel. Maar soms als ik douche komen er ineens weer dingen van vroeger naar boven” .

Maar je pikte het natuurlijk wel op omdat de aandacht er op lag?

“Ja! Toen mijn moeders relatie over was merkte ik “Ja! Toen mijn moeders relatie over was merkte ik dat ik vond dat ze veel met zichzelf bezig was. Ze kon mij toen niet de aandacht geven die ik op dat moment nodig had. Ze moest toen wederom voor het inkomen zorgen dus werkte ze veel en daardoor zat ik vaker alleen thuis”.

Nam je eetstoornis een toeloop in de periode toen Nam je eetstoornis een toeloop in de periode toen je veel alleen thuis was?

“Toen is het inderdaad erger geworden en werd eten “Toen is het inderdaad erger geworden en werd eten echt mijn vriendje. Ik ben iemand die veel compliment-jes nodig heeft en bevestiging. Dat was er nu niet. Mijn moeder is zelf ook niet zo opgevoed, maar ik kreeg daarom zelf wel sterk het gevoel dat mijn moeder niet van me hield. Dat deed ze natuurlijk wel, maar omdat ze niks zei bleef dat gevoel echt bij mij hangen”.hangen”.

Heeft dat ervoor gezorgd dat je ook meer op eten ging richten?

“Ja ik werd daardoor wel obsessiever met eten. Ik heb nooit echt eetbuien gehad waarbij ik hele zakken chips of taart naar binnen werkte, maar had wel echt een voortdurende obsessie met ongezond eten. Zo was ik bijvoorbeeld heel veel bezig met chips. Ik besloot dan de helft van de zak chips op te eten, zodat mijn moeder niet kon zien dat ik van de chips gesnoept had”.gesnoept had”.

Kon je het op een gegeven moment ook echt aanvoelen wanneer je in de verleiding zou komen?

“Nee, ik wist wel dat ik niet gelukkig was, maar ik “Nee, ik wist wel dat ik niet gelukkig was, maar ik wist niet dat ik daardoor meer ging eten. Ik bleef steeds maar lijnen, met succes, maar dan kwam ik vervolgens toch weer aan. Het was voor mij echt een gewoonte geworden en ontstond vooral als ik met bepaalde emoties zat. Toen ik me op een zeker moment, op mijn zestiende, heel erg down voelde verergerde het allemaal. Ik voelde me niet gelukkig verergerde het allemaal. Ik voelde me niet gelukkig en ontdekte in die periode ook nog dat ik biseksueel ben. Het was dus echt een samenloop van omstan-digheden die ervoor zorgde dat ik steeds meer ging eten en aankwam. Ik heb ook nog één jaar in het buitenland gezeten waar ik extra veel ben gaan eten. Ik had het niet door, maar ik voelde me in die tijd gewoon erg alleen”.

Reikte je dan ook uit naar mensen op momenten dat je je alleen voelde?

“Nee. Achteraf gezien heel stom, maar dat deed ik niet. Ik wist ook niet dat ik me zo voelde. Ik voelde me gewoon rot en somber en had een sterk verlang- en naar slecht eten. Ik probeerde wel te sporten, maar dat hielp ook niet echt. Toen ik weer in Neder-land was maakte ik een deal met mijn vader. Als ik 20 kilo zou afvallen dan kreeg ik de helft van mijn rijbewijs. De eerste maanden ging het goed, maar rijbewijs. De eerste maanden ging het goed, maar daarna is mijn eetstoornis echt ontspoord. Ik ontdekte dat het niet gezond was wat ik aan het doen was. Ik wilde al die tijd echt afvallen en deed er erg mijn best voor, maar merkte dat ik er daardoor in mijn hoofd ook teveel mee bezig was”.

Weet je hoe het kwam dat het je, ondanks je wils- kracht, op dat moment niet lukte om verder af te vallen?

“Eten bestond bij mij echt uit twee uitersten. Als ik “Eten bestond bij mij echt uit twee uitersten. Als ik één dag slecht had gegeten kreeg ik mezelf de dag erna niet meer in het gareel. Als het een periode heel goed ging had ik de controle en was ik heel trots op mezelf, maar als ik dan een keer uit eten was dacht ik bij mezelf: ‘dat toetje kan ook nog wel’. Wat de dagen erna weer doorwerkte in mijn voedingspatroon. Na een tijdje merkte ik dan pas weer hoe ongezond Na een tijdje merkte ik dan pas weer hoe ongezond ik de periode daarvoor had gegeten”.

De Lijfstijl | Interview

20 | Psychologie

Page 23: De lijfstijl editie 01 september 2013

Het is echt een patroon waar je in terecht kwam?

“Ja, dat is ook wat ik heb moeten leren veranderen. “Ja, dat is ook wat ik heb moeten leren veranderen. Door middel van therapie heb ik geleerd dat dit me niet lukte door mijn verleden. Zo gaf ik mijn grenzen niet goed aan en was ik teveel bezig met wat andere mensen van me vonden. Dat ging wel een beetje richting sociale fobie (angst voor sociale situaties, red.). Ik was zoveel bezig met of andere mensen mij wel aardig vonden, dan kwam ik ‘s avonds thuis en wel aardig vonden, dan kwam ik ‘s avonds thuis en dan begon ik te eten”.

Dus dat was meer een copingstijl (een strategie om met negatieve gebeurtenissen om te gaan, red.) van je geworden om dingen te verwerken?

“Klopt. Dat gevoel ging pas weer weg als ik ging eten. Ik wilde in die periode zelf niet naar een eetklin-iek, omdat ik niet wilde worden opgenomen. Dan miste ik ook meteen een of twee dagen school in de week”.

“Mensen denken vaak dat het om eten gaat, maar daar draait het niet om. Het gaat erom waarom je wel of niet eet”.In de klinieken ligt de aandacht in eerste instantie veelal alleen op het eetpatroon. Kun je je daarin vinden?

“Ik denk dat dit alleen maar averechts werkt. Als de “Ik denk dat dit alleen maar averechts werkt. Als de oorzaak niet wordt aangepakt dan blijft dat duiveltje in je hoofd wel over. Ik ben daarom achteraf gezien heel positief over de aandacht die ligt op de emoties en gedachten omtrent eten en dat het niet direct om het eetgedrag zelf gaat. Een vriendin van mij die ook een eetstoornis heeft is nu in een instelling waar ze zich in eerste instantie ook alleen richten op het zich in eerste instantie ook alleen richten op het eten”.

Ik hoor en zie vaak bij cliënten dat je juist door te eten ook weer emoties bij jezelf los kunt maken. Is dat iets waar jij je ook in kunt vinden?

“Ja, dat is één van de punten die ik ook echt heb veranderd. Ik klop nu meer bij mensen aan. Ik weet nu ook dat ik me niet hoef te schamen als ik teveel heb gegeten en dan kan ik zelf ook gewoon even met iemand kletsen. Voor mijn moeder blijft het een lastig punt”.

Komt dat omdat zij zelf ook nog voortdurend bezig Komt dat omdat zij zelf ook nog voortdurend bezig is met haar gewicht?

“Ze heeft mij willen leren diëten, omdat zij voor mij “Ze heeft mij willen leren diëten, omdat zij voor mij niet hetzelfde wilde. Maar bij mij heeft het een tegen- gesteld effect gehad. Ik laat mijn moeder soms ook gewoon even kletsen en doe dan alsnog mijn eigen ding. Ik weet zelf nu gewoon beter wat goed voor me is”.

De Lijfstijl | Interview

“Ja, het duurt soms wel even voordat iets een plekje kan krijgen. Maar ik heb bijvoorbeeld nooit een schuldgevoel gehad. Ik wilde wel afvallen, maar had geen schuldgevoel als ik gegeten had. Ik denk dat dit bij mij gewoon uitgeschakeld was”.

Je moest nog een knop omzetten?

“Ik ben het min of meer een gewoonte gaan vinden. “Ik ben het min of meer een gewoonte gaan vinden. Iets dat bij mij hoorde. Ik heb nu wel weer een schuld-gevoel of eigenlijk wil ik het liever “balen” noemen. Door middel van mindfulness kan ik het nu beter loslaten. Na verkeerd eetgedrag zeg ik nu tegen mezelf: “morgen gaan we er weer voor”. Ik maak meer een keuze voor mezelf. Laat ik me door deze gedachte beïnvloeden of kies ik ervoor te proberen gedachte beïnvloeden of kies ik ervoor te proberen om iets gewoon weer op te pakken”.

Ik merk dat sociale steun voor cliënten ook erg belangrijk is. Heb je dat nu ook meer?

Psychologie | 21

Page 24: De lijfstijl editie 01 september 2013

Denk je dat het verstandig is voor ouders om hulp in te schakelen van een professional in zo’n situatie?

“Ik had er nog nooit zo over nagedacht maar nu je “Ik had er nog nooit zo over nagedacht maar nu je het zegt denk ik dat het heel goed zou zijn. Je bent als ouder geen therapeut en dan lijkt het mij ook niet fijn om die rol op je te nemen. Tuurlijk ben je als ouder degene die de structuur moet kunnen bieden maar je moet het niet aan je kind opleggen”.

Ga je je nu naast het emotionele stukje ook meer Ga je je nu naast het emotionele stukje ook meer richten op je voedingspatroon?

“Ja, maar omdat ik bij een GZ-psycholoog therapie “Ja, maar omdat ik bij een GZ-psycholoog therapie heb gehad weet ik niet wat voor mij een bewust voedingspatroon is, omdat zij niet is gespecialiseerd in voeding. Ik kan zelf ook wel bedenken wat een gezond eetpatroon is, maar heb toch advies nodig over de portiegrootte en gezonde alternatieven”.

Ik ben er zelf op tegen dat er vaak één algemeen Ik ben er zelf op tegen dat er vaak één algemeen eetplan wordt voorgeschreven aan cliënten voor een gezond voedingspatroon. Ben je het ermee eens dat je zelf vaak beter weet waar je behoeftes liggen?

“Ja. Ik eet bijvoorbeeld vier boterhammen per dag en “Ja. Ik eet bijvoorbeeld vier boterhammen per dag en dan vindt mijn moeder dat veel. Maar van mezelf weet ik dat ik een stevig ontbijt nodig heb. Dan minder ik juist meer bij de lunch. Ik wil daarom ook niet naar een diëtist omdat die alleen naar mijn leeftijd en gewicht kijkt en dan een bepaald eetsche-ma voorschrijft. Ik heb zelf al veel diëten gevolgd en weet dus nu wel wat gezond en ongezond eten is. weet dus nu wel wat gezond en ongezond eten is.

Verder vind ik het verwarrend dat je van de ene diëtist hoort dat iets gezond is, terwijl de ander het ongezond vindt. Helemaal voor kinderen. Veel kinder-en (die te dik zijn) weten vaak zelf ook niet wat een gezond voedingspatroon is en krijgen thuis dan de verkeerde dingen te eten. Het is dus belangrijk voor kinderen om te weten wat ze wel mogen eten en wat gezond is”.gezond is”.

Ben jij niet te streng voor jezelf met eten?

“Ik vind dat inderdaad lastig, niet te streng zijn. Je wordt daar zo moe van. Als ik het eetschema volg wat ik nu volg dan val ik niet af. Ik weet zelf eigenlijk nu niet meer goed wat ik anders zou kunnen doen. Ik wil gewoon graag een dieet waar ik me prettig bij voel. Als je op een verjaardag zit en je kan wel een handje nootjes nemen, maar niet een handje kaas dan vind ik dat heel moeilijk. Ik merk dat er dan heel dan vind ik dat heel moeilijk. Ik merk dat er dan heel veel eten om me heen is en dan sla ik op tilt”.

Waaraan kan je dat merken?

“Ik denk dan niet meer na en ga dan alles eten. Na een verjaardag waar ik mezelf heb laten gaan vind ik het dan heel moeilijk om weer een gezond eetpatroon aan te houden. Ik merk dat te veel controle op mijn eetpatroon ook niet goed is. Toen ik nog niet in therapie was kon ik op zondagavond al gaan bedenk-en wat ik maandag zou gaan eten. Heel obsessief, maar dat is nu gelukkig veranderd”.maar dat is nu gelukkig veranderd”.<<

De Lijfstijl | Interview

22| Psychologie

Page 25: De lijfstijl editie 01 september 2013

Column door Marijke Elzinga

Onlangs toonde de Britse eetstoornisorganisa-Onlangs toonde de Britse eetstoornisorganisa-tie BEAT aan dat maar liefst 65% van de mensen met een eetstoornis zegt dat pesten heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van hun ziekte. Kinderen zijn vaak geneigd om opmerkingen omtrent eten of gewicht teveel op zichzelf te betrekken. Wanneer een kind bijvoor-beeld iets molliger is in vergelijking met leeftijd- genootjes dan kunnen opmerkingen die voor anderen misschien niet zo kwetsend lijken juist hard aankomen. Denk maar eens aan: “Jij lust wel wat hè”. Of: “Onze dochter eet alles”. Dit soort toespelingen over de grote of gezonde eetlust van een kind kan een gevoelige snaar raken. Dit zal niet meteen tot eetproblematiek raken. Dit zal niet meteen tot eetproblematiek leiden maar wanneer er een kwetsbaarheid bij het kind is ontstaan kan er wel een aanleiding worden gevonden voor het ontstaan van de eetstoornis. Zo zorgt pesten er bijvoorbeeld voor dat een kind zich opeens bewust wordt van zijn lichaam, vaak zelfs net iets te bewust. Recent is er in Engeland en Wales onderzoek Recent is er in Engeland en Wales onderzoek gedaan onder een grote groep minderjarige meisjes. 53% Van de meisjes die gepest werden gaf aan dat ze sinds het pesten op dieet waren. 40% Van die meisjes sloeg zelfs maaltijden over om sneller af te slanken. Zo blijkt maar weer dat ons lichaam en ons uiterlijk een grote rol spelen bij acceptatie. Zowel een grote rol spelen bij acceptatie. Zowel zelfacceptatie als de acceptatie door anderen bepalen in grote mate hoe we ons gedragen en, nog belangrijker, hoe we ons voelen. Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat maar 1 op de 5 meisjes tevreden was met haar uiterlijk. Dit lage percentage is niet zo schokkend als we in de resultaten zien dat 56% van de meisjes de resultaten zien dat 56% van de meisjes gepest wordt om hoe ze eruit zien. Tevreden-heid met jezelf is dus ver te zoeken als ande- ren je voortdurend bekritiseren om hoe je eruit ziet. Dit is zeer zorgwekkend omdat kinderen juist belang hebben bij gezonde voeding en zorg om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Zeker voor kinderen die nog niet lichamelijk volgroeid zijn.

“Gewicht blijft altijd nog één van de voornaamste redenen voor kinderen om gepest te worden”

De Lijfstijl | Column

Gezondheid | 23

Page 26: De lijfstijl editie 01 september 2013

De Lijfstijl | Interview

“Niemand deed iets en iedereen zag het”.

PPesten is van alle tijden. Uit onderzoek van ter Boght en collega’s (2003) bleek dat ongeveer 12,3% van de kinderen op de basis-school en 9,4% van de kinderen op het voort-gezet onderwijs weleens slachtoffer is geweest van pestgedrag. Uit hetzelfde onder-zoek bleek daarnaast dat ongeveer 4 op de 10 kinderen zich weleens schuldig heeft gemaakt aan pesten. Pesten krijgt ook in het wetenschappelijk veld veel aandacht. Wij spreken twee promovendi van de Rijksuniver-siteit Groningen: Beau Oldenburg en Roze-marijn van der Ploeg. Beide promovendi doen voor de Rijksuniversiteit Groningen onderzoek naar het KiVa-project. Het KiVa-project is ontwikkeld in Finland en wordt daar op meer dan 90% van alle basisscholen ingezet. Het project oriënteert zich op de basisschool en richt zich voornamelijk op groep 5 en 6. Dit omdat kinderen zich vanaf deze leeftijd erg omdat kinderen zich vanaf deze leeftijd erg bewust worden van de status die ze in de klas innemen, waardoor pesten meer strate-gisch wordt. Door middel van het KiVa-project werd er in Finland voor gezorgd dat pesten met 40% werd verminderd. Als uit het onder-zoek van de promovendi blijkt dat het KiVa project in Nederland ook effectief pesten vermindert dan kunnen alle scholen in Neder-land vanaf schooljaar 2014-2015 een KiVa-school worden.

24 | Psychologie

Door Ferdi de Goede en Marijke Elzinga

Hoe zouden jullie pesten definiëren?

BeauBeau: Pesten kun je omschrijven als iets wat herha- lend plaatsvindt, iets wat bewust plaatsvindt en waarbij er sprake is van een machtsverschil. Deze drie kenmerken onderscheiden pesten ook meteen van plagen. Bij plagen is er namelijk geen sprake van een machtsverschil en kan je er zelf ook nog om lachen.

RozemarijnRozemarijn: Met machtsverschil kan bijvoorbeeld leeftijd worden bedoeld maar ook kinderen die niet goed voor zichzelf opkomen en niet gemakkelijk iets terug durven te zeggen.

Kun je het onderscheid tussen plagen en pesten goed maken?

BeauBeau: Je kan het onderscheid wel goed maken, maar je moet dan wel een goed inzicht hebben in de situatie. Dit is wel lastig, want meestal kun je dat inzicht als buitenstaander niet goed krijgen. Docenten op KiVa-scholen volgen daarom altijd een stappen-plan. Op basis van een aantal vragen kun je dan zien of het om plagen of pesten gaat, maar in beide gevallen moet er een oplossing komen. De oplossing gevallen moet er een oplossing komen. De oplossing voor plagen is dan wel anders dan voor pesten. Bij pesten is het altijd verstandig om de groep in te schakelen, omdat het een groepsproces is en pesters vooral leuk willen worden gevonden in de groep. Plagen vraagt om een meer op maat gemaakte oplossing.

Rozemarijn: Je kunt het geplaagde kind bijvoorbeeld leren dat hij zelf aan de plager moet duidelijk maken

Page 27: De lijfstijl editie 01 september 2013

dat hij het plagen niet leuk vindt. Maar kinderen kunnen soms ook aangeven dat ze gepest worden terwijl het dan eigenlijk om plagen gaat. Als je dan dus maatgericht te werk gaat zou het daarna ook afgelopen moeten zijn met het plagen.

Klopt het beeld dat het vaak om kinderen gaat die buiten de groep vallen?

RozemarijnRozemarijn: Je kunt wel stellen dat kinderen die gepest worden vaak wat gevoeliger zijn. Pesten is strategisch gedrag en dan gaat het vooral om buiten-staanders. Uiterlijke kenmerken spelen ook een rol bij pesten, maar ten opzichte van vroeger zal dat niet veel veranderd zijn. Je moet vooral voldoen aan de norm van de klas. Kinderen hoeven ook niet altijd weerbaar te zijn. Als je stelt dat kinderen meer voor weerbaar te zijn. Als je stelt dat kinderen meer voor zichzelf moeten leren opkomen dan klinkt het alsof het de schuld is van het slachtoffer, terwijl dit niet de oorzaak van het pesten is.

Pesten kan dus een effect hebben op je eigen-waarde. Wat voor nadelige effecten zijn er nog meer van pesten?

Beau: Pesten kan leiden tot slechtere leerprestaties, een lager welbevinden en moeite om andere mensen te vertrouwen. Daarnaast ondervindt de pester zelf ook nadelige effecten. Zo gedraagt een pester zich antisociaal, wat ertoe leidt dat hij niet weet hoe hij op een normale manier dingen voor elkaar moeten krijgen. Deze kinderen kunnen op latere leeftijd agressiever en crimineler gedrag gaan vertonen.agressiever en crimineler gedrag gaan vertonen.

Wat zijn de gevolgen van pesten op latere leeftijd?

BeauBeau: Op langere termijn zie je bijvoorbeeld onzeker-heid en depressies. Er zijn wel studies naar de gevolgen van pesten gedaan maar het is niet gemakkelijk. Dit onderzoek kost veel tijd en geld omdat je iemand tientallen jaren moet blijven volgen, maar in de meeste onderzoeken wordt er wel duide- lijk gesuggereerd dat de nadelige effecten van pesten op de langere termijn doorwerken.op de langere termijn doorwerken.

Kan een veilige klas op de middelbare school dan een soort helende werking geven?

Beau: Slachtoffers kunnen de pijn van het gepest zijn nog een langere periode blijven voelen, maar positieve ervaringen kunnen dit kan wel enigszins vervangen. Het vervelende van pesten op de basis- school en middelbare school is ook dat je de pesters moeilijk kunt oplopen. Dit is anders na de middelbare school. Daar beslis je vaak met wie je omgaat en zul je ook meer gelijksgezinden kunnen tegenkomen.je ook meer gelijksgezinden kunnen tegenkomen.

Rozemarijn: Je ziet in onderzoek dat juist die kinderen die heel somber en depressief worden het pesten erg op zichzelf betrekken. In veel interventies wordt er dan ook te veel ingegaan op het sterker worden van het slachtoffer terwijl dat eigenlijk beves-tigt dat het aan het slachtoffer zou liggen.

Beau: Wij horen soms van ouders dat ze hun kinde- ren bij voorbaat al op vechtsport doen omdat ze liever hebben dat hun kind voor zichzelf opkomt en zelf gaat pesten, dan dat het een mogelijk slachtoffer van pesten gaat worden. Hierbij hechten ouders dus veel waarde aan de weerbaarheid van hun kind. Persoon- lijk denk ik dat het beter is om je kinderen te leren goed hun grenzen aan te geven.te leren goed hun grenzen aan te geven.

Bij pesten is het dus belangrijk dat de hele klas erbij betrokken wordt. Is er iets wat ouders kunnen doen om pestgedrag aan te pakken of te voorkomen?

Beau: Mijn tip is vooral om goed te communiceren met je kind. Wees als ouders betrokken en vraag regelmatig aan je kind hoe het op school was. Het is ook heel belangrijk dat je een kind laat merken dat het goed is zoals het is. Niemand verdient het om gepest te worden en het is dus nooit de schuld van

“Als je stelt dat kinderen die gepest worden weerbaarder moeten worden dan klinkt het alsof het de schuld is van het slachtoffer”.

De Lijfstijl | Interview

Psychologie | 25

Page 28: De lijfstijl editie 01 september 2013

Huilen zonder tranenEen meisje dat zo gepest wordt dat zij de zin om Een meisje dat zo gepest wordt dat zij de zin om te leven verliest en een moeder die alles op alles zet om haar dochter te beschermen. Agnes van den Muijsenberg is auteur van het boek “Huilen zonder tranen – Gepest” wat ze heeft geschreven naar aanleiding van het pestverleden van haar eigen dochter.

“Ik wil met mijn boek graag duidelijk maken dat “Ik wil met mijn boek graag duidelijk maken dat pesten een enorme invloed hee op de slachtoffers en hun omgeving. Er zijn helaas genoeg voorbeelden van kinderen die hun leven niet meer zagen zien en er een einde aan hebben gemaakt. Vreselijk dat het zover kan komen, maar wel de waarheid. Voor mij als ouder van een kind dat gepest wordt was het enorm zwaar om dit boek te schrijven. Vooral omdat enorm zwaar om dit boek te schrijven. Vooral omdat ik de gevoelens van de hoofdpersoon in het boek wilde omschrijven. Hiervoor heb ik diepgaande gesprekken met mijn kind moeten hebben. Wat me het meest raakte was dat er zoveel pijn en verdriet verborgen was gebleven. Dingen die nooit naar buiten waren gekomen als ik niet zo intensief met het boek bezig was geweest. Mijn dochter hee het het boek bezig was geweest. Mijn dochter hee het boek zelf nog niet gelezen, daar is zij nog niet aan toe, maar het betekent wel ontzeend veel voor haar. Ze weet als geen ander hoe geïsoleerd je kunt zijn en ze hoopt daarom dat ik anderen die zich in eenzelfde soort situae bevinden kan helpen.

Ik zou ouders willen adviseren om vooral goed naar Ik zou ouders willen adviseren om vooral goed naar hun kinderen te kijken en op te leen wanneer ze ander gedrag vertonen en bijvoorbeeld veel drukker of sller zijn dan eerst. Het is belangrijk om naar je kind te blijven luisteren en zo nodig hulp te zoeken bij de juiste instanes. Ik ben momenteel ook een lande- lijk anpestprogramma aan het opzeen. Het doel van deze ace is de kinderen zelf te laten doel van deze ace is de kinderen zelf te laten nadenken over het pestprobleem in ons land. Omdat ik zelf vier kinderen van verschillende leeijden heb, bevind ik me veel tussen eners. Zij vertellen me verhalen waarvan ik vind dat ze naar buiten moeten komen. Zo ben ik ook op het idee gekomen om dit scholenproject op te starten. Ik ga scholen bezoeken en klassen vragen een verhaal te schrijven over en klassen vragen een verhaal te schrijven over pesten waarin zij de oorzaak, het gevolg en een mogelijke oplossing voor pesten aandragen. Als de verhalen klaar zijn worden zij gebundeld in een boek en in een kleine oplage uitgegeven. Ik hoop hier vooral veel kinderen mee te bereiken, daar doe ik het uiteindelijk allemaal voor”.

www.agnesvandenmuijsenberg.nl

“Het is ook heel belang- rijk dat je een kind laat merken dat het goed is zoals het is”.het kind zelf. Ik heb wel discussies met ouders over wat te doen als je kind gepest wordt met zijn kleding. Ouders zeggen dan tegen mij dat, wanneer ze pesten kunnen voorkomen door hun kind andere kleding te laten dragen, ze dit direct zouden doen. Toch is het de vraag of dit daadwerkelijk iets oplost. Als ik zelf een kind zou hebben zou ik mijn kind vooral proberen duidelijk te maken dat het goed is zoals het is.duidelijk te maken dat het goed is zoals het is.

Wat voor preventieve maatregelingen zouden scho-len kunnen nemen?

Beau: Goed opletten wat er gebeurt. Uit onderzoek blijkt dat er vooral gepest wordt als de leerkracht er niet is. Het is daarom belangrijk altijd te zorgen dat er op school iemand in de pauzes op het plein aanwezig is. Om de pleinwacht extra te laten opvallen dragen ze op KiVa-scholen bijvoorbeeld een speciaal hesje.

RozemarijnRozemarijn: Andere kinderen in de klas vinden het vaak niet leuk dat er gepest wordt, maar doen er zelf soms niet iets aan. Het is dan belangrijk om kinderen hier bewust van te maken. Zo kunnen we ze meer handvatten bieden over wat ze kunnen doen als ze gepest worden.

BeauBeau: Deze kinderen zijn natuurlijk zelf ook vaak bang het volgende slachtoffer te worden. Kinderen denken vaak dat ze er meteen tussen moeten springen, terwijl dat helemaal niet nodig is. Je kan een slachtoffer al heel erg helpen door te zeggen:“ik durfde niks te doen, maar ik vind het heel erg”.

Kunnen docenten ook iets fout doen?

BeauBeau: Het kind er echt uitpikken. Of de pester alleen straffen, terwijl hij daarna buiten school gewoon door-gaat. Als de pester gestraft wordt, kan het juist cooler zijn om daarna toch door te gaan. Weerbaarheid en assertiviteit vind ik vaak ook het verkeerde signaal geven. Heel treurig dat een kind dat zelf zo onzeker is omdat het gepest wordt ook nog naar een training moet om aan zichzelf te werken.moet om aan zichzelf te werken.

De Lijfstijl | Interview

26 | Psychologie

Page 29: De lijfstijl editie 01 september 2013

Rozemarijn en Beau vertellen ons tot slot nog over de steungroepaanpak waar KiVa mee werkt. Deze steun-groep bestaat uit een groepje kinderen dat zich rondom het gepeste kind begeeft, meestal vrienden of klasge- noten van het slachtoffer en ook de pester zelf. De docent bespreekt met pester zelf. De docent bespreekt met de gevormde steungroep de situatie van het kind dat in de klas gepest wordt. Vervolgens moet ieder kind uit de groep iets bedenken om het pro- bleem op te lossen, dus ook de pester zelf. Hierdoor ligt de verantwoordelijk-heid bij de groep en niet meer bij het slachtoffer.

“Ik vind het zelf wel verrassend, want ik was in het begin best sceptisch en dacht dat het betrekken van de pester niet zou gaan werken, vertelt Roze-marijn. “Maar het werkt, juist door de groepsdruk bloeit zo’n pester ook helemaal op”. Beau: “In het slechtste geval doet de pester zelf niks maar geval doet de pester zelf niks maar dan doet de rest van de groep altijd wel iets waar het slachtoffer wat aan heeft en wat zijn lijden kan verlichten”. Rozemarijn vertelt dat de signalering van pesten momenteel nog wel eens achterblijft. Hierdoor kan pesten minder effectief worden aangepakt en minder effectief worden aangepakt en kan er geen steungroep worden gevormd. Op basis van de resultaten van hun onderzoek hopen zij de signalering van pesten nog te kunnen verbeteren.

Meer weten? Kijk op:www.kivaschool.nl

Page 30: De lijfstijl editie 01 september 2013

Rita Zeelenberg (1967) is mindful-nesstrainer en ervaringsdeskundige op het gebied van mindful eten. Ze heeft een communicatie achtergrond maar verdiept zich sinds 5 jaar middels cursussen, retraites en trainingen in mindfulness en mindful eten. Sinds 3 jaar verzorgt ze vanuit haar eigen onderneming workshops over mindful eten, waaronder ook geaccrediteerde trainingen voor professionals.

Mindful eten

Ik ben uit een persoonlijke behoefte aan meer balans Ik ben uit een persoonlijke behoefte aan meer balans en ontspanning in mijn eetpatroon met mindful eten in aanraking gekomen. Na jaren beurtelings diëten en overeten wilde ik dit patroon nader onderzoeken en doorbreken. Ik ben begonnen zelf een 8-weekse training mindful eten te volgen, daarna heb ik me er steeds verder in verdiept en ben ik de boodschap zelf uit gaan dragen. Door mindfulness leer je rustiger te uit gaan dragen. Door mindfulness leer je rustiger te eten en meer tijd te nemen voor je eetkeuzes. Hierdoor genieten mensen meer en merken ze beter op wanneer het genoeg is, wat leidt tot minder eten. Maar het is ook een manier om je eetpatroon op een breder niveau onder de loep te nemen. Door aandacht krijg je inzicht in de redenen waarom je eetpatroon is zoals het is. Er ontstaat ruimte voor verandering op zoals het is. Er ontstaat ruimte voor verandering op een manier die bij je past, niet door regels of richtlijnen maar door een overtuiging van binnenuit. Nooit oordelend maar altijd nieuwsgierig. Er zijn eigenlijk niet echt negatieve dingen van mindfulness, hoewel sommige mensen het als een nadeel ervaren dat mindful eten geen belofte geeft om af te vallen. Het is geen quick fix voor overgewicht maar een weg naar geen quick fix voor overgewicht maar een weg naar een ontspannen relatie met eten. Je hebt er meer aan naarmate je bereid bent mindful eten in je levensstijl in te bouwen.

Valkuilen omzeilen

Mindful eten betekent onder andere het leren opmerk-en van de aanleidingen die men voelt om te willen eten. Dat kunnen ook emoties zijn of gedachten. Je leert om niet direct een automatische reactie te geven

Interview met Rita Zeelenberg: “Het is voor iedereen anders wat er nodig is om meer bewust te eten”.

De Lijfstijl | Interview

28 | Psychologie

Door Marijke Elzinga

Page 31: De lijfstijl editie 01 september 2013

door bijvoorbeeld te gaan eten, maar juist even stil te staan bij wat er aan de hand is en te beoordelen wat je echt nodig hebt. Je neemt dus een moment ruimte om een bewuste reactie te kiezen. Dat kan zijn: een rondje gaan wandelen, een vriendin bellen, of je kunt besluiten om in bad te gaan. Soms kan zo’n bewuste reactie ook zijn om alsnog te gaan eten, maar dan is het vaker bewust en kun je ervan genieten zonder het vaker bewust en kun je ervan genieten zonder dat je een eetbui krijgt. Heb je toch een eetbui gehad, dan leer je om mild te zijn voor jezelf en de valkuil van ‘het wordt toch nooit wat’ te omzeilen. Je onderzoekt vriendelijk wat er precies gebeurde en komt hierdoor meer in contact met wat je echt nodig hebt. Hierdoor leer je beter voor jezelf te zorgen waardoor troost in de vorm van een eetbui steeds waardoor troost in de vorm van een eetbui steeds minder vaak nodig is.

Geen vast recept

Bij mindfulness zijn er wat basisrichtlijnen maar verder is er niet één vast recept dat tot mindful eten kan leiden. Goede zelfzorg ziet er voor iedereen anders uit en varieert ook per dag, levensfase of situatie. Dingen die in principe voor iedereen goed zijn: de tijd nemen voor een maaltijd, ervoor gaan zitten, je niet laten afleiden door telefoon, televisie of werk. Maar verder is het voor iedereen anders wat er werk. Maar verder is het voor iedereen anders wat er nodig is om meer bewust te eten. Sommige mensen vergeten te eten en voor hen helpt het om een wekkertje te zetten om zichzelf eraan te herinneren om te gaan eten. Andere mensen piekeren juist de hele dag over eten en zij zijn ermee geholpen om vervulling te zoeken in andere bezigheden. Sommige mensen moeten leren om niet met hun bord op mensen moeten leren om niet met hun bord op

schoot voor de tv te eten, maar ik ken ook eenzame mensen die doodongelukkig worden van alleen aan tafel zitten – zij zorgen juist beter voor zichzelf door wél de tv aan te zetten. In principe is mindfulness net zo geschikt voor vrouwen als voor mannen. Toch voelen meer vrouwen zich ertoe aangetrokken. Mannen zijn soms wat huiverig voor het ‘voelen’ en ‘ervaren’ wat bij mindful eten centraal staat.‘ervaren’ wat bij mindful eten centraal staat.

Consumenten

De horeca en supermarkten zouden meer kunnen inspelen op mindful eten door bijvoorbeeld kleinere porties te serveren/verkopen, meer keuze te bieden in soorten eten op het menu/in het schap en niet ongevraagd mandjes met brood op tafel te zetten of kassakoopjes aan te bieden. Toch is het voor ons consumenten goed om ons te realiseren dat het belang van een supermarkt of restaurant nooit onze belang van een supermarkt of restaurant nooit onze gezondheid zal zijn, maar altijd hun portemonnee. Zij willen geld verdienen en dus is hun doel altijd om ons te verleiden om meer voedsel te kopen. Wij zullen zelf altijd alert moeten zijn op alle triggers om ons heen en ons moeten focussen op de signalen van ons lichaam. Zo kunnen we wijzere eetkeuzes maken en ons minder laten beïnvloeden. Mindfulness leert en ons minder laten beïnvloeden. Mindfulness leert ons om deze alertheid te gebruiken.

Kinderen

Veel kinderen eten van nature mindful – ze weten wanneer ze honger hebben en stoppen als het genoeg is. Aan ons de taak om dat talent niet te doorkruisen met onze eisen en manieren: ‘je moet nu je bord leegeten’, ‘als je pijn hebt krijg je een snoep-je’. Natuurlijk zijn er ook kinderen die teveel of onge-zond eten. Deze kinderen zou je kunnen helpen door aandacht aan hun voedingspatroon te besteden. Je moet kinderen geen dingen verbieden of ze veroordel-en, maar onderzoeken waarom ze ergens trek in hebben. Kinderen moet je laten kennismaken met verschillende soorten voeding en ze bewust laten proeven. Merk je bijvoorbeeld verschil als je een roze koek eet of een handje rozijnen neemt? Zo leer je het kind welke mogelijkheden het heeft en kan het beter zijn eigen keuzes maken, die ook prettig aanvoelen.

Voedingspsychologie

Bij een gezonde levensstijl krijgen voedseltype en

“Veel kinderen eten van nature mindful – ze weten wanneer ze honger hebben en stop-pen als het genoeg is”.

De Lijfstijl | Interview

Voeding | 29

Page 32: De lijfstijl editie 01 september 2013

Accepteren

Doordat schoonheid zo veranderlijk is het Doordat schoonheid zo veranderlijk is het moeilijk om te beschrijven of er een ideaal schoonheidsideaal is. Iedereen heeft een unieke lichaamsbouw en daarmee een ander figuur. Volgens de Amerikaanse psycholoog William Sheldon kunnen mensen dan ook in verschillende lichaamstypes worden verdeeld. Het type waaronder je valt bepaald bijvoor-Het type waaronder je valt bepaald bijvoor-beeld hoeveel aanleg je hebt om dik te worden en spieren op te bouwen. Over het algemeen vallen we niet onder één bepaald lichaam-stype, maar zijn we een combinatie van twee lichaamstypen. Sheldon beschrijft drie lichaamstypen. Het eerste type wordt de ectomorf genoemd en staat voor de slanke mens. Er is bij dit type sprake van een dun lichaam met een laag percentage lichaamsvet. Het tweede lichaamstype is de mesomorf, wat de gespierde mens is. Een mesomorf heeft zware botten en een dik gezicht. Het derde type is de type is de endomorf, wat de corpulente mens is met een voller lichaam. Hieronder vallen de Rubensvrouwen met hun vrouwelijke ronding-en. Belangrijk aan de theorie van William Sheldon is dat hij zegt dat we ons lichaams-beeld niet drastisch kunnen veranderen door middel van diëten of sport. We zullen ons lichaam dus simpelweg moeten accepteren!

beweging vaak teveel aandacht terwijl, om goede gewoontes vol te houden, een goede zelfzorg op andere vlakken juist zo bepalend is. Dan kun je bijvoor-beeld denken aan ontspanning, slaap, lekker in je vel zitten, je emotionele behoeftes kunnen invullen, je ondermijnende gedachten kunnen herkennen. Ik juich het toe dat er steeds meer aandacht komt voor gedrag, gevoelens en gedachten rondom eten en gedrag, gevoelens en gedachten rondom eten en gewicht. Dat is wat veel mensen nodig hebben, maar waar ze geen hulp in konden vinden, waardoor ze zich sneller alleen voelen staan. Er zijn zoveel wanhopige mensen die niet weten hoe het komt dat het afvallen maar nooit lukt en daar volledig op gefocust raken. Ik denk dat voedingspsychologie voor deze mensen veel kan gaan betekenen. Ze geven zichzelf nu overal de kan gaan betekenen. Ze geven zichzelf nu overal de schuld van en krijgen daardoor met een steeds lager zelfbeeld te maken. Het is hoognodig dat er meer hulp komt voor mensen die hiermee kampen. <<< www.mindful-eten.nl

De Lijfstijl | Interview

30 | Voeding

Page 33: De lijfstijl editie 01 september 2013

Foto: Hilde van Dijk

Page 34: De lijfstijl editie 01 september 2013

HoofdredacteurMarijke Elzinga

Eindredacteur en designerFerdi de Goede

RedacteurenClaudia BeenRenée WellingRenée Welling

FotografieHilde van Dijk